Dag 218 – 225. Santiago – San Pedro de Atacama (Chili)

Santiago


Daar gingen we. Met z’n drietjes (samen met Tim) pakten we de bus van Mendoza naar Santiago, Chili. De bus zou er 7 uur overdoen, maar daar was de grenscontrole nog niet bij ingecalculeerd. Hoelaat we daadwerkelijk zouden arriveren was dus nog een verrassing. De rit verliep vrij soepel en de uitzichten waren fantastisch. Als backpackper pak je het liefst de nachtbus (want dan heb je vervoer en overnachting in 1 en dat scheelt weer geld), maar íedereen vertelde ons dat we deze busrit overdag moesten doen. De hele bus was druk foto’s aan het maken van de besneeuwde bergtoppen en mooie riviertjes. Een paar kilometer voor de grenscontrole sloeg de blijheid éven om in een kleine paniek. We zagen honderden vrachtwagens in een kílometers lange rij staan voor de grens en er leek geen einde aan te komen. Gelukkig waren we zo bijdehand geweest om een iets luxere bus te boeken en die zoefde rustig langs deze lange rij. De paniek bleek dus nergens voor nodig. Nadat we ruim 1,5 uur op de bussen voor ons hadden gewacht, dachten we dat we wel ‘zo klaar’ zouden zijn. Niets bleek minder waar. Na de paspoort controle werden álle tassen één voor één gecheckt, liepen er honden door de bus en stelden ze allerlei lastige vragen in het Spaans. Tussendoor werd Kas nog even weggeroepen door een paar intimiderende politieagenten – ik haalde natuurlijk alle mogelijke scenario’s in mijn hoofd in de tussentijd- maar na 3,5 uur waren we dan eindelijk klaar om onze busreis verder voort te zetten. Moet je nagaan hoelang die vrachtwagens en busjes moeten wachten, dágen staan ze in de rij om de grens over te mogen.

Twintig kilometer voor onze eindbestemming Santiago viel de airco uit, maar hé; we waren er bijna. Zodra we de snelweg richting de stad op wilden rijden zagen we helaas één grote file staan. Terwijl we stil stonden zat de hele bus tevergeefs te zoeken naar iets dat verkoeling kon geven en zagen we de graden van de bus oplopen. Waar het eerste een aangename temperatuur van 20 graden was, liep dat al snel op naar 22, 26, 28, 34, 38, 41, en toen de duiven écht bijna van het dak vielen met 44 graden plofte de airco weer aan. Thankgód. 3,5 uur over 20 kilometer doen is verdomde knap, but we did it.

Het was inmiddels 9 uur, donker en dus pakten we een taxi naar ons hostel. Een aardige vent bracht ons eerst – via een ríante omweg – naar de bank om Chileens geld op te nemen, om ons vervolgens via een andere omweg richting het hostel te brengen. Het was 8.000 Chileense Peso’s. Ik gaf onze vriendelijke vriend 20.000 en ik kreeg er 5 terug. Hij bleef maar ontkennen en roeptoeteren dat de 5.000 die ik terug kreeg écht klopte, maar naar mate ik bozer werd, werd hij… nog iets bozer. Om gekke dingen te voorkomen hebben we het erbij laten zitten, maar mán. Ik was boos. Dit vind ik dus het kutste aan reizen. Ze naaien je gewoon waar je bij staat en lachen je daarna keihard uit.

Je begrijpt, onze eerste ervaring met de Chilenen was niet om naar huis te schrijven en de receptioniste van ons hostel maakte het er ook niet veel beter op. Ze had het behoorlijk zwaar om ons een kamer aan te wijzen en onze vragen te beantwoorden. Toen we haar vroegen of het veilig genoeg was om te lopen naar een restaurant in de buurt keek ze een beetje moeilijk (al deed ze dat sowieso al). Ze vertelde ons dat het met z’n drietjes wel kan, maar alleen zeker niet. En neem vooral geen tas mee. En als ze iets van je willen geef het dan diréct af. Oké, misschien kunnen jullie beter een taxi nemen, vervolgde ze. Tsja. We keken op onze Maps, en álle restaurantjes zaten 3 straten verder. Hoe erg kan het zijn? Ons voorbereid op het ergste liepen we met z’n drietjes naar het gebied met de restaurants. Ik had echt nog nooit zoiets gezien. Stráten vol met alleen maar hippe restaurants, barretjes en overal klonk muziek. Er was een fijne sfeer, alle restaurants zaten bómvol, iedereen was vrolijk en onveilig? Geen moment. We waren dol blij toen we om 22 uur eindelijk op een terrasje neervielen en genoten van een koud biertje.

Vrijdagochtend werden we rustig wakker op het terras van het hostel met een ontbijtje. Het ontbijt in het hostel is van 8.30 tot 9.30 en toen ik om 9.30 naar binnen liep om mn kopje bij te vullen met koffie pakte ze nét de koffie weg. Ik vroeg haar of ik mezelf nog een beetje mocht bij schenken. ‘No. It’s 9.30. Breakfast is finished’. En ze goot de koffie resoluut door de gootsteen heen. Sériously?!

Om de hoek van het hostel zit Cerro San Cristóbal. Een hike moet je hier uiteindelijk een prachtig uitzicht geven over Santiago en bovenop de berg is een religieuze plek waar veel mensen samen komen. Jammer voor ons was het in de ochtend gesloten vanwege stakingen. We hebben ons laten vertellen dat Chilenen gemiddeld 500 dollar per maand verdienen, dit is dus de reden dat ze nu in opstand komen. Chili is samen met Argentinië één van de duurste landen van Zuid-Amerika (veel prijzen zijn vergelijkbaar met Nederland) en met dit loon kun je dus niet veel kanten op. We hebben uitgerekend dat ze na 1 uur werken, 1 avocado kunnen kopen. Ook de vuilnismannen zijn aan het staken (inmiddels al een week of twee) en alle straten liggen vól met afval. De Chileense president is het echter niet eens met de eisen en laat het zoals het is.

This slideshow requires JavaScript.

We besloten een ochtend door de stad te lopen en we keken onze ogen uit. Óveral zie je bijzondere gebouwen, mooie architectuur, leuke lokale restaurantjes en er heerst een fijne sfeer. Na een rondje stad gingen we terug naar het hostel voor een siësta om daarna een tweede poging te wagen voor de Cerro San Cristóbal, dit keer samen met Tim én met succes. Het was open. Het was een klim omhoog (vooral erg warm) maar het uitzicht was fantastisch en de heilige plek was indrukwekkend. Er klonk muziek en de mensen om ons heen gebruikten dit moment om na te denken. Na een koude douche dronken we een drankje op een rooftopbar, dronken we biertjes in één van de leuke straatjes en aten een echte Chileense maaltijd.

De volgende ochtend waren we een tikkie brakjes, haalde ik vóór 9.30 mijn koffie en liepen we naar de receptioniste om bustickets te regelen. Er hing namelijk een poster in het hostel van 3 bij 4 meter waarin ze adverteerde bustickets te kunnen regelen. De receptioniste had er alleen wederom geen zin in. Ze keek niet op van haar belangrijke Whatsapp gesprek en zei ‘No. I can’t help you’. En dat was dat.

Kas en ik liepen samen wederom een rondje stad, bezochten de vismarkt en namen een kijkje op de Vega markt. Een markt vól met noten, zaden, fruit en groenten. We waren eerst nog een beetje terughoudend om de markt op te gaan vanwege alle starende blikken én het feit dat we de enige toerist waren. Vooral dat staren. Ik dacht dat het in Argentinië erg was, maar het is hier gewoon nog tien keer zo erg. De mannen maken hartjes van hun handen, roepen ‘I love you’, komen nét te dicht tegen je aan staan of blijven gewoon staren. Naar m’n benen dus hé, dat begrijp je.

Valparaíso


Via via waren we in contact gekomen met een gids die ons wél aan vervoer kon helpen naar Valparaíso, de stad waar we zondag heen wilden. Hij kende iemand die zondag met een tour naar Valparaíso ging en wij pasten daar nog wel bij. Voor 15 euro per persoon haalde hij ons op en bracht ons naar het hostel. Zo gezegd zo gedaan. Zondagochtend was het natuurlijk nog éven spannend of ‘ie ook echt zou komen, maar dat deed ‘ie. Ze hadden beloofd in 1 keer door te rijden naar de stad (twee uurtjes), maar dat liep net iets anders. Onze eerste stop was na een uurtje bij een schattig restaurantje aan de weg. Deze stop was voor ons meer dan welkom, want ons hostel had vanochtend ineens het ontbijt een uur verzet waardoor we deze hadden gemist. We dronken een kop koffie, aten een bijzonder zoet gebakje én we kregen nog een bakje met koekjes van onze lieve chauffeur. Onze tweede stop was bij een uitzichtpunt en de lieve man stond erop om van iedereen een foto te maken. Dus dat deden we. De derde stop was bij een soort wijn/kledingwinkel/cafetaria (een bijzondere combi) waar we uiteraard weer op de foto moesten. Met z’n drieën, allemaal alleen en allemaal nog even met een grote wijnfles. Hij bleef maar klikken. En grapjes maken. Maar die verstonden we niet want hij sprak te snel Spaans. Maar lief was ‘ie. De vierde stop was bij een ander uitzichtpunt en nouja, je raadt het vást al. Precies. De foto’s. En toen waren we eindelijk in Valparaíso. Hij heeft eerst drie rondjes gereden voordat hij ons preciés voor het hostel kon afzetten, want anders vond hij het maar gevaarlijk. We kregen een paar dikke kussen en knuffels en blij zwaaide hij ons na. Wát een schat.

img_9474

Het hostel in Valparaíso was een soort warm bad vergeleken met het vorige hostel. De mensen waren behulpzaam, alles was schoon en het ontbijt was gratis én lekker. Met z’n drietjes liepen we een stukje door de stad heen en savonds aten we in het hostel. Na het eten dronken we een theetje samen met de Nederlandse Lotte en Nienke. Ook zij zijn al een hele tijd onderweg en toen Nienke iets mocht kiezen wat ze écht het allermeeste mist riep ze ‘pepernoten!’ Mamma had voor ons een zak pepernoten meegenomen mét schuimpjes en die zat nog steeds in de backpack, te wachten op het juiste moment. Kas nam een sprintje naar de kamer en kwam blij aanlopen met de pepernoten. Toch nog een beetje Sinterklaas in Valparaíso.

This slideshow requires JavaScript.

Maandag gingen we samen met Tim, Nienke, Lotte, Philip uit Duitsland en Arjun uit India de Street Art tour doen. Een vrolijke Chileense jongen nam ons mee de stad in en liet ons de mooiste schilderingen zien. Valparaíso is namelijk één en al kleur en overal zijn bijzondere schilderingen te zien. Na de tour hebben we de hele middag met iedereen op het dakterras doorgebracht, en spraken we vooral over de nieuwe leefstijl van Philip. Zodra hij op reis ging in Zuid-Amerika besloot hij zijn hele levensstijl om te gooien. Geen alcohol, gluten, vlees, vis, zuivel en suikers. Hij vond dit al vergif, zowel voor zijn lichaam als voor onze wereld en wilde eens testen hoe hij zich zou voelen zónder. Wat hij dan wel eet? Fruit en noten en soms wat groenten. Als je de foto’s van 8 maanden terug bekijkt weet je niet wat je ziet, alsof er een andere man naast mij zit. Ik heb vol ongeloof geluisterd & ik vond het super interessant. Geen zorg, geen zorg, ik eet nog steeds alles.

Op een kwartiertje rijden van Valparaíso ligt het kustplaatsje Viña del Mar. Het was een rustig plaatsje met leuke restaurantjes aan het strand en een mooie wandelroute. Kas en ik brachten hier onze dinsdag door. Woensdag maakten we ons wederom op voor een lange busreis, dit keer stond ons een rit van minimaal 24 uur te wachten.

San Pedro de Atacama

Woensdag zeiden we iedereen gedag, ook Tim, en met zijn tweetjes stapten we om 18.00 de bus in. De bus naar San Pedro de Atacama had helaas geen stoelen die volledig plat konden dus het was een lange rit. Na 25 uur werden we afgezet in de droogste plek op aarde.

Nadat we ons hadden geïnstalleerd in het hostel zijn we de hoofdstraat ingelopen waar het stikt van de touroperators en restaurantjes. We boekten een trip naar Uyuni en aten bij een restaurantje waar 3 mannen vrolijk muziek stonden te maken en het haardvuur goed brandde.

Vrijdag hadden we een relaxdag, ik had barstende koppijn – ik kon mij niet herinneren het ooit zo erg te hebben gehad – en was weinig waard. Later bleken wij ons niet goed te hebben ingelezen en bleken wij in San Pedro al op ruim 2400 meter hoogte te zitten. Dit realiseerden wij ons dus véél later, maar het verklaarde een hoop. Aan het einde van de middag dronken we een drankje in een café waar een Braziliaan en een Chileen bij ons aan tafel kwamen zitten. De Braziliaan droeg een pet uit Amsterdam, wat wij uiteraard heel grappig vonden. Hij vertelde ons van alles over de cultuur en de inwoners van Chili. De Chileen was daarentegen een wat bijzondere vent. Blij ratelde hij over alle drugs die hij gebruikt en dat het toegestaan is in San Pedro. Enthousiast haalde hij zo de gehele apotheek tevoorschijn, werkelijk álles had hij op zak en in grote hoeveelheden. Ik riep dat ‘ie dat snel weg moest stoppen en hij nam rustig een snuif wiet aan tafel en begon daar smakelijk om te lachen. Wat een gek. Na een tijdje zeiden we ze gedag en gingen we wat eten in één van de leuke restaurants in San Pedro samen met Guillermo, een jongen uit Mexico. We hadden hem in Valparaíso leren kennen, maar hadden nog maar weinig woorden met hem gewisseld. We vonden hem wat ‘eenzaam’ ogen en toen we zagen dat hij ook naar San Pedro ging hebben we hem gevraagd wat met ons te eten. En hij heeft ons op álle fronten verbaasd. Man, wat kan je je vergissen in mensen (dit keer dus in goede zin). Deze jongen was niet eenzaam of onzeker. Hij had de mooiste verhalen en was écht een schat, we hebben uren zitten praten, eten en drinken.

De volgende ochtend werden we vroeg opgehaald voor een drie daagse tour naar de zoutvlaktes van Uyuni. Onze hele trip is uiteraard één groot feest en elke dag kijken we weer uit naar al het moois dat we mogen zien en meemaken. Maar sóms zijn er plekken bij waar je zólang naar uit hebt gekeken. Een van deze plekken zijn de zoutvlaktes van Uyuni. De nacht van vrijdag op zaterdag heb ik amper kunnen slapen van de kriebels in mijn buik en ik stond om 6.30 te stuiteren van opwinding; Salar de Uyuni, we’re ready for you!

4 thoughts on “Dag 218 – 225. Santiago – San Pedro de Atacama (Chili)

  1. Wederom een schitterend verhaal .Ook wel gezellig lijkt me om al die mensen te ontmoeten.
    Vooral als je lekker Nederlands kunt lullen Toch?

    De oma van Toby en Roan

    Like

  2. Wat een super verhaal weer liefje! Heerlijk om weer even mee te ” reizen ” . Kusssss!

    Like

  3. Hey Nicky!! Wat kan jij toch super leuk schrijven!! Het lijkt mij zo vet wat jullie allemaal doen en meemaken! Xx Saar

    Like

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s