Dag 238 -252. Peru

Arequipa


Arequipa was onze eerste stad in Peru en na Bolivia was dit ineens een hele andere wereld. De stad was schoon, overzichtelijk en de mensen waren vrolijk. Onze eerste dag begonnen we met een rondleiding door Monasteria de Santa Catalina. Een oud klooster waar nog steeds nonnen wonen. Er heerst een fijne rust en er is overal wel iets bijzonders te zien. Mooi gekleurde muren, schilderingen en prachtige tuinen. ‘S avonds aten we bij Hatunpa. Een tentje met een veel te leuke eigenaar die kookt met 6 verschillende soorten aardappel(en wil je geen aardappel, zoals ondergetekende, dan maakt hij iets met avocado voor je). Hoe je die gevuld wilt hebben, mag je helemaal zelf bepalen.

Na een nacht goede slaap (éindelijk) stond ons de volgende dag een chocolade tour te wachten bij Chaqchao, de enige plek in Peru waar ze biologische chocolade produceren. Een vrolijke vent gaf ons eerst een uitgebreide introductie over chocolade, liet ons ‘echte’ en ‘neppe’ chocolade proeven en uiteindelijk mochten we onze eigen chocolade maken. Wat een feest. We mochten met een bak vol gesmolten, warme, pure chocolade aan de slag en hier 24 chocolaatjes van maken. Hetgeen dat overbleef mocht je met je vingers zelf opeten. Je snapt dat ik ervoor heb gezorgd dat er nog genoég over was. Ik was een tikkie misselijk maar dolgelukkig toen de tour was afgelopen en ik met mijn zelf gemaakte chocolaatjes naar buiten liep. Daarnaast kregen we een tegoedbon om daar savonds pizza te eten (ze staan bekend om hun chocolade, pizza en bier). Ze hadden geen normale pizza, maar pizza met een glutenvrije bodem, een purple corn bodem én een keuze uit veel healthy-shit om je pizza te beleggen (dat compenseerde weer een beetje met alle chocolade die we binnen hadden gekregen). Wat een fijne plek!

De volgende dag om drie uur in de ochtend werden we opgehaald voor de Canyon tour. Met een busje vol mensen hobbelden we 4 uur lang over onverharde wegen om vervolgens te stoppen in een toeristisch dorpje. Hier konden we op de foto met lama’s, roofvogels aan een touwtje of met de vrouwen in klederdracht. We besloten dus maar gewoon een rondje te lopen. Nadat we nogmaals een soortgelijke stop hadden gemaakt werden we eindelijk gedropt bij de Colca Canyon. Een canyon die dieper is dan de Grand Canyon en waar je regelmatig een Condor (een van de grootste vogels op aarde, Google maar eens) kunt spotten. Stiekem was dit laatste de enige reden dat we deze tour hadden geboekt. Enigzins teleurgesteld waren we toen onze gids ons vertelde dat dit niet echt het seizoen is om ze te spotten en de kans dus heel klein is. Wel verdomme. We besloten te genieten van het uitzicht en terwijl we met zn tweetjes zaten te mopperen kwam er ineens een bizár grote vogel langs vliegen, recht voor ons. Kas en ik mompelde in koor ‘mijn god, dat is een condor’. Hoe stom we de tour ook vonden, onze missie was geslaagd.

Vanaf de Canyon maakten we nog één laatste stop waar we de mogelijkheid hadden om de thermopools in te duiken. Kas en ik hadden hier niet echt behoefte aan en besloten van het zonnetje en uitzicht te genieten. Na een paar minuten was aan het genieten helaas een einde gekomen. Een boer liep met 2 grote koeien en 2 kalfjes de berg voor ons op. De kleinste van het stel was wat speels en had geen zin om te luisteren. Het bergweggetje waar ze opliepen was echter smal en nadat de boer de kleinste een paar keer flink had geslagen, gebeurde waar we al die tijd bang voor waren. Het kleintje viel van de berg af. De moeder natuurlijk in paniek en ook de andere koeien werden totaal onhandelbaar. Het was een heel gevecht en terwijl wij alweer wegreden lag het kleintje nog steeds stil op de grond met een luid loeiende moeder naast zich.

Eenmaal terug in het hostel gingen we éven in de ontspan modus voordat we naar het busstation zouden vertrekken voor de nachtbus naar Cusco. We zaten nog niet op de bank of Kas riep in alle stress dat we nú naar het busstation moesten. Onze bus ging om 8 uur en op de tickets stond dat we ons een uur van tevoren moesten melden, anders zouden onze plekken vergeven worden. En het was 6.45. Met onze tassen half ingepakt zijn we naar het busstation gevlogen en waren we nét op tijd.

Cusco


Na een rommelige nacht kwamen we op maandag 5 december aan in Cusco. Met wallen tot aan onze knieen liepen we naar het restaurantje Green Point waar we ons lijf een goede vitaminenboost gaven. Aan goede, gezonde restaurantjes geen gebrek in Cusco! En daarna was het tijd voor een paar uurtjes slaap. We deelden onze kamer samen met Raina, alhoewel haar echte naam een stuk gecompliceerder is. Ze is Zuid-Koreaanse en haar naam is voor ons niet uit te spreken.
Het stadje Cusco is nogal een toeristische bedoeling. Iedereen komt hier om een tour naar de Machu Picchu te boeken en verder is er vrij weinig te beleven. Voor ons een prima reden om even bij te slapen.

img_1364

De volgende dag hadden we wederom een relaxdag. We wandelden door de stad en gingen op banenjacht voor als we weer terug zijn. Én we hadden een belangrijke missie; de Machu Picchu tour boeken. We hebben wekenlang zitten dubben; jungle tour, inca trail, met de bus of de trein.. Uiteindelijk hebben we voor de goedkoopste optie gekozen en boekten we onze tour bij Cocatravel. We kozen voor de bus & een aantal uur wandelen. Zodra we binnenliepen in het mini-kantoortje van Cocatravel stelde een man zich voor als Frank. En toen wist ik; hier gaan we boeken. Naast het feit dat ‘ie z’n naam mee had was z’n Engels perfect en had hij een mooi pakket in de aanbieding. Voor 80 dollar hadden we entreetickets, vervoer, een gids, een hostel, lunch, ontbijt en avondeten. We waren twee tevreden mensen.

We doken op tijd ons bed in zodat we de volgende ochtend fit waren voor de tour. Dat plan werd helaas bruut verstoord door twee Aziaten die om 10 uur onze dorm binnen stormden. Van 10 tot 3 uur snachts liepen ze de kamer in en uit, lieten ze de deur openstaan, knipperden zo nu en dan met het licht en 1 van de 2 besloot om 3 uur haar tas uit te pakken. Wat. Da. Fuck.

Toen we om 7 uur klaar stonden voor vertrek checkte ik nog even mijn Whatsappjes. En daar was dan het berichtje waar we lang op hebben gewacht; we zijn wederom oom & tante geworden van een heel, heel knap, lief en gezond neefje Jack. En ja, dan moet ik echt even een paar keer slikken en wil ik het allerliefst heel even naar huis.

Machu Pichu
Om 7.30 werden we opgehaald en begon onze 6 uur durende busrit naar Hidroelectrica. Dat was me het ritje wel. We reden 2,5 uur lang over een veel te smalle weg, met naast ons een diep, héél diep ravijn. Ik heb geen hoogtevrees, maar het zweet stond óveral. Zodra er een einde kwam aan deze weg zei de stoere Zweed achter mij; ‘I think I just shit in my pants’. Mooi. Het lag dus niet aan mij.

Na ruim 6 uur werden we gedropt bij een soort treinstation. Wat vanaf daar precies de bedoeling was, wist niemand. Ook onze buschauffeur niet. Gelukkig waren Diego en Dana uit Argentinië mee die overal hebben rondgevraagd. Uiteindelijk hebben we onze lunchplek gevonden en wisten we de weg naar Aquas Calientes, de plek waar we zouden overnachten. Het was een drie uur durende wandeling naar dit plaatsje. Om 5.30 moesten we ons melden op een plein in het stadje, onze namen zouden hier geroepen worden door ene Arnold. We hebben een uur lang gewacht op het plein en rondgevraagd wie deze Arnold precies is, ze konden ons alleen vertellen dat Arnol lang en breed is met baard. Toen een klein meisje onze namen riep, vonden we dat maar een vreemde beschrijving.

Het meisje bracht ons naar een brak hostel en vertelde ons dat we om 7.30 weer op het plein moesten zijn om onze entree tickets voor de Machu Picchu op te halen. Op het plein stond ‘ie dan eindelijk; dé Arnold. We hebben wederom eerst een half uur gewacht tot hij onze namen omriep en toen had deze man een beetje vreemd nieuws. Hij vertelde dat onze gids die dag was overleden tijdens een tour op de Rainbow Mountain. Hij had op dat moment het geld voor de tickets bij zich en dús hadden ze geen Machu Picchu tickets voor ons. Of we ze zelf even wilden betalen. We hebben 1,5 uur met Frank aan de telefoon gediscussieerd – die ineens een stúk minder aardig was – en van het ene op het andere moment was het geregeld. Ze hadden de tickets.
Vervolgens was uiteraard de vraag waar het avondeten was, en ook dát kostte nogal wat tijd en moeite voordat we daar achter waren. Wat een organisatie. Ik was er echt hélemaal klaar mee, maar gelukkig hadden we Diego en Dana. Diego maakte overal een grap van en Dana is een beetje de Argentijnse versie van m’n vriendinnetje Martine. Ook zij bleef vrolijk lachen, dansen en grapjes maken en dát is dus echt wat je nodig hebt na zo’n dag.

Donderdagochtend om 4 uur begonnen we met de hike omhoog. De weg naar de Machu Picchu is één lange trap en is gemiddeld zo’n 2 uur klimmen. Na een tijdje dacht ik echt dat ik de top niet zou halen. Kas was lekker motiverend door mij aan te moedigen met ‘je bent nog niet eens op een kwart’. Maar hij zou Kas niet zijn als ‘ie niet m’n zware tas over zou nemen en vervolgens zelf bepakt en bezakt met twee tassen omhoog moest. De liefste.

Dat we nog niet eens op een kwart waren bleek gelukkig niet zo te zijn en ik was dan ook heel verbaasd dat we het binnen een uur hadden gelopen. En toen stonden we ineens bovenop de Machu Picchu. Van ons beiden zó’n grote droom en heel onwerkelijk om daar te staan. Ik had mij voorgenomen om een plekje te zoeken en gewoon een uur lang te gaan genieten van al het moois om mij heen. Maar daar dachten de weergoden anders over. Na 10 minuten op de Machu Picchu kwam het met bákken uit de lucht. Er is hier nergens een plek waar je kunt schuilen en na twee uur sopte ik in mijn schoenen en kon je nog maar een paar meter vooruit kijken. Tussen 14.00 en 14.30 moesten we ons weer melden bij het treinstation waar we opgepikt zouden worden door het busje naar Cusco en we moesten nog zéker 4 uur lopen. Vlak voordat we weg wilden lopen brak het een beetje open en werd de Machu Picchu helemaal zichtbaar. Wát een mazzel! En het is gewoon niet uit te leggen hoe bizar mooi het is.

De weg terug was lang en héél nat. We hadden nog aan Cocatravel gevraagd of we poncho’s mee moesten nemen, maar dat vonden ze nergens voor nodig. Gelukkig zijn we zo slim geweest dat dus wél te doen. Stipt om 14.00 uur waren we bij het treinstation en waren we íjskoud. De poncho’s hielden wel iets tegen, maar we waren alsnog zeik en zeiknat. Ons was verteld dat ons busje om 14.30 uiterlijk weg zou rijden maar ons busje was nergens te bekennen. Alle andere groepen waren inmiddels opgehaald en om 15.00 stonden we er nog. In de regen. Om 15.30 kwam ‘ie éindelijk aankakken en begonnen we aan onze 6 uur terug. Droge kleding hadden we niet meer (alles in onze rugzakken was ook nat) en bibberend zijn we tegen elkaar aangekropen in de hoop het wat warmer te krijgen. Tevergeefs.
Na 3 uur stopte onze chauffeur bij een lokaal wegrestaurantje zodat we wat konden eten. Ik wilde zó graag roepen; ‘ik wíl niet eten. Ik wil naar een douche. Een warm bed!’. Ik hield wijselijk mijn mond en zette mijn tanden in de heerlijke burger die rechtstreeks uit de frituur kwam. Met paarse lippen en al huilend van geluk arriveerden we ‘s avonds laat bij het hostel. De warme douche én het bed waren nog nooit zo fijn.

De volgende middag besloten we door te gaan naar Huacachina maar niet voordat we eerst hadden geluncht bij ons favoriete tentje Green Point op San Francisco Plaza. Een menu’tje heb je hier voor 15 solas (5 euro) en bestaat uit een salade buffet, een soep, wisselende sandwich (glutenvrij, chiabrood, meergranenbrood, whatever you like) met zoete aardappel frietjes óf een vega lasagne en een toetje. Dit al zo biologisch en gezond als het maar kan.
Huacachina

Aan het einde van de middag stapten we met een volle buik in de bus naar Huacachina. Sochtends vroeg kwamen we aan bij Eco Camp; ons verblijf voor de komende dagen middenin de woestijn. Mét zwembad. We waren allebei gesloopt van alle nachttours, nachtbussen en gebroken nachten in de dorm, dat we besloten hier 2 dagen aan het zwembad te gaan liggen. We hebben dan ook de hele dag gerelaxed in de zon, in het zwembad, afgewisseld met een biertje aan de bar. De volgende dag zag er exact hetzelfde uit, maar hadden we aan het einde van de dag een activiteit geboekt. In Huacachina zijn namelijk maar twee dingen te doen, en dat is buggyrijden en sandboarden. De omgeving was fantastisch, onze gids trapte goed het gas in van de buggy en ook het sandboarden was een groot succes. We schaterden het letterlijk uit van blijheid.

De planning was om slechts twee dagen te relaxen in Huacachina, maar we besloten er nog een dagje aan vast te plakken. Wat we de derde dag gedaan hebben hier? Niets. Een beetje in het zand spelen, zwemmen, biertjes drinken en lekker eten.

Lima


Maandag vertrokken we na een relaxed ontbijtje aan het zwembad naar Lima. Onze laatste bestemming in Peru en waar iedereen zo heerlijk negatief over is. Ik was dan ook heel benieuwd waarom iedereen zo negatief is over deze grote stad. We boekten een hostel in de wijk Miraflores. Een relaxte buurt vlakbij de zee en waar het stikt van de leuke restaurantjes. In Lima hebben we twee dagen door de stad en langs het water gewandeld en vooral heerlijk gegeten. Zo zit in Lima de bakkerij El Pan de la Chocla, dit is de bekendste en beste bakkerij in heel Latin-America (als ik het internet mag geloven). Dit bakkerijtje stond dus al vanaf het begin hoog op mijn lijstje en als je ooit in de buurt bent…. hier moet je heen. Álles is hier lekker en de bakker bakt de broodjes gewoon waar je bij staat. Onze laatste avond in Lima en daarmee onze laatste avond in Peru sloten we bijzonder af. Van pappa en Margootje hadden we een tijdje terug een ‘tegoedbon’ voor een avond uiteten gekregen. Het was een fantastische avond waarmee we een heerlijke tijd in Peru hebben afgesloten. En al die negatieve verhalen over Lima? Lekker negeren. Als je van eten houdt, is Lima dé plek waar je zijn moet.

De volgende dag vlogen we met Vivacolombia naar Bogota in Colombia. Kas en ik zaten allebei aan de andere kant van het vliegtuig en Kas maakte nog de grap ‘zit je straks gezellig tussen twee grote Colombianen’. Hij kreeg nog gelijk ook. De vriendelijke man rechts van mij zat continu selfies te maken. Selfies waar hij zelf overigens niet opstond, maar ik des te meer. Ik weet niet of hij slechtziend was of mij graag op de foto wilde hebben. De man links van mij bleef zich verbazen over mijn ‘beautiful face’ en na 2 uur naar mij staren werd het ietwat ongemakkelijk. Het was een zeer vermakelijke vliegreis en na 2 uur waren we er dan eindelijk; Viva Colombia!

Dag 181 -191. Nieuw-Zeeland (Noordereiland)

Wellington

image

Nadat we de auto veilig en wel op de camping in Wellington hadden gezet, stapten we de bus in naar de stad. Er hing een relaxed stads-sfeertje en het stikte er van de leuke barretjes en restaurants. Uit eten gaan in Nieuw-Zeeland ligt (helaas) boven ons budget. Maar we besloten dat we voor deze avond een uitzondering mochten maken en genoten van een wijntje en een diner aan de bar.

Tongario National Park

De volgende ochtend lieten we Wellington voor wat het was en reden door naar Tongariro National Park. Hier deden we een hike naar de watervallen en onderweg hadden we bijzondere uitzichten over de besneeuwde toppen van de Ngauruhoe berg. Na de hike parkeerden we onze camper in een nabijgelegen bos om daar gratis te overnachten.

Waitomo

Zondag checkten wij met onze camper in bij een van de meest bijzondere campings so far; een boerderij. De eigenaren waren heel gastvrij en het oudste zoontje van 4 vertelde dolenthousiast over alle dieren. Op de boerderij liep van alles rond; varkens, schapen, lammetjes, koeien, konijnen, lama’s, kippen.. ze hadden hier álles. Na een beetje met de dieren te hebben geknuffeld was het tijd om ons te melden voor de Black Water Rafting tour. Samen met onze gids, Pad en Linda uit de VS en Nieuw Zeelander Nigel gingen we naar één van de Waitomo Caves. Maar voordat het zover was, moesten we allereerst een vragenlijst invullen. De vraag ‘Can you swim?’ Verbaast mij allang niet meer, maar wél tijdens zo’n tour. Wie gaat er Black Water Raften als je níet kunt zwemmen? Pad en Linda dus. Pad kon helemaal niet zwemmen en Linda een beetje. Of nouja, ze had wel eens gezwommen. Een keer. Lang geleden. Enfin, de gids vond het prima en we reden naar de grot toe. We kregen een clownspakkkie aan – waarom weten Kas en ik nog niet zo goed – en al abseilend gleden we de grot op 50 meter diepte in. Vervolgens kleunden we een stuk door de sterke stroming van de ondergrondse rivier, klommen over rotsen en kwamen uiteindelijk uit waar we éigenlijk voor waren gekomen; de glowworms. We deden onze hoofdlampjes uit en boven ons zaten honderden, duizenden glowworms. Een magische ondergrondse sterrenhemel was het gevolg.

Het volgende deel in de grot legden we af in banden/tubes. We gingen in de banden zitten en werden als een gek door het water meegesleurd langs de scherpe rotswanden. Ik werd al vrij snel gelanceerd en lag pardoes met mijn neus in het koude water. Ik dacht nog; hopelijk blijven die andere twee wel zitten. Maar daar ging ‘ie al. Pad kon niet meer remmen en ging kopje onder. Je kon prima staan want het water was niet diep. Maar Pad was zo in paniek dat hij om zich heen sloeg en angstig naar zijn band zocht. Kas liet alles voor wat het was, rende naar Pad en trok hem boven water. Waar Kas eerst nog dacht dat ‘ie een grapje maakte, werd ons al vrij snel duidelijk dat Pad écht even dacht dat hij verdronk. Gelukkig sprong Pad al snel weer vrolijk in de band, we hadden nog een hele weg te gaan. Het gebeurde nog een tweede keer, maar dit keer was Linda ook de pineut. Ongelooflijk dat deze mensen in water dat 1 meter diep is zelfs nog zouden verdrinken.

Het avontuur zat er bijna op, toen we nog een stukje over de rotsen richting de uitgang moesten lopen. Linda gleed uit op een glad stukje en lag in het water. Pad sprong heldhaftig achter haar aan om te helpen, maar dat was natuurlijk een beetje dom. Nu moest onze gids niet 1, maar 2 mensen redden. Onze gids en Nigel hadden ze allebei snel te pakken en het liep wederom goed af. Pfff, je vraagt je dan toch af wáárom mensen niet leren zwemmen.

image

Nadat we allemaal veilig en wel uit de banden waren geklommen was het tijd om de grot uit te klimmen. Onze gids huppelde naar boven, maar voor ons bleek het uiteindelijk nog lastiger dan gedacht om een stijle rotswand van 30m te beklimmen. Wat een vette dag en heel bijzonder om op deze manier de glowwormen te zien.

Eenmaal terug op de camping bracht het oudste zoontje mij nog even wat kennis over de beesten bij en liet mij trots zijn Possum zien (Google maar even als je het niet kent). De volgende ochtend hielpen we het gezin met het voeren van de beesten.

This slideshow requires JavaScript.

Nadat we deze lieve familie gedag hadden gezegd reden we door naar het Geyser Field. Een park vól met actieve geisers. Samen met de algen zorgde dit voor ogverblindende kleurencombinaties overal om je heen.

Hobbiton

We vervolgden onze weg richting Hobbiton, waar we vlakbij een camping vonden. Aan het einde van de avond stonden er vier andere campers en die werden allemaal bevolkt door duitsers. Toen twee meiden de deur van hun auto dichtgooiden en daarbij nogal
verschrikt keken, wisten wij genoeg. De sleutel lag nog in de auto. Ze vroegen alle andere Duitsers te helpen, en íedereen probeerde hetzelfde; hun eigen sleutel in het slot steken. Kas en ik kregen een beetje de slappe lach nadat het ook bij de derde niet was gelukt; natúúrlijk werkt dat niet. Maar niets bleek minder waar. Duitser nummer vier stak zijn sleutel in het slot en voilá; de auto ging open. Kijk dus maar uit met Japanse auto’s, die krijg je gewoon met een vreemde sleutel open;)

This slideshow requires JavaScript.

Na een héle nacht regen – het kan hier regenen alsof de wereld vergaat – waren we dolblij met de zon de volgende ochtend. We reden naar Hobbiton waar we om 9 uur een tour hadden geboekt. Hobbiton is het dorp van de Hobbits, uit de films de Lord of the Rings én De Hobbit. Een look-a-like Mister Bean nam ons mee op sleeptouw en samen met 20 anderen wandelden we het sprookje van de Hobbits in. Het was écht net alsof je in de film liep, aan elk detail is gedacht. Ik had het idee dat wij de enige niet-diehard-Hobbitfan waren, want de rest van de groep wist álles over de Hobbits. Tot in detail. Sterker nog; er komen dagelijks mensen van over de hele wereld speciaal naar Nieuw Zeeland voor Hobbiton.
Om hier vervolgens 2 of soms wel 3 dagen achter elkaar met een tour mee te gaan. Maar groot fan of niet; het was heel indrukwekkend om te zien.

Purangi

image

Voor diezelfde avond waren we opzoek naar een gratis camping, tot onze blik viel op Purangi Winery. Een winery waar je gratis kunt overnachten als je hier savonds een pizza eet. Klonk als een goede deal. Eenmaal hier aangekomen kregen we direct een wijn en liqeur proeverij – dat is een heel goed plan op de lege maag inderdaad – en aten we de béste houtovenpizza’s ooit.

Cathedral cove

De weersvoorspelling voor de volgende dag was niet veel
Belovend, dus toen de volgende ochtend de zon scheen zijn we snel ons bed uitgesprongen. We wilden namelijk heel graag een wandeling naar de bekende Cathedral Cove maken, maar dat is natuurlijk 10x leuker als de zon schijnt. Het was inderdaad heel mooi en zodra we terug waren bij de auto begon het te regenen. We reden verder naar het stadje Thames waar we de bibliotheek in doken voor het internet. Terwijl we vervolgens verder reden naar Auckland hebben we twee keer de auto stil moeten zetten omdat we geen meter meer vooruit konden kijken vanwege de regen.

Auckland

This slideshow requires JavaScript.

Auckland-time! We hebben de hele dag door de stad gelopen, bezochten het art museum en aten een heel bijzonder ijsje. Bij Giapo maken ze de hoorntjes en bakjes zelf – van chocolade, framboos, noten, noem het maar op – en kun je de bakken met ijs niet zien. Je vertelt ze waar je van houdt, ze laten je wat smaken proeven en maken dan het mooiste en lekkerste ijsje voor je klaar. Inderdaad; helemaal iets voor mij. We liepen door naar de haven en silo park, waar we een drankje dronken op het terras. Dit keer niet met zijn tweetjes maar met zijn drieen. Zeno – oud klasgenootje – was namelijk de dag daarvoor aangekomen in Auckland voor een 6 weekse rondreis en dat vroeg om een drankje.

Whangarei

This slideshow requires JavaScript.

Voordat we zaterdagochtend doorreden, bezochten we eerst nog een French Market in Auckland. Overal blije weekend mensen, de lekkerste vers gebakken broodjes en echt álles riep hier: weekend. Ik kon hier nog uren rondlopen – ik en eten is echt een prima combi – maar mijn lief heeft het na 1 koffietje wel gehad op zo’n markt. En dus sprongen we de auto weer in om naar Whangarei te rijden. Voordat we daar arriveerden hadden we nog een belangrijke stop; Dutch Deli. Een supermarkt vól met Nederlands eten. Het was enigzins teleurstellend dat er geen Nederlander achter zat, want de verkoopsters begrepen werkelijk niets van ons enthousiasme. We stuiterden als twee kleine kinderen in een snoepwinkel rond “Nick, kijk wat ze hebben!” “Ohhh Kas kijk, ze hebben zelfs dit!”. Het ging maar door. Wat zullen we meenemen; ontbijtkoek, hagelslag, speculaas, appelstroop, drop, kaas? We wilden álles. De prijzen dachten daar helaas iets anders over. Uiteindelijk liepen we met 100gram kaas (dat zijn inderdaad zéker twee plakjes) en appelstroop naar buiten.

Eenmaal aangekomen in Whangarei parkeerden we onze auto op een gratis parkeerplek en genoten van de zon in het haventje.

image

Wanneer je in Australië bent, kun je niet naar huis totdat je kangeroes en koala’s hebt gezien, nu is dat ook niet heel moeilijk daar. Maar wanneer je in Nieuw Zeeland bent, kun je éigenlijk niet weg tot je een Kiwi hebt gezien. Nieuw Zeelanders worden namelijk geen Kiwi’s genoemd vanwege het fruit, maar vanwege de Kiwi bird. De kiwi bird is helaas schuw en blijven het liefst zo ver mogelijk bij de mensen vandaan. Toch doen Kas en ik al tevergeefs 3 weken pogingen om ‘m te spotten. En dus deden we zondagochtend een hike in een beschermd kiwi-park. Freek Vonk stond – tevergeefs uiteraard – om de paar meter stil en zei dan ‘ssst.. Ik hoor ze’. Je snapt dat ik er na 3 uur wandelen niet écht meer in geloofde. Freek Vonk wel, die zocht rustig verder. Nadat we de teleurstelling te boven waren, reden we door naar Paihia. Een haven/badplaatsje in Bay of Islands. We vonden een camping met unlimited WiFi, aan het water en met té lieve eigenaren.

Paihia – Bay of Islands

Maandag pakten we de ferry naar Russel, waar we naar de strandjes wandelden en het dorpje verkenden. En de rest van de dag? We deden barweinig kan ik je vertellen. We hebben heerlijk serietjes gekeken in bed en um.. Serietjes gekeken in bed. Voordat we aan onze Nieuw-Zeeland trip begonnen, hadden we namelijk een hele lijst met dingen die we moésten zien of doen. We dachten dat drie weken wat krapjes werd en we hebben dus aardig het gas in getrapt, zonder een dagje ‘relax’. En zo kwam het dat we pardoes onze lijst hadden afgevinkt en nog 5 dagen over hadden om in te vullen. Vandaar dat we door zijn gereden naar Bay of Islands, in de hoop op wat stranddagen.

This slideshow requires JavaScript.

Dinsdag scheen de zon, de lucht was blauw en dat was een prima timing. We gingen zeilen! Samen met 2 mensen uit Sydney, een vader en dochter uit Frankrijk én onze kapitein David uit Colombia hebben we de hele dag gezeild. David zat vol met spannende verhalen – mensen die zijn verdwenen op de oceaan en hij wist ons alles te vertellen over Tsunami’s. In de middag legde we onze zeilboot aan bij een verlaten strandje. Alsof we in een paradijs waren beland. Kas en ik hebben gekayakt en zijn naar een uitzichtpunt geklommen. Het water was doorzichtig, de rotsen groen en de stranden hagelwit. We picknickten op het strand en genoten van de zeiltocht terug naar het vaste land. Wát een fijne dag.

 

Woensdag reden we naar een klein plaatsje KeriKeri, waar we veel van hadden voorgesteld maar uiteindelijk niets was, maakten een wandeling naar de Rainbow Falls en brachten de rest van de ochtend door op het strand. Savonds parkeerden we onze caravan op een gratis parkeerplek aan het strand, waar we aan het einde van de dag nog een bijzondere hike hebben gemaakt. De parkeerplek was ideaal en vrij rustig met twee andere campers. Een stel had zelfs hun kat meegenomen op reis, welke rustig zat te genieten van het zonnetje. De kat leek alles helemaal prima te vinden en Kas en ik hebben dus geconcludeerd dat Bee príma mee kon in de backpack. Weten we dat in ieder geval voor onze volgende reis ;-).

Nadat we donderdagochtend ons ontbijtje hadden gegeten op het strand zijn we naar Auckland doorgereden. Hier regelden we donderdag en vrijdag onze laatste dingen voordat onze reis naar het volgende continent begon.

 

We hebben zó genoten van dit bijzondere land. Elke dag zaten we weer vol bewondering naar de natuur te kijken, het was alsof we elke dag in een sprookje reden. Het doorreizen naar een ander land blíjft een lastige voor mij, ook dit keer stap ik met een brok in mijn keel het vliegtuig in. Maar we gaan op naar een nieuw avontuur. Een nieuw continent. Een nieuw land. Het land van de tango. Argentina, we’re on our way.