Dag 238 -252. Peru

Arequipa


Arequipa was onze eerste stad in Peru en na Bolivia was dit ineens een hele andere wereld. De stad was schoon, overzichtelijk en de mensen waren vrolijk. Onze eerste dag begonnen we met een rondleiding door Monasteria de Santa Catalina. Een oud klooster waar nog steeds nonnen wonen. Er heerst een fijne rust en er is overal wel iets bijzonders te zien. Mooi gekleurde muren, schilderingen en prachtige tuinen. ‘S avonds aten we bij Hatunpa. Een tentje met een veel te leuke eigenaar die kookt met 6 verschillende soorten aardappel(en wil je geen aardappel, zoals ondergetekende, dan maakt hij iets met avocado voor je). Hoe je die gevuld wilt hebben, mag je helemaal zelf bepalen.

Na een nacht goede slaap (éindelijk) stond ons de volgende dag een chocolade tour te wachten bij Chaqchao, de enige plek in Peru waar ze biologische chocolade produceren. Een vrolijke vent gaf ons eerst een uitgebreide introductie over chocolade, liet ons ‘echte’ en ‘neppe’ chocolade proeven en uiteindelijk mochten we onze eigen chocolade maken. Wat een feest. We mochten met een bak vol gesmolten, warme, pure chocolade aan de slag en hier 24 chocolaatjes van maken. Hetgeen dat overbleef mocht je met je vingers zelf opeten. Je snapt dat ik ervoor heb gezorgd dat er nog genoég over was. Ik was een tikkie misselijk maar dolgelukkig toen de tour was afgelopen en ik met mijn zelf gemaakte chocolaatjes naar buiten liep. Daarnaast kregen we een tegoedbon om daar savonds pizza te eten (ze staan bekend om hun chocolade, pizza en bier). Ze hadden geen normale pizza, maar pizza met een glutenvrije bodem, een purple corn bodem én een keuze uit veel healthy-shit om je pizza te beleggen (dat compenseerde weer een beetje met alle chocolade die we binnen hadden gekregen). Wat een fijne plek!

De volgende dag om drie uur in de ochtend werden we opgehaald voor de Canyon tour. Met een busje vol mensen hobbelden we 4 uur lang over onverharde wegen om vervolgens te stoppen in een toeristisch dorpje. Hier konden we op de foto met lama’s, roofvogels aan een touwtje of met de vrouwen in klederdracht. We besloten dus maar gewoon een rondje te lopen. Nadat we nogmaals een soortgelijke stop hadden gemaakt werden we eindelijk gedropt bij de Colca Canyon. Een canyon die dieper is dan de Grand Canyon en waar je regelmatig een Condor (een van de grootste vogels op aarde, Google maar eens) kunt spotten. Stiekem was dit laatste de enige reden dat we deze tour hadden geboekt. Enigzins teleurgesteld waren we toen onze gids ons vertelde dat dit niet echt het seizoen is om ze te spotten en de kans dus heel klein is. Wel verdomme. We besloten te genieten van het uitzicht en terwijl we met zn tweetjes zaten te mopperen kwam er ineens een bizár grote vogel langs vliegen, recht voor ons. Kas en ik mompelde in koor ‘mijn god, dat is een condor’. Hoe stom we de tour ook vonden, onze missie was geslaagd.

Vanaf de Canyon maakten we nog één laatste stop waar we de mogelijkheid hadden om de thermopools in te duiken. Kas en ik hadden hier niet echt behoefte aan en besloten van het zonnetje en uitzicht te genieten. Na een paar minuten was aan het genieten helaas een einde gekomen. Een boer liep met 2 grote koeien en 2 kalfjes de berg voor ons op. De kleinste van het stel was wat speels en had geen zin om te luisteren. Het bergweggetje waar ze opliepen was echter smal en nadat de boer de kleinste een paar keer flink had geslagen, gebeurde waar we al die tijd bang voor waren. Het kleintje viel van de berg af. De moeder natuurlijk in paniek en ook de andere koeien werden totaal onhandelbaar. Het was een heel gevecht en terwijl wij alweer wegreden lag het kleintje nog steeds stil op de grond met een luid loeiende moeder naast zich.

Eenmaal terug in het hostel gingen we éven in de ontspan modus voordat we naar het busstation zouden vertrekken voor de nachtbus naar Cusco. We zaten nog niet op de bank of Kas riep in alle stress dat we nú naar het busstation moesten. Onze bus ging om 8 uur en op de tickets stond dat we ons een uur van tevoren moesten melden, anders zouden onze plekken vergeven worden. En het was 6.45. Met onze tassen half ingepakt zijn we naar het busstation gevlogen en waren we nét op tijd.

Cusco


Na een rommelige nacht kwamen we op maandag 5 december aan in Cusco. Met wallen tot aan onze knieen liepen we naar het restaurantje Green Point waar we ons lijf een goede vitaminenboost gaven. Aan goede, gezonde restaurantjes geen gebrek in Cusco! En daarna was het tijd voor een paar uurtjes slaap. We deelden onze kamer samen met Raina, alhoewel haar echte naam een stuk gecompliceerder is. Ze is Zuid-Koreaanse en haar naam is voor ons niet uit te spreken.
Het stadje Cusco is nogal een toeristische bedoeling. Iedereen komt hier om een tour naar de Machu Picchu te boeken en verder is er vrij weinig te beleven. Voor ons een prima reden om even bij te slapen.

img_1364

De volgende dag hadden we wederom een relaxdag. We wandelden door de stad en gingen op banenjacht voor als we weer terug zijn. Én we hadden een belangrijke missie; de Machu Picchu tour boeken. We hebben wekenlang zitten dubben; jungle tour, inca trail, met de bus of de trein.. Uiteindelijk hebben we voor de goedkoopste optie gekozen en boekten we onze tour bij Cocatravel. We kozen voor de bus & een aantal uur wandelen. Zodra we binnenliepen in het mini-kantoortje van Cocatravel stelde een man zich voor als Frank. En toen wist ik; hier gaan we boeken. Naast het feit dat ‘ie z’n naam mee had was z’n Engels perfect en had hij een mooi pakket in de aanbieding. Voor 80 dollar hadden we entreetickets, vervoer, een gids, een hostel, lunch, ontbijt en avondeten. We waren twee tevreden mensen.

We doken op tijd ons bed in zodat we de volgende ochtend fit waren voor de tour. Dat plan werd helaas bruut verstoord door twee Aziaten die om 10 uur onze dorm binnen stormden. Van 10 tot 3 uur snachts liepen ze de kamer in en uit, lieten ze de deur openstaan, knipperden zo nu en dan met het licht en 1 van de 2 besloot om 3 uur haar tas uit te pakken. Wat. Da. Fuck.

Toen we om 7 uur klaar stonden voor vertrek checkte ik nog even mijn Whatsappjes. En daar was dan het berichtje waar we lang op hebben gewacht; we zijn wederom oom & tante geworden van een heel, heel knap, lief en gezond neefje Jack. En ja, dan moet ik echt even een paar keer slikken en wil ik het allerliefst heel even naar huis.

Machu Pichu
Om 7.30 werden we opgehaald en begon onze 6 uur durende busrit naar Hidroelectrica. Dat was me het ritje wel. We reden 2,5 uur lang over een veel te smalle weg, met naast ons een diep, héél diep ravijn. Ik heb geen hoogtevrees, maar het zweet stond óveral. Zodra er een einde kwam aan deze weg zei de stoere Zweed achter mij; ‘I think I just shit in my pants’. Mooi. Het lag dus niet aan mij.

Na ruim 6 uur werden we gedropt bij een soort treinstation. Wat vanaf daar precies de bedoeling was, wist niemand. Ook onze buschauffeur niet. Gelukkig waren Diego en Dana uit Argentinië mee die overal hebben rondgevraagd. Uiteindelijk hebben we onze lunchplek gevonden en wisten we de weg naar Aquas Calientes, de plek waar we zouden overnachten. Het was een drie uur durende wandeling naar dit plaatsje. Om 5.30 moesten we ons melden op een plein in het stadje, onze namen zouden hier geroepen worden door ene Arnold. We hebben een uur lang gewacht op het plein en rondgevraagd wie deze Arnold precies is, ze konden ons alleen vertellen dat Arnol lang en breed is met baard. Toen een klein meisje onze namen riep, vonden we dat maar een vreemde beschrijving.

Het meisje bracht ons naar een brak hostel en vertelde ons dat we om 7.30 weer op het plein moesten zijn om onze entree tickets voor de Machu Picchu op te halen. Op het plein stond ‘ie dan eindelijk; dé Arnold. We hebben wederom eerst een half uur gewacht tot hij onze namen omriep en toen had deze man een beetje vreemd nieuws. Hij vertelde dat onze gids die dag was overleden tijdens een tour op de Rainbow Mountain. Hij had op dat moment het geld voor de tickets bij zich en dús hadden ze geen Machu Picchu tickets voor ons. Of we ze zelf even wilden betalen. We hebben 1,5 uur met Frank aan de telefoon gediscussieerd – die ineens een stúk minder aardig was – en van het ene op het andere moment was het geregeld. Ze hadden de tickets.
Vervolgens was uiteraard de vraag waar het avondeten was, en ook dát kostte nogal wat tijd en moeite voordat we daar achter waren. Wat een organisatie. Ik was er echt hélemaal klaar mee, maar gelukkig hadden we Diego en Dana. Diego maakte overal een grap van en Dana is een beetje de Argentijnse versie van m’n vriendinnetje Martine. Ook zij bleef vrolijk lachen, dansen en grapjes maken en dát is dus echt wat je nodig hebt na zo’n dag.

Donderdagochtend om 4 uur begonnen we met de hike omhoog. De weg naar de Machu Picchu is één lange trap en is gemiddeld zo’n 2 uur klimmen. Na een tijdje dacht ik echt dat ik de top niet zou halen. Kas was lekker motiverend door mij aan te moedigen met ‘je bent nog niet eens op een kwart’. Maar hij zou Kas niet zijn als ‘ie niet m’n zware tas over zou nemen en vervolgens zelf bepakt en bezakt met twee tassen omhoog moest. De liefste.

Dat we nog niet eens op een kwart waren bleek gelukkig niet zo te zijn en ik was dan ook heel verbaasd dat we het binnen een uur hadden gelopen. En toen stonden we ineens bovenop de Machu Picchu. Van ons beiden zó’n grote droom en heel onwerkelijk om daar te staan. Ik had mij voorgenomen om een plekje te zoeken en gewoon een uur lang te gaan genieten van al het moois om mij heen. Maar daar dachten de weergoden anders over. Na 10 minuten op de Machu Picchu kwam het met bákken uit de lucht. Er is hier nergens een plek waar je kunt schuilen en na twee uur sopte ik in mijn schoenen en kon je nog maar een paar meter vooruit kijken. Tussen 14.00 en 14.30 moesten we ons weer melden bij het treinstation waar we opgepikt zouden worden door het busje naar Cusco en we moesten nog zéker 4 uur lopen. Vlak voordat we weg wilden lopen brak het een beetje open en werd de Machu Picchu helemaal zichtbaar. Wát een mazzel! En het is gewoon niet uit te leggen hoe bizar mooi het is.

De weg terug was lang en héél nat. We hadden nog aan Cocatravel gevraagd of we poncho’s mee moesten nemen, maar dat vonden ze nergens voor nodig. Gelukkig zijn we zo slim geweest dat dus wél te doen. Stipt om 14.00 uur waren we bij het treinstation en waren we íjskoud. De poncho’s hielden wel iets tegen, maar we waren alsnog zeik en zeiknat. Ons was verteld dat ons busje om 14.30 uiterlijk weg zou rijden maar ons busje was nergens te bekennen. Alle andere groepen waren inmiddels opgehaald en om 15.00 stonden we er nog. In de regen. Om 15.30 kwam ‘ie éindelijk aankakken en begonnen we aan onze 6 uur terug. Droge kleding hadden we niet meer (alles in onze rugzakken was ook nat) en bibberend zijn we tegen elkaar aangekropen in de hoop het wat warmer te krijgen. Tevergeefs.
Na 3 uur stopte onze chauffeur bij een lokaal wegrestaurantje zodat we wat konden eten. Ik wilde zó graag roepen; ‘ik wíl niet eten. Ik wil naar een douche. Een warm bed!’. Ik hield wijselijk mijn mond en zette mijn tanden in de heerlijke burger die rechtstreeks uit de frituur kwam. Met paarse lippen en al huilend van geluk arriveerden we ‘s avonds laat bij het hostel. De warme douche én het bed waren nog nooit zo fijn.

De volgende middag besloten we door te gaan naar Huacachina maar niet voordat we eerst hadden geluncht bij ons favoriete tentje Green Point op San Francisco Plaza. Een menu’tje heb je hier voor 15 solas (5 euro) en bestaat uit een salade buffet, een soep, wisselende sandwich (glutenvrij, chiabrood, meergranenbrood, whatever you like) met zoete aardappel frietjes óf een vega lasagne en een toetje. Dit al zo biologisch en gezond als het maar kan.
Huacachina

Aan het einde van de middag stapten we met een volle buik in de bus naar Huacachina. Sochtends vroeg kwamen we aan bij Eco Camp; ons verblijf voor de komende dagen middenin de woestijn. Mét zwembad. We waren allebei gesloopt van alle nachttours, nachtbussen en gebroken nachten in de dorm, dat we besloten hier 2 dagen aan het zwembad te gaan liggen. We hebben dan ook de hele dag gerelaxed in de zon, in het zwembad, afgewisseld met een biertje aan de bar. De volgende dag zag er exact hetzelfde uit, maar hadden we aan het einde van de dag een activiteit geboekt. In Huacachina zijn namelijk maar twee dingen te doen, en dat is buggyrijden en sandboarden. De omgeving was fantastisch, onze gids trapte goed het gas in van de buggy en ook het sandboarden was een groot succes. We schaterden het letterlijk uit van blijheid.

De planning was om slechts twee dagen te relaxen in Huacachina, maar we besloten er nog een dagje aan vast te plakken. Wat we de derde dag gedaan hebben hier? Niets. Een beetje in het zand spelen, zwemmen, biertjes drinken en lekker eten.

Lima


Maandag vertrokken we na een relaxed ontbijtje aan het zwembad naar Lima. Onze laatste bestemming in Peru en waar iedereen zo heerlijk negatief over is. Ik was dan ook heel benieuwd waarom iedereen zo negatief is over deze grote stad. We boekten een hostel in de wijk Miraflores. Een relaxte buurt vlakbij de zee en waar het stikt van de leuke restaurantjes. In Lima hebben we twee dagen door de stad en langs het water gewandeld en vooral heerlijk gegeten. Zo zit in Lima de bakkerij El Pan de la Chocla, dit is de bekendste en beste bakkerij in heel Latin-America (als ik het internet mag geloven). Dit bakkerijtje stond dus al vanaf het begin hoog op mijn lijstje en als je ooit in de buurt bent…. hier moet je heen. Álles is hier lekker en de bakker bakt de broodjes gewoon waar je bij staat. Onze laatste avond in Lima en daarmee onze laatste avond in Peru sloten we bijzonder af. Van pappa en Margootje hadden we een tijdje terug een ‘tegoedbon’ voor een avond uiteten gekregen. Het was een fantastische avond waarmee we een heerlijke tijd in Peru hebben afgesloten. En al die negatieve verhalen over Lima? Lekker negeren. Als je van eten houdt, is Lima dé plek waar je zijn moet.

De volgende dag vlogen we met Vivacolombia naar Bogota in Colombia. Kas en ik zaten allebei aan de andere kant van het vliegtuig en Kas maakte nog de grap ‘zit je straks gezellig tussen twee grote Colombianen’. Hij kreeg nog gelijk ook. De vriendelijke man rechts van mij zat continu selfies te maken. Selfies waar hij zelf overigens niet opstond, maar ik des te meer. Ik weet niet of hij slechtziend was of mij graag op de foto wilde hebben. De man links van mij bleef zich verbazen over mijn ‘beautiful face’ en na 2 uur naar mij staren werd het ietwat ongemakkelijk. Het was een zeer vermakelijke vliegreis en na 2 uur waren we er dan eindelijk; Viva Colombia!

Dag 191 – 206. Buenos Aires (Argentinië)

Vanuit Nieuw-Zeeland vlogen we een heel ander continent tegemoet: Zuid Amerika. De elf uur durende vlucht was de langste tot nu toe, maar erg relaxed. Met Finding Dory en de nieuwste Pretty Little Liair (ja het is heus) afleveringen ben ik de vlucht príma doorgekomen. Onze reis naar Buenos Aires had onze hersenen wel even een klap gegeven. Om 20.00 savonds Nieuw-Zeeland tijd stapten we het vliegtuig in, 11 uur later kwamen we aan in Buenos Aires waar we dezelfde dag aankwamen om 16.00 smiddags. Dag en nacht waren bij ons volledig omgedraaid. Maar ach, ik had nog nooit last gehad van een jetlag, Ik maakte mij nul zorgen. Want ik en slaap zijn altijd hele goede vrienden.

Voor de eerste week hadden we een AirBnB geboekt in de wijk Palermo. Het appartement was heel fijn & van alle gemakken voorzien. We besloten na aankomst allereerst wat boodschappen te doen, maar het vinden van een ‘normale supermarkt’ bleek nogal een opgave. De moed zakte mij in de schoenen toen ze nergens bruin brood, meergranenpasta, yoghurt of granola bleken te hebben.. Snoep, zoete yoghurtjes en flessen wijn hadden ze daarentegen in overvloed. We besloten maar voor een restaurantje te gaan, en de boodschappen te laten voor de volgende dag.

Nadat we de hele nacht naar het plafond hadden liggen staren, zijn we boodschappen gaan doen bij de Jumbo (ja echt waar). Ik heb met veel moeite een ‘normaal’ ontbijt voor mijzelf bij elkaar kunnen sprokkelen. In Australie en Nieuw Zeeland verkochten ze gezond eten in overvloed, hier zijn ze nog niet zo gericht op die gekke superfoods. De rest van de dag wandelden we door de stad en genoten van de fijne, relaxte sfeer.

Zondag was het een feestdag voor Kas. We gingen naar een voetbalwedstrijd van Boca Juniors. Het zelf kopen van tickets is lastig en toen BA Bikes een tour aanbood met gids, lunch én drankjes, waren wij om. Het was het tegenovergestelde van goedkoop, maar dit was wat Kas wilde meemaken.
Een typische maffiebaas kwam ons ophalen met zijn zoon, in een busje dat nét niet van ellende uit elkaar viel. Kas en ik hebben lang moeten wachten in het busje en werden uiteindelijk voor het stadion gedropt. Het was een beetje ‘he joe, hier is de wedstrijd. Veel plezier, we pikken je zo op’, en weg waren ze.
We besloten onze middag niet te laten verpesten en genoten van de wedstrijd in het stadion. Het was heel bijzonder, wat zijn die Argentijnen een druktemakers! Vooral m’n lief genoot, keek z’n ogen uit en was teleurgesteld toen de scheids floot voor het eindsignaal.

Nadat we ook de nacht van zondag op maandag geen oog dicht hadden gedaan, liepen we als een stel zombies richting school. Omdat we de komende 4/5 maanden door Zuid en Midden Amerika gaan reizen, willen we graag eerst de taal een beetje leren. En dus hebben we twee weken in de ochtend Spaanse les. Ons klasje bestaat uit New Yorker Josh, Zwitserse Josephine, Zwitser Arno en Duitser Thork. Oh, en leraar Julian. Heerlijk om weer naar school te gaan, te studeren en een ritme te hebben (zei ik dit echt?). Jammer voor mij, is de Argentijnse taal íets anders dan het Spaans. Ik dacht dat ik al een heel eind was door de dubbel ‘l’ uit te spreken als een ‘j’ en de ‘j’ als een ‘g’ maar dit bleek allemaal niet op te gaan hier. En ook toen ik vrolijk zwaaiend tegen iedereen ‘adios’ zei, keken ze mij vragend aan. Jep, daar moet nog het een en ander aan gesleuteld worden.

This slideshow requires JavaScript.

De rest van de week bestond dus met name uit school, leren en nachtenlang wachten tot het licht werd. Die jetlag hield maar aan en ik wist zo af en toe van moeheid niet meer wat voor en achter was. En da’s knap lastig.

Vrijdag sloten we onze eerste schoolweek samen af op het terras in de zon en daarna verhuisden we naar een hotel. Onze moeders zouden namelijk de volgende ochtend aankomen en met z’n viertjes hadden we kamers in hotel Costa Rica geboekt. Vrijdagavond kon ik moeilijk in slaap komen en zaterdag ochtend was ik om half 6 wakker van de kriebels in mijn buik. Ik kon niet wachten om mamma te zien! Om 8 uur was het zo ver. Onze moeders stonden op de stoep en het was ZO fijn! Na bijna 200 dagen kon ik éindelijk weer met mamma knuffelen. We hebben uitgebreid ontbeten, geknuffeld en verhalen verteld. Heel bijzonder om dit zo met zijn viertjes mee te maken.

Na het ontbijt wandelden we samen door de stad en bezochten we de Recoleta Cementery (Cementerio de la Recoleta). Hier liggen veel belangrijke personen die een rol in de Argentijnse geschiedenis hebben gespeeld. Waarvan Eva Perrón waarschijnlijk de bekendste is. De begraafplaats geeft de indruk van een echte stad met brede straten en smalle steegjes. Heel bizar om te zien, het voelde alsof ik door een spookstad liep. We dronken nog een drankje op het plein in Recoleta – waar we extra betaalden omdat we buiten zaten – en eindigden de dag met een boekje en een drankje in de zon.

De volgende ochtend kon ik wel huilen van blijdschap – ik had een héle nacht geslapen. Ik had echt nooit gedacht dat níet kunnen slapen zoveel woede in je naar boven haalt. Anyway. We begonnen met een relaxed ontbijtje en wandelden toen ruim een uur naar de zondagse San Telmo Market. Tijdens ons verblijf in Buenos Aires sliepen wij in de wijk Palermo Soho – een beetje á la de Pijp – en San Telmo is meer te vergelijken met de Jordaan. Nadat ons honderd keer verteld is dat we hier écht moeten oppassen met onze spullen, liepen we alle vier een tikkie gespannen met onze armen om de tassen en handen in de zakken. Maar we hebben ons – gelukkig – geen moment onveilig gevoeld.

Deze zondagse markt begint in Calle Defensa bij Plaza Mayo en er lijkt geen einde aan te komen. Bij elke hoek dachten we ‘dit zal dan wel het laatste stuk zijn’, maar niets was minder waar. We bléven maar lopen. Het is een sociale bedoeling en naast veel toeristen, liepen er ook veel locals rond. Het was een mengeling van veel troep (hebbedingetjes en souvenirs), mooie sieraden, antieke spulletjes, straatmuzikanten en tango-dansers. Vooral bij deze laatste heb ik mijn ogen uit gekeken. Terwijl de barbecue aan stond en iedereen stond te smikkelen van een broodje choripan (brood met chorizo) werd er fantatsische muziek gespeeld en een prachtige tango gedanst. Mén. Wat een sexy dans. Ik vond het echt fantastisch. Komen wij aan met onze klompendans.

Savonds genoten we van een biefstuk bij La Cabrera. We hebben ons laten vertellen dat ze hier het beste vlees van Buenos Aires hebben.

This slideshow requires JavaScript.

Voor ons begon op maandag weer een schoolweek. Onze mamma’s gingen deze week in de ochtend samen de stad verkennen en in de middag bezochten we iets met zijn viertjes. Maandag hadden we na school een bike tour geboekt en bekeken we het zuidelijke gedeelte van Buenos Aires. Samen met 12 anderen (waaronder 6 Nederlanders, haaaay) en drie gidsen hebben we 4 uur lang príma vermaak gehad. Gids Matteo vertelde dolenthousiast over alle historie, de wijken en had een prima gevoel voor humor. De wijken in Buenos Aires zijn totaal verschillend. Zo fietsten we door de kleurrijke wijk La Boca heen, waar je alleen beter niet kunt komen. Deze wijk kent veel armoede en is zeker niet zo gezellig als het er uit ziet. Puerto Madero (de haven) is daarentegen weer voor de échte rijken en daar is het net alsof je in Parijs bent. Daarnaast fietsen we door San Telmo en over Avenida en Plaza de Mayo. We hoorden over de historie en dan vooral over de dictatuur die hier tot 1983 heeft geheerst. De naam van de dictator noemen ze echter niet, het doet nog te veel pijn.

De volgende dag was het ‘rustdag’. Onze mamma’s lopen s’ ochtends hun benen onder hun lijf vandaan om zoveel mogelijk van de stad te zien dus na school spraken we af bij het leukste lunchtentje van BA; Ninina. S’ avonds aten we wat kaasjes op ‘ons’ dakterras en hebben we met zijn viertjes onze reisvideo’s terug gekeken. Met de slappe lach als gevolg.

Woensdagavond aten we bij Sarkis, hét familie restaurant van Buenos Aires. Reserveren kon niet, en dus gingen we er maar een beetje ‘optijd’ naartoe. Samen met mamma onder de paraplu, want het regende weer eens in BA. Mamma had trouwens al twee dagen geen stem en terwijl we door de storm liepen kreeg ze spontaan de slappe lach. Ik kan jullie vertellen; da’s een knap lastige combinatie. Geen stem & de slappe lach. Om 19.50 kwamen we aan bij het restaurant. De deuren waren nog dicht en er stonden tientallen mensen voor. Om 8 uur opende de eigenaar de deuren om de namen en het aantal personen van iedereen te registreren. Eén voor een werden we naar binnen geroepen en genoten we van het bizar lekkere (en goedkope) eten. Wat een tent. Toen we 2 uur later naar buiten liepen, stond er nog steeds een rij.

Voor donderdag wilden we eigenlijk een foodtour doen. Na wat heen en weer gemail en belachelijke prijzen besloot ik het zelf maar in elkaar te flansen. Ik googlde naar de meest authentieke restaurantjes en barretjes en stelde een route samen. Bij het eerste (oudste) barretje liep het plan al volledig in de soep. Het was gesloten. We besloten naar het volgende restaurantje te lopen, maar die moest nog even wachten. Na een paar minuten lopen zagen we namelijk een bijzonder geel gebouw met de naam ‘Ja!’ en een levensgrote opblaaswijnfles voor de deur. Daar moesten we natuurlijk even naar binnen gluren. Een kleine, mollige Argentijn kwam naar ons toegelopen en stond erop dat we even binnen kwamen. Daar was een proeverij van één van de leveranciers in volle gang. Of we misschien ook mee wilden proeven? Of nee; we hadden geen keus. We kregen de witte wijn in onze handen geduwd, de champie volgde en vervolgens kwam er nog veel rode wijn. Ondertussen stelde de eigenaar (de kleine, mollige Argentijn dus) ons voor aan een knappe, lange, knappe (of had ik dat al gezegd?) Argentijn. Hij kon namelijk wel Engels en kon ons zo het een en ander vertellen. Wat een gastvrijheid. Ze vertelden ons alles, namen alle tijd en we genoten inténs. Nadat we een flesje wijn hadden uitgekozen vertelde de lange, knappe Argentijn ons over de wijnproeverij die ze op vrijdag gaven. We besloten daar nog even over na te denken en beloofden hem daarover terug te bellen. Zodra we buiten stonden wisten we eigenlijk wel dat we hier niet over na hoefden te denken, want hoé fantastisch waren deze mensen? Terwijl mamma smoeselde dat die lange, knappe Argentijn toch écht een oogje had op mij, besloot ze dat het een goed plan was dat ik alleen naar binnen ging om ons aan te melden voor de proeverij. Dus ik vertelde hem het goede nieuws, en met zijn bruine kijkers vertelde hij dat ik zijn gast was voor vrijdag, en dat we dus maar voor drie hoefden te betalen. Ik ben zo’n kneus die dat dan niet begrijpt. “No no its okay. We come with the 4 of us, so we pay for 4”. “No. I invite you, you are my guest so you come for free”. Ehhhhh. Oke. Awkward. Ik liep ietwat rood aan en snelde naar buiten. Waar mamma natuurlijk luidkeels riep “ik zei het toch!”. Si. Hasta mañana!

De foodtour werd inmiddels meer een wijntour en nadat we nog 2 leuke barren bezochten, vonden we het wel welletjes geweest. Vrijdag stond ons tenslotte nóg een proeverij te wachten. En als het aan de eigenaar ligt; weten wij in ieder geval dat er goed gedronken gaat worden.

Alweer onze laatste schooldag. Afgelopen twee weken zijn voorbij gevlogen. Onze mamma’s waren de hele dag op pad naar de Tigre River en Kas en ik nestelde ons na de les op het dakterras in de zon. Om 7 uur vertrokken we met z’n allen naar ‘Ja!’ voor de wijnproeverij. We werden al kussend en knuffelend door iedereen ontvangen. Tijdens de proeverij werd er af en toe nog een glaasje extra bijgeschonken terwijl we genoten van de queso en de stukjes jamón. Onze knappe, lange Argentijn bleek tot onze verbazing gewoon een Fransman die hier was gestrand tijdens zijn reis en zette speciaal voor ons Justin Bieber op en deed ook nog eens een dansje. Als je óóit in Buenos Aires bent, gaat hier heen. Deze plek zit vol lieve mensen én lekkere wijn.

image

Zaterdag werd ik een beetje met een dubbel gevoel wakker. Pappa heeft mij regelmatig verteld over Buenos Aires, en vooral dat het écht wel één van zijn lievelingssteden is. Ook daarom voelde het een beetje extra speciaal om hier twee weken te ‘wonen’. Ik had geen verwachtingen van de stad of van de mensen. Maar het voelt een beetje alsof deze stad altijd ‘danst’. De mensen zijn vrolijk, er is altijd wel ergens muziek aan en regelmatig zie je ergens in een steegje of een hoekje de tango gedanst worden. Ik vond het heerlijk dat de bakker al wist wat ik ging bestellen en dat de groenteman mij elke dag met een stralend gezicht ‘buenos días’ wenste. Éven overwoog ik om hier een leuke plek te zoeken om te werken en gewoon nog even te blijven. Maar de reis gaat verder en ik weet zéker dat ik hier terug ga komen. Dag fijne, mooie stad met je lieve mensen. Tot snel. Pappa, ga je dan met mij mee?