Dag 75- 84. Hanoi, Halong Bay & Hoi An (Vietnam).

17 juni t/m 21: Hanoi. 

Samen met Ralf en Casper – twee Nederlandse jongens die we op de boot hebben leren kennen – vlogen we naar Vietnam. Land nummer 7! We hebben op het vliegveld van Hanoi langer op onze visums moeten wachten dan dat we hadden gevlogen. Ook een taxi uitzoeken nam nogal wat tijd in beslag. Het hotel dat ons zou komen ophalen was nergens te bekennen en dus besloten we zelf maar iets te regelen. Nou, dat was nog wel een opgave. We zijn heel wat taxi’s in en uitgestapt – de bedragen die ze vroegen waren veel te hoog – en ik had zomaar het idee dat die locals het maar wat grappig vonden.

De kennismaking met Vietnam verliep dus niet heel soepel. Door het ‘toeristen plagen’ begonnen de Vietnamezen bij mij op -1 achterstand. Geen zorg, daar kwam al snel verandering in zodra we het hotel kwamen binnen lopen. Wat een lieve mensen. Ze kwamen daarnaast met het nieuws dat ze ons geüpgraded hadden. We kregen een kamer met twee kingsize bedden – waarom ook niet? – en een eigen dakterras. Dit werd drie nachten príma vertoeven.

Na een snelle douche en springend van het ene bed op het ander – waarom zullen ze het er anders neergezet hebben? – liepen we samen met Casper en Ralf naar de ‘bbq en bierstraat’. En dat lopen is nog wel een dingetje hier in Hanoi. Scooters zijn overal en de enige verkeersregel die ze hebben is zoveel mogelijk toeteren. Overal en naar iedereen. Alle inwoners zitten ‘s avonds op hun stoeltje buiten te eten en in de ‘bbq en bierstraat’ was het niet veel anders. We zaten nog niet op ons krukje of een vrouw met een microfoon en cameraman kwam naar ons toesnellen. Of we niet iets over het EK konden vertellen. Ze was sportjournalist voor de tv en was opzoek naar westerse mensen. We hebben haar een paar keer duidelijk gemaakt dat ons land helaas niet mee speelt, maar dat scheen haar niet veel uit te maken. Ik sprong mooi even áchter de camera – want ik en voetbal…. ach – en liet de mannen het woord doen.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend had Kas wat problemen met z’n maag en besloot ik alleen de stad in te gaan. De sfeer in Hanoi is zo relaxed, leuk en fijn en het stikt er van de leuke koffietentjes en restaurants. Je kunt hier uren en dagen rondlopen zonder je te vervelen. Het oversteken is weliswaar met gevaar voor eigen leven en zo gebeurde het dus ook dat er een moment kwam dat er wel 20 scooters om mij heen stonden. Het was een merkwaardig punt waar drie wegen veranderden in 1 – en oké ik liep een beetje te dromen. Ik stak over en ineens kwamen er overal scooters vandaan. Best even schrikken maar gelukkig konden de bestuurders er de lol wel van in zien, sterker nog: ze zaten smakelijk te lachen. Zo’n blondine met 3 meter been die denkt even over te steken.

21 juni t/m 23 juni: Halong Bay

This slideshow requires JavaScript.

Op vier uur rijden van Hanoi ligt het mooie en bekende Halong Bay. En dus reden we hier maandag naartoe. We hadden een drie daagse boottrip geboekt welke ons langs de mooiste plekjes van Halong Bay zou varen. Voordat we de bus in stapten kregen we te horen dat we waren geüpgraded naar een vier sterren boot – dat upgraden is wel een rode lijn binnen onze reis vind je niet? – maar verzochten ons vriendelijk hier niets over te vertellen tegen de medereizigers. Maar natuurlijk. Met een klein bootje werden we naar onze boot gebracht en werden we verwelkomd met een wel heel bijzondere lunch. We hadden een buffet in gedachten – met ons hoofd nog bij de 0-sterren cruise – maar ons stond geen 2, geen 3, geen 4 maar een víjf gangen lunch te wachten.

Ook met de kamers was niets mis. Een goed bed, een stortdouche en zelfs aan airco was gedacht. Vrijwel direct na de lunch zijn we gaan Kayakken en het is gewoon bijna onvoorstelbaar hoe mooi het is. ‘S avonds kregen we wederom een 5-gangen diner voorgeschoteld en we sloten de avond al biertjes drinkend af op het dek. En die biertjes dronken we niet zomaar. Nee, er moest namelijk hóógnodig geproost worden. En wel op het nieuwste, kleinste familielid. Op de boot kregen wij namelijk te horen dat het kindje van Roos en Michiel is geboren en dat maakt ons tante en oom. En trots. Heel trots. Want je wist het misschien niet: maar het is het knapste jongetje van de wereld.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend werden we vriendelijk verzocht om voor zevenen aan het ontbijt plaats te nemen want om 7.30 begon de excursie naar de grotten. Het werd een hike, dus werden wandelschoenen sterk aanbevolen. Ralf en Cas hadden helaas het ontbijt gemist en daarmee ook de boot naar de grotten. Gelukkig werden ze een paar minuten later alsnog hiernaartoe gebracht. Alhoewel..gelukkig? In de grot liepen tientallen, nee honderden toeristen. Die hike was een lullig trappetje naar boven en vrolijk vertelde onze gids over de vormen van de grot en wat het allemaal voorstelt (een oude mam, een kussende vrouw, een schildpad, etc). Gelukkig hebben ze daarna alles weer goed gemaakt. Een kleiner bootje bracht ons namelijk naar Cat Ba Island, een paradijsje tussen alle rotsen. Cat Ba bestaat uit een hagelwit strand, blauwe zee, een paar hutjes en 1 restaurant. Je begrijpt: de rest van de dag deden we hélemaal niets.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend was het gedaan met de pret en werden we weer afgezet aan de kust. Het was tijd om Cas en Ralf gedag te zeggen en ons klaar te maken voor een lange, lange reisdag. Deze begon met een 4 uur durende busrit terug naar Hanoi, 4 uur wachten op de trein en een 15 uur durende treinreis naar Hoi An. Aan slapen in de trein zijn we inmiddels redelijk gewend en de bedden waren redelijk comfortabel. Desalniettemin ben je na zo’n reis redelijk gesloopt. De laatste paar uur deelden we de coupé met 2 meiden uit Vietnam. Met handen en voeten konden we met elkaar communiceren en apetrots waren ze toen we foto’s maakten van de uitzichten. Zodra we bij ons eindpunt waren hielpen ze ons met de backpacks en zwaaiden ons nog even na.

23 juni t/m 26 juni: Hoi An

Iedereen die we hebben gesproken was dól enthousiast over Hoi An. ‘Een stadje om verliefd op te worden’, ‘zo romantisch’, ‘leukste plek van Vietnam’. Toch hadden we ons niets bij Hoi An voorgesteld, of ons ook maar ergens op verheugd. Dat is 1 ding dat we hebben geleerd tijdens onze reis: dan kan het alleen maar tegenvallen.

image

In Hoi An hadden we een Homestay geboekt. We werden opgehaald van het treinstation en bijna knuffelend ontvangen. Een drankje stond al voor ons klaar en trots liet ze ons de kamer zien. Na het warme ontvangst hebben we tóch nog even een siësta gehouden – slapen in de trein is oké, maar toch breekt het je op.

‘S avonds liepen we naar het ‘oude centrum’ en aten we bij Nu Eatery. Mocht je een keer in Hoi An zijn, dan moét je hier naartoe. Mensen stonden in de rij te wachten op een tafeltje, en na afloop begreep ik waarom. Nog nagenietend van het eten liepen we terug naar het hostel. Overal mensen, de mooiste winkels en in alle bomen gekleurde lampionnen. Eenmaal in onze kamer lagen er koekjes op bed en een briefje waarop ze ons ‘a goodnight’ wenste. Wat een schat.

Vrijdagochtend stapten we op de fiets – want fietsen doet iedereen hier in Hoi An – en gingen we naar het strand. Het idee dat we naar het strand konden fietsen in een half uurtje maakte mij zo blij als ‘n kind. De stranddag was voor ons allebei het ideale relaxmoment. Je zult het namelijk bijna niet geloven, maar reizen is best vermoeiend. Deze fijne dag sloten we af bij The Hill Station waar ze kaasplankjes en rode wijn hadden. Waren we zomaar even in Parijs.

Zaterdag liepen we een dagje door de stad en liepen we van het ene leuke koffietentje naar het ander. En ook aan smoothies met chiazaad en verse yoghurt geen gebrek – voor degene die mij kennen weten hoe gelukkig ik daar van word. De mensen die zeggen verliefd te zijn geworden op deze stad.. ik geef ze geen ongelijk. Deze stad heeft alles dat je nodig hebt, plus een beetje extra.

Ik had helemaal geen zin om weg te gaan uit Hoi An. Ik kon hier nog dagen, misschien wel weken blijven. En toch was het zondagochtend tijd om gedag te zeggen tegen deze fijne stad. Met een verrassingspakketje van onze Homestay – want we hadden zo’n lange reis voor de boeg – stonden we om 6 uur op het treinstation. Onze trein vertrok om 7 uur en naar verwachting zouden we om 22 uur aankomen in Mui Né. We hadden ons voorbereid op een barre tocht, want we hadden gekozen voor een 6-persoons coupé en wij hadden de bovenste bedden. Of nouja, gekozen… Het waren de laatste 2 bedden. En de trein was nu eenmaal het goedkoopst.

This slideshow requires JavaScript.

In onze coupé verbleef een familie met 5 kinderen. De bovenste bedden zaten nog nét niet tegen het plafond aan en we konden ons er net onder wurmen. De bedden waren plankjes en zitten kon dus niet. Op je zij liggen was al een heel avontuur, straks kwam je nog klem te zitten. En dan heb ik het nog niet over het wc avontuur. Kijk, dat de wc’s vies zijn, daar maken wij geen enkel punt meer van. Neus dicht en hangen maar. Nee, het avontuur bestond uit je bed uit klimmen, en er weer ín zien te komen. Terwijl je je in je bed probeert te proppen, na eerst 10x op benen en tenen te hebben gestaan van de onderburen, moet je ook nog de muizen zien te ontwijken. Ja heus. Zodra de trein om 22.30 arriveerde waren we beiden meer dan blij en opgelucht, bijna rennend kwamen we de trein uit.

Mijn opa zei altijd ‘echte reizigers zeuren niet’. En we hebben naar ‘m geluisterd. We hebben gelachen, en hard ook. We wilden tenslotte zelf goedkoop reizen. Dan zul je ‘m krijgen ook.

Dag 67-75. Pak Beng, Luang Prabang, Vang Vieng & Vientiane (Laos)

9 juni: Pak Beng

Na de Gibbon Experience wilden we naar Luang Prabang en besloten dit met een 2 daagse boottocht over de Mekong te doen. Met Franzie en Daniel – waarmee we de Gibbon Experience hebben gedaan – klikte het goed en dus besloten we een stukje samen te reizen. In de boot stonden busstoelen en in eerste instantie hadden we prima de ruimte. Toen bleek dat alle stoelen bezet waren en er nog een groep van 30 buiten stond te wachten gingen ze in de weer met nieuwe busstoelen. Er werd geschoven en met een beetje passen en meten hoefden er uiteindelijk maar 10 mensen te staan. Het was tenslotte maar een bootritje van 7 uur. Al met al viel het mee. Op de boot zaten alleen maar reizigers en met name de Spanjaarden, Schotten en Engelsen voerden de boventoon. Het verbaasde ons dus ook niet dat binnen een uur iedereen vrolijk stond te borrelen en te roken.

De boot stopte die avond in Pak Beng, vanuit hier ging de boot de volgende dag weer verder. Pak Beng bestaat uit 1 straatje en is volledig afgestemd op de boot. Want je denkt toch niet dat de boot er écht 2 dagen over doet? Dat kan heus in 1 dag. De overheid vond het echter een goed plan om de stop in Pak Beng te maken, zodat ook deze inwoners aan het toerisme kunnen verdienen. Zodra de boot aankomt staat iedereen klaar met kamersleutels, liggen de vers gebakken croissants op de toonbank en is de koffie warm. Wanneer de boot vertrekt, sluit iedereen de hotels en restaurantjes weer en is het een idyllisch straatje.

De volgende ochtend besloten we vroeg naar de boot te gaan om zeker te zijn van een plekje. Twee jongens uIt Chili maakten zich hier niet zo druk om. De boot vertrok om 9 uur en deze fijne gasten kwamen om 8.50 aanhuppelen met een behoorlijk katerhoofd. 1 van deze twee bedacht om 8.55 dat ‘ie tóch nog een ontbijtje nodig had en huppelde vrolijk nog even het ‘dorpje’ in. Dat vervolgens de hele boot op hem zat te wachten maakte hij goed met een gulle glimlach en een kleine buiging.

This slideshow requires JavaScript.

Die slimme Aziaten hadden gelukkig van 1 boot 2 boten gemaakt en zo konden we bijna liggend genieten van de boottocht. Dat genieten sloeg aan het einde even om in lichte paniek. De stroming op de Mekong is sterk en pardoes stopte het stuur van onze kapitein ermee. De bemanning wist niet hoe snel ze de zwemvesten aan moesten trekken – want dat zwemmen is nog wel een dingetje – en ook de locals op de boot raakten in paniek. Doordat de kapitein niet meer kon sturen, kon hij niet meer doen dan toekijken terwijl onze boot werd meegesleurd in een draaikolk en ons tegen de rotsen aan sloeg. Gelukkig was daar de tweede boot die nog prima in orde was en bracht onze boot naar de kust. De opluchting was van de gezichten af te lezen en een uur later was de boot gemaakt en konden we verder.

10 juni -13 juni Luang Prabang

De stad Luang Prabang had meteen een heel fijne sfeer. Overal hingen lichtjes en lampionnen in de bomen en op elke hoek van de straat kwamen we wel weer iemand tegen van de boot. Voor het eerst hadden we echt het gevoel niet meer ‘alleen’ te reizen.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend besloten we met zijn vieren scooters te huren en naar de watervallen te rijden – uiteraard had iedereen van de boot hetzelfde idee dus het was wederom groot vermaak. De rit ernaartoe was zó mooi, ik verbaas mij nog steeds elke minuut over de mooie natuur van Laos. De watervallen waren het bezoek meer dan waard.

image

In Luang Prabang – en omgeving – leven veel monniken. ‘S ochtends bij zonsopgang gaan de monniken de straat op om eten te halen. Lokale inwoners zitten om half 6 aan de rand van de weg met eten om dit vervolgens aan de Monnikken te geven. Ook wij hadden een schaal met eten gekocht en zaten braaf om half zes te wachten. Met een lange broek en een shirt dat mijn schouders bedekt zat ik nog even de regels door te nemen die ik had gelezen: kijk ze niet in de ogen aan – want ze zitten in hun meditatie – zorg dat je altijd lager bent dan de monnik en zit dus op de grond, praat niet en gebruik geen flitser. Voordat we het wisten kwamen er tientallen monniken aanlopen met grote bakken waar we het eten in konden doen. Het voelt zo onnatuurlijk om iemand iets te geven en niet aan te kijken. En dus, nouja, deed ik dat een paar keer per ongeluk. Maar ik was de enige niet, zij keken mij óók aan en glimlachten zelfs naar me. Hé maar dat stond niet in de regels. Het was bijzonder om zoveel monniken bij elkaar te zien en getuige te zijn van dit ritueel, maar of ze nou ook echt in hun meditatie zaten? Ik vraagt het mij af. Toen we diezelfde dag zaten te lunchen las ik een stukje over dit fenomeen waarin ze vragen alsjeblieft geen eten voor de monniken te kopen. Dat is het werk van de locals en niet van de toeristen. Wij dachten respect te tonen door juíst iets voor ze mee te brengen. Tsja, soms is het lastig het goede te doen in een geheel nieuwe cultuur.

13 juni – 14 juni Vang Vieng

Maandag hebben we een privé busje gepakt naar Vang Vieng, best luxe zo met z’n viertjes reizen! De rit was 4 uur en met mijn zwakke blaas red ik dat uiteraard niet in 1 keer. Ik keek onze chauffeur Pan lief aan en vroeg of hij niet ergens kon stoppen. Jawel: hij stopte wel even bij een marktje. Ik verheugde mij op het toilet, maar óók op het marktje. Wie weet hadden ze wel fruit of iets anders lekkers. Niets bleek minder waar. Deze markt was om te húilen. En nee, niet omdat de groenten en fruit die ze verkochten er slecht uit zagen. Wás dat maar het geval. Op deze markt lagen honderden hoorns van neushoorns, aapjes aan kettingen, schildpadden met z’n 20en in een hokje, berenkoppen, beren ballen (ja sorry, ik heb het ook niet bedacht), berenpoten, geitenkoppen.. Echt waar, je kan het zo gek niet bedenken en het ligt er. Ik werd gek. Kas had zijn camera al in de aanslag maar daar staken deze mensen mooi even een stokje voor. Zo slim waren ze dan wel weer. Deze dingen zie je vaker in Azië. Echt, als je nog niet vegetarisch bent dan word je het hier wel. Geloof mij maar.

This slideshow requires JavaScript.

Enfin. We zijn uiteindelijk veilig en wel aangekomen in Vang Vieng. Bij aankomst was het allereerst lastig een hostel te vinden dat níet volledig in het teken staat van het partyen. Deze missie is niet helemaal geslaagd en onze nachtrust was niet al te best, maar we zijn inmiddels wel wat gewend.

Vang Vieng staat bekend om het tuben (met banden de rivier over en alle kroegjes af) en om de hoeveelheid doden die hierbij vallen. Sommige mensen zijn zo dronken dat ze zelfs verdrinken in een rivier van een halve meter. De eerste avond besloten Kas en ik eens een kijkje te nemen in de Sakura Bar en ineens wisten we waar alle toeristen na het tuben heen gaan. Ik heb nog nooit zoveel gekken bij elkaar gezien. Zo weinig mogelijk kleding – terwijl er toch echt overal borden op straat staan waar ze vriendelijk verzoeken rekening te houden met de cultuur van Laos – en hoe lammer hoe beter. Het was fascinerend. We hebben wel 6 mensen naar buiten gedragen zien worden omdat ze niet meer konden lopen. Totaal van de wereld en sommige mensen al kotsend op de stoep aan hun lot overgelaten.

In Vang Vieng is eigenlijk niet veel meer te doen dan drinken en tuben maar na een beetje zoek en vraagwerk kwamen we uit bij een Kayak tour. De volgende ochtend scheen wederom het zonnetje – van het regenseizoen in Laos hebben we níets gemerkt – en peddelden vrolijk door de mooie rivier. Wederom waren we verbaasd over de natuur, het is zó onvoorstelbaar mooi. Ja sorry, het is echt mooier dan alle landen bij elkaar die we tot nu toe gezien hebben.

15 juni – 17 juni Vientiane
En van Vang Vieng reden we door naar Vientiane, de hoofdstad van Laos. We vonden hier een schattig hostel dat gerund wordt door een familie. De bedden waren hard, het ontbijt niet te eten, maar die mensen.. Alles wordt voor je geregeld, zelfs het printen van 10 documenten gebeurd gratis en met alle plezier. Ja. Laos is niet alleen het mooist, maar de inwoners zijn ook het allerliefst.

This slideshow requires JavaScript.

In Vientiane bezochten wij Cope. Geen idee wat ik mij daarbij moest voorstellen, want ik had mij niet in gelezen. De ochtend begon met een video waarin werd uitgelegd wat Cope doet en waarom. Tijdens de Vietnamoorlog lag een heel belangrijke route voor de Vietnamezen in Laos: de Ho Chi Minh route. Omdat ze via deze weg belangrijke spullen vervoerden, bombardeerden de Amerikanen deze route. Maar ook wanneer ze met vliegtuigen over Vietnam vlogen om bommen te gooien, kwam het regelmatig voor dat ze nog bommen over hadden. Landen met deze bommen was voor hun geen optie, te gevaarlijk. En dus lieten ze het los boven Laos. Zo geschiedde het dat Laos het meest gebombardeerde land ter wereld is ondanks dat niemand ooit de oorlog aan ze verklaard heeft.

Veel bommen liggen vandaag de dag nog onder de grond en vormen een grote bedreiging voor de omwonenden. Laos telt 46 gebieden, 41 hiervan hebben te maken met deze bedreiging. De boeren hebben 2 opties: het land op met gevaar voor eigen leven, of dood gaan van de honger. We zagen vaders en moeders die een vuurtje aan het maken waren, en geen idee hadden dat hieronder een bom lag. Die nu blind zijn of armen zijn verloren, geen toekomst meer hebben en hun kinderen nooit meer kunnen zien of vasthouden. Kinderen die aan het spelen waren in de tuin en nu geen beentjes meer hebben. Of er gewoonweg niet meer zijn. Cope helpt de mensen die gewond zijn geraakt en helpt ook de bommen te zoeken en onschadelijk te maken. Helaas is dit een project van járen en is deze nachtmerrie nog lang niet voorbij.

Ik was redelijk ontdaan van deze verhalen. Al 1,5 week waren we aan het spelen en feest aan het vieren in Laos en we hadden geen idee dat zoiets groots en verdrietigs zich hier afspeelt. Een land zo mooi als Laos heb ik nog niet eerder gezien. Maar het is ook een land met de meest bijzondere inwoners: zoveel angst, zoveel verdriet en dan toch zo blij, lief en gastvrij. Daar kunnen wij verwende Nederlanders nog heel wat van leren.

image

Twee weken geleden waren het nog vreemden, inmiddels zijn het echte vrienden geworden. De lieve Daniel en Franzie. Ontbijten, lunchen, avondeten, excursies.. álles hebben we de afgelopen weken samen gedaan. En toen kwam het punt van gedag zeggen. Zij naar de Filipijnen, wij naar Vietnam. Op naar Hanoi!

Dag 57 – 66. Chiang Rai, Chiang Khong (Thailand) & Huay Xai (Laos)

31 mei t/m 2 juni: Chiang Rai.

Na Chiang Mai kun je best stellen dat we een beetje verwend waren. Deze stad stikte namelijk van de leuke koffietentjes, het lekkere eten en de schone en betaalbare hostels. Dat Chiang Rai daarom een beetje tegenviel was dus echt de schuld van Chiang Mai. Bij aankomst moesten we allereerst hoognodig wassen. In Nederland houdt dit in dat je meeste kleding vies is. Maar hier betekent het dat je écht niets meer hebt om aan te trekken. Dat viezige shirt waar je al vier dagen in loopt wás al vies en tsja, soms wordt ondergoed stiekem voor 1 dag binnenstebuiten gekeerd – gadver zeg, is dit nog steeds dezelfde ik? Anyway. Deze opdracht bleek nog aardig lastig want van wasserettes hadden ze hier niet gehoord. Gelukkig vonden we 1,5 km verder onze redding. We moesten hiervoor wel diep in de buidel tasten want het kostte potdikkie 4 euro voor alle was. Tsja, ik zei het toch. We zijn verpest.

De eerste avond hebben we ons prima vermaakt bij een travestieten bar samen met twee Ierse jongens. Deze avond is wel weer gebleken dat ik te snel een oordeel heb over mensen. Zo dacht ik dat één van deze Ieren een beetje een suffe gast was. Oké, ik dacht dat het een ontzettende nerd was. Maar na 5 minuten had hij dat hele idee weggeblazen. Het bleek de meest enthousiaste, gekke en sociale jongen te zijn die we tot nu toe ontmoet hebben.

Echt veel te doen is er niet in Chiang Rai, maar de witte tempel is wel iets dat je gezien moet hebben. Vol enthousiasme hebben Kas en ik een mountainbike tour geboekt en dat pakte nét iets anders uit dan ik in mijn hoofd had. Het regende zoals ze dat alleen in Azië kennen. Ons is wijsgemaakt dat er ‘af en toe een buitje valt’ tijdens het regenseizoen maar dat is dus een ontzettende grap. Het kan hier dagen regenen alsof de wereld vergaat. Maar de tour was geboekt, onze gids had er zin in en de poncho’s lagen klaar. We konden er niet meer onder uit. Er ging gefietst worden. De landschappen waren heel mooi en indrukwekkend en het was echt fijn om weer te fietsen. Maar die régen. Ik heb best wat af gemopperd op de fiets en was blij toen de witte tempel in zicht was. Je raadt ook wel wat er gebeurde toen we er eindelijk waren hé? De gietende regen trok inderdaad weg en de zon begon te schijnen. Lachen man, dat Thailand.

3 juni t/m 4 juni: Chiang Khong
Vanaf Chiang Rai hebben we voor 65 Bath (40 Bath is een euro dus reken maar uit) de bus gepakt naar Chiang Khong, een plaatsje net voor de grens van Laos. Deze 3 uur durende busrit was de leukste ooit. De deur wordt opengelaten, de ramen staan open en je hobbelt door de mooiste landschappen.

Chiang Khong bestaat zo ongeveer uit 1 straat en er is niets te doen. De avond hebben we al gin tonic drinkend doorgebracht samen met een Nederlandse man en sliepen we in een heel hip en leuk hostel. Dat hadden ze dan weer wél in Chiang Khong.

5 juni t/m 9 juni:  Huay Xai – Laos
Vanaf Chiang Khong hebben we de Tuktuk gepakt naar de grens en na een check van 2 bijzonder jolige douaniers stonden we zomaar in Laos. Huay Xai ligt op 10 minuutjes van de grens en wordt om twee redenen bezocht: de Gibbon Experience en de boottocht naar Luang Prabang over de Mekong. Want ook hier is verder niks te beleven. We hadden niets geboekt en gingen op de bonnefooi opzoek naar een gezellig hostel. Want; die hadden ze overal wel – dachten we. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij het Friendship hotel – dit klinkt mooier dan het is, geloof me. De eigenaar sliep op de bank voor de deur en de kamers waren donker, viezig en de bedden… Nouja. We waren blij toen het maandagochtend was zullen we maar zeggen.

Maandag begonnen we met de Gibbon Experience. Op aanraden hebben we deze driedaagse tour in de jungle geboekt maar ik was er nog niet heel zeker van. Geen idee wat ons te wachten stond en ik was bést een tikkie nerveus kan ik je vertellen. Na een drie uur durende autorit stopten we in een klein dorpje en begon onze eerste 2 uur durende hike. Daar kregen we onze zipline uitrusting en werden we verdeeld in 2 groepen. Één groep bestond uit schreeuwende Amerikanen en Canadezen en onze groep bestond uit een Zwitsers stel: Franzie en Daniël en een stel uit Nieuw-Zeeland: Vicky en Thomas. Onze boomhut bereikte je door erheen te ziplinen – met bibberende knietjes de eerste keer maar vol enthousiasme alle andere honderd keren – en was het allercoolste dat ik ooit heb gezien. Het bestond uit 3 verdiepingen en aan alles was gedacht. Matrassen, klamboes, dekens, drink water én een buiten douche.

image

De rest van de middag zijn we samen met Daniël en Franzie gaan ziplinen. De uitzichten waren zo bijzonder mooi en het was heel gek om zo boven de mooie jungle te vliegen. Vicky en Thomas bleven liever in de boomhut. Bij nader inzien hield Vicky niet zo van insecten en had ze toch best wel heel erg hoogtevrees. Ons avondeten werd – uiteraard- met de zipline gebracht en de nacht in de boomhut was heel bijzonder. Ik dacht continu dat er ‘heus echt wel een luipaard in de boomhut liep’ en hield Kas wakker terwijl ik weer een ander merkwaardig jungle geluid hoorde.

This slideshow requires JavaScript.

We waren een beetje teleurgesteld toen het weer met bákken uit de lucht kwam toen we wakker werden, maar gelukkig ging dit al snel over in zachte regen. Vicky en Thomas besloten wederom in de boomhut te blijven – want tsja, die regen – en samen met onze Zwitserse vrienden en de gidsen gingen we de hele dag op pad. Onderweg kwamen we de andere groep weer tegen en dat pakte iets minder gezellig uit voor Franzie. Ergens in de jungle is een stuk waar 2 ziplines uitkomen. Wanneer je hier naartoe ziplined, sta je op een platform tegen de boom aan – en je staat hoog, heel hoog. Uiteraard ben je áltijd gezekerd, maar toch. Franzie stond te wachten op het platform en één van de Amerikaanse chicks komt vrolijk aan zippen en beukt Franzie opzij – gelukkig was daar de boom en hield ze er niet meer dan een bult en de schrik aan over. Tsja, de Amerikaanse had een waterfles in haar hand en kon dus niet remmen, sorry man.

Nadat we uitgespeeld waren in de jungle zijn we terug gegaan naar de boomhut. Terwijl ik mijzelf vast maakte aan de kabelbaan hoorde ik Vicky hard – maar als Vicky geluid uit brengt is het écht hard – en lang gillen. Een beetje zorgelijk zipte ik de hut binnen en vond ik Vicky met een bloedzuiger op haar hand. Springend en krijsend door de hut. Dat wij er al een stuk of 10 hadden gehad die dag leek haar niet gerust te stellen en ze heeft vervolgens de boomhut wel 4 keer gepoetst.

De laatste ochtend werden we wakker gemaakt door het geluid van de Gibbons. Als een stel kleine kinderen hebben we op krukjes naar buiten zitten kijken, wachtend op de Gibbons. En daar waren ze. Zó bijzonder. Deze dieren worden met uitsterven bedreigd en wij hebben zeker 2 uur lang van tientallen Gibbons kunnen genieten. Jup. Onze Gibbon Experience was geslaagd.

Tranen met tuiten toen we de boomhut moesten verlaten en terug moesten, kwamen we onderweg wederom de andere groep tegen. Één van de meiden lag inmiddels op een brancard want ze was vergeten haar rem te gebruiken en had hierbij haar enkel gebroken. En da’s zuur. Ze moest nog 2 ziplines en zéker 6 kilometer terug. Op een brancard is ze de berg afgedragen maar toen we op de helft waren moesten de gidsen toch echt nog even ontbijten. Haar reispartner maakte daar niet zo’n punt van maar ik weet wel wat ik gedaan had. Die gekken eens even bij hun nekvel gepakt en gezorgd dat ze Kas welnú naar beneden droegen. En snel een beetje.

De Gibbon Experience heeft alle verwachtingen overtroffen en het is voor het eerst sinds onze trip dat ik drie dagen nérgens over nadacht. En stiekem.. Stiekem vond ik dit het allerleukste van onze reis tot nu toe. Oh dus echt, als je naar Laos gaat moét je dit doen. En dan spring ik stiekem in je backpack.

Dag 43 – 57. Phuket & Chiang Mai – Thailand.

16 mei – 25 mei: Phuket

En van het Engels gaan we toch weer over op het Nederlands. Lang zitten dubben, maar in het Nederlands kan ik toch iets beter en soepeler uit de voeten dan in het Engels.

Terugkijkend op ons verblijf in Phuket beseffen wij ons dat dit het langste verblijf in een stad tot nu toe is – een record – 10 dagen. Te lang, als je het ons vraagt. Gelukkig hadden we de duurste stad van Thailand uit gekozen om hier eens lekker 10 dagen te vertoeven ;). Na het bezoekje aan het Bangkok ziekenhuis voor Kas zijn been waren we allebei blij dat we naar Phuket waren gereisd. Kas is toch een tikkie leuker met 2 benen en nu kreeg hij eindelijk de juiste medische zorg.

Ook het hotel was een bijzonder aangename verrassing. We hadden een ‘standaard’ kamer geboekt in het Chanalai Flora Resort maar werden verrast door manager Joy met een upgrade. En wat voor één! Een eigen balkon, een kingsize bed, een stortdouche en een bad.. Wát een luxe voor deze twee arme backpackers!

Naast om de dag een bezoekje aan het ziekenhuis, was Kas niet heel mobiel te noemen. Daarom was ik vooral bij het zwembad te vinden. Je kent het wel: beetje boekjes lezen, zwemmen..

This slideshow requires JavaScript.

Zondag voelde Kas zich goed genoeg voor een dagje cultureel Phuket en dus boekten we een tour via ons hotel. We hadden specifiek gevraagd voor een tour waarbij je niet teveel hoeft te lopen en het was dus ook niet echt een verrassing dat we in een busje vol bejaarden werden gezet. We bezochten de Big Buddha, de Chinese tempel, de Cashwenutfactory, de Honeyfactory en reden naar een prachtig view point. Onderweg maakten we ook nog een stop bij een baby olifantje. Toeristen konden de baby eten geven en als dank deed ze een paar kunstjes. Dat het arme beestje aan de ketting zat en slechts 1 meter bewegingsruimte had scheen de touristen niets te interesseren.

Maandag kregen we het goede nieuws te horen dat de dokter de wonden ging hechten. Zo blij we op het moment zelf waren – want dat betekende dat we weer verder konden met onze reis – zo veel pijn had Kas in de avond. Gelukkig konden we elkaar dinsdag de hele dag vervelen in bed, want ik had een voedselvergiftiging opgelopen maandagavond. Ik wist van gekkigheid niet meer wat voor en achter was en als twee zielige poppetjes realiseerden we ons dat dit wel het ideale hotel is om ziek te zijn – beter dan op een dorm met 12 mensen;).

Woensdag waren we gelukkig allebei weer redelijk op de been en vlogen we in de middag naar Chiang Mai.

25 mei tm 31 mei: Chiang Mai. 

In Chiang Mai waren Kyle (Canada) en Susan (New York) twee van onze kamergenoten. De enthousiaste New Yorkse foodie nam ons gelijk mee op sleeptouw en zo kwam het dat we op onze eerste avond al 4 ‘High Recommended Places’ hadden uitgeprobeerd. Ze zeggen wel eens dat NYC de stad is die nooit slaapt, maar ik krijg zo de indruk dat hetzelfde geldt voor haar inwoners. Wanneer onze laatste hap nog in onze mond zit, stond Susan alweer jubelend op om naar de volgende plek te huppelen. Ze ratelde vrolijk door – vooral over zichzelf – en vertelde van alles over de stad. Niet dat ze er al vaak is geweest overigens, dit is haar eerste keer en ze is diezelfde middag aangekomen. Dat ze vooral over zichzelf praat, verbaast ons allang niet meer. Reizigers – en dan met name uit de USA en Canada – praten dolgraag over zichzelf en hun ervaringen, maar weten na 2 dagen nog helemaal niets over ons.

This slideshow requires JavaScript.

We bezochten hier 2 verschillende tempels. Doi Suthep en Wat Umong. De eerste is een bekende, grote tempel boven op de berg en is indrukwekkend mooi en erg toeristisch. De tweede is iets minder bekend en we waren dan ook de enige aanwezigen. Deze tempel is anders dan alle anderen die wij hebben gezien, deze is namelijk ondergronds en wordt niet meer onderhouden. De tuin staat vol vervallen buddha beelden. Lopend door de tunnels, langs de buddha beelden en door het bos, heeft deze tempel een bijzondere, sprookjesachtige sfeer.

In Nederland ben ik dol op de food festivals en zo blij als een kind was ik toen we een look-a-like Rollende keukens tegen kwamen. Tientallen foodtrucks, lampjes in de bomen, live muziek en ze hadden sushi. Súshi. Kun je je voorstellen hoe blij ik was?

This slideshow requires JavaScript.

Vrijdag mochten we na 1,5 maand éindelijk weer in de keuken staan. Met iets andere ingrediënten dan ik normaal gewend ben, gingen we aan de slag met een aantal Thaise recepten! Op een organic farm, tussen alle verse groenten en fruit, kregen we les van de hilarische Wass. Thaise mensen spreken de ‘r’ uit als een ‘l’, dat zijn we inmiddels wel gewend, maar dat maakte de opmerkingen van Wass extra grappig.

This slideshow requires JavaScript.

Als echte koffielovers moésten we een koffie drinken bij Ristr8tto en dus begonnen wij ons weekend hier. Degene die hier de koffietjes bereidt is de latte art kampioen van de wereld en maakt de mooiste en lekkerste koffietjes. De koffiekaart is dan ook indrukwekkend te noemen. De buurt waar Ristr8tto zich bevindt is rondom Nimmanhaemin Road, is een uur lopen van het oude centrum – waar wij verblijven – en is een verrassend hippe wijk vol met leuke restaurantjes. Dat deze wijk amper genoemd wordt in de naslagwerken verbaast ons, het is heerlijk om hier een dagje rond te lopen en te genieten van de mooie huizen en hippe barretjes. We sloten de dag af met een wedstrijdje Thai boksen. Kas wilde hier dolgraag naartoe en ik was nog niet helemaal overtuigd. Ik zag horrorbeelden voor me van in het rondvliegende tanden en bloederige gezichten, gelukkig viel dat wel mee ;-).

This slideshow requires JavaScript.

Iets waar ik al een tijdje naar uitkeek was het bezoek aan de olifanten. In Phuket hadden we al kennis gemaakt met iets waar ik bang voor was: olifantentoerisme. Toeristen die op olifanten rijden, olifanten aan de ketting, baby olifantjes die kunstjes doen voor fruit en slechts een meter bewegingsruimte hebben. Dat dit heel onnatuurlijk is en dat de olifanten er slecht en ongelukkig uit zien schijnen veel toeristen niet te zien en dus is het een fenomeen dat blijft bestaan. Wij bezochten Elephant National Park waar mishandelde olifanten worden opgevangen, de juiste medische zorg krijgen en vrij kunnen rondlopen. De dag begon met een vrij heftige introductie. Een documentaire liet ons zien waar de opgevangen olifanten vandaan komen en hoe ze behandeld zijn. We zagen olifanten vastgeketend aan bomen, zelfs de slurf was vastgemaakt. Olifanten die werden doodgeschoten om het baby’tje mee te kunnen nemen. Ruggen zó verbrijzeld omdat toeristen daar zo nodig op moeten zitten – ja, op wat voor manier je ook op de olifant zit, het doet pijn! Wanneer olifanten niet doen wat ze opgedragen wordt, volgt er een haak op het hoofd of oor. Olifanten hebben net zo’n gevoelige huid als de mens – misschien nog wel gevoeliger – kun je nagaan wat een pijn en verdriet deze dieren hebben. We hebben alle vormen olifanten gezien; met halve pootjes door de landmijnen, zonder ogen, zonder oren en volledig onder de littekens. Wij mochten helpen met het wassen, mochten ze voeren en we hebben úren lang naar ze zitten kijken. En nu nooit meer zoiets geks doen hé, anders ga ik ruzie met je maken.

Vlak voor ons vertrek naar Chiang Rai werden de hechtingen van Kas eruit gehaald, weer een stapje in de goede richting! ‘S avonds hebben we dit gevierd met een biertje – want na 18 dagen antibiotica mocht ‘ie eindelijk weer – tijdens de Ladyboy Cabaret Show. We hadden onze trip naar Chiang Mai niet beter kunnen afsluiten. Wat een avond. Gelukkig voor de vrouwen hadden deze ladyboy’s het vooral gemund op de mannen en deze werden vol enthousiasme in de ballen geknepen, op de mond gezoend en het podium opgetrokken.

Chiang Mai, wat ben je leuk. En verdorie, ik ga je echt een beetje missen.