Dag 288 -299: Mexico & Guatemala

Mexico

En zo waren de plannen in een keer helemaal omgegooid. Waar we dachten naar Costa Rica te vliegen werd het binnen een uur Mexico. Veel research konden we niet doen gezien het gebrek aan WiFi in Cuba. We hadden van iedereen gehoord dat we absoluut niet in Cancun moesten blijven vanwege de toeristen overload, maar direct vanaf het vliegveld moesten door reizen naar Playa del Carmen. En dat deden we.

Playa del Carmen

Eenmaal gesetteld in het hostel liepen we naar het strand voor een drankje. Tien minuten liepen we over het strand, struikelend over alle bakkende, dronken toeristen. Jeez, wat ís dit? Ook het centrum was één grote shock, al helemaal na Cuba. Flitsende reclameborden, alle Amerikaanse fastfoodketens op een rijtje en we moesten ons tussen alle hordes toeristen dúwen om een beetje vooruit te komen. We boekten gauw een bus naar Tulum voor de volgende ochtend.

img_4939

Terwijl we ‘s avonds wat zaten te eten op een terras kwamen er wel 30 grote trucks langsrijden met tientallen zwaar bewapende politiemannen. Drie dagen voordat we hier waren aangekomen is er hier een schietpartij in een club geweest waarbij meerdere mensen (en toeristen) om het leven zijn gekomen. Deze politiemannen rijden sindsdien continu door het plaatsje ter controle. Ook toen we naar onze B&B liepen stíkte het overal van de politiemannen met dikke guns. Terwijl ik vol verbazing langs één van de trucks liep keek een van de mannen mij met een intimiderende blik aan, likte zwoel over zijn lippen en gooide er nog wat ranzige gebaren tegenaan, om tot slot trots naar zijn uitrusting aan wapens te wijzen. Sjeemig.

Tulum


Tulum staat bekend om haar mooie strand, fantastische hotels en strandbarretjes. Helaas zijn alle hotels aan het strand véél te duur voor ons en dus boekten we een dorm in het dorpje vlakbij het strand. Eenmaal in Tulum liepen we eerst naar een bijzondere plek met ruïnes van de Maya’s. Onderweg daar naartoe hoorden we getoeter en hoorde ik een bekende stem roepen ‘Nicky!!”. En daar stond onze vrienden van MaWa on the Road. MaWa hebben we leren kennen in de trein naar Mongolië, zijn we tegengekomen in Argentinië en nu sliepen we in hetzelfde hostel in Tulum.

Na de ruïnes wandelden we naar Posado Margarita. Een strandtentje waar ik veel over had gelezen op het internet. Dé tent met fijne bedjes en fantastisch eten. Maar ik had werkelijk geen idee wat de kosten waren, maar hoe duur kon het zijn. We zijn in Mexico! We zochten een leuk tafeltje uit en ondertussen verbaasde ik mij over alle mooie mensen die hier zaten en hoe eehhh.. welvarend ze er allemaal uitzagen. En toen begon ik mij een beetje zorgen te maken. We kregen het menu met pasta’s voor 28 dollar en juices voor 15 dollar. Kas en ik bedankten de ober vriendelijk en snelden gauw terug naar het strand waar we een kilometer verder een schattig goedkoop tentje (la eufemia) vonden. Terwijl we wegliepen verbaasde het mij dan ook niets dat Nederlands Topmodel Romee Strijd zat te genieten van een fijne lunch bij Posado Margarita. Maar echt; als je in Mexico bent voor een vakantie en wat meer te besteden hebt.. Verwen jezelf dan met één van de prachtige hotels aan het strand en een lunch bij Posada Margarita. Ga je gegarandeerd geen spijt van krijgen.

Mérida


Vanaf Tulum reden we verder naar Mérida. Een schattig, klein en relaxed dorpje waar we de hele dag doorheen slenterden. De volgende ochtend brachten we allereerst een bezoekje aan de Cenotes (ondergrondse wateren). Omdat we in alle vroegte daar naartoe zijn gegaan, waren we de eerste toeristen. We bezochten drie Cenotes en de één was nog mooier dan de ander. Echt waar, tijdens onze reis hebben we nog nooit zúlk fantastisch mooi, helder water gezien.

Diezelfde avond pakten we de nachtbus van 15-uur naar San Cristobal. Jammer genoeg hadden ze alleen zit-stoelen en met volle tegenzin begonnen we aan de reis. Nadat we een paar uur onderweg waren geweest kwam er een jongen een beetje beteuterd naar ons toe. Terwijl hij sliep waren zijn kostbare spullen uit zijn tas gehaald. We waren van tevoren al gewaarschuwd; in Mexico zijn ze razendsnel.

San Cristobál

Ik was echt dólblij dat we woensdagmiddag eindelijk in San Cristobal aankwamen. We hadden gelukkig een relaxed hotel geboekt en aten ‘s avonds bij La Lupe het lekkerste Mexicaanse eten dat ik ooit heb gehad. Geen wraps die dreven in dikke sausjes maar vers gebakken taco’s met groenten en wat jalapenos. Iets waar ik trouwens nog niet aan gewend raak is al die kleine liefjes op straat die spullen verkopen. Met hun vieze gezichtjes, kapotte kleding en moeie oogjes staan ze aan je tafel om geld te vragen. Zit je dan met je eten. Het heeft geen zin om ze wat te geven, je wéét dat het niet juist terecht komt. Er staat namelijk altijd een vrouw op een hoekje de kinderen aan te sturen. En elke keer denk ik weer: kunnen we ze niet allemaal wat te eten geven? Onder de douche zetten? Schone kleding geven? Of mag ik ze please mee naar huis nemen? Noem me een emo, maar elke keer als ik nee tegen ze zeg en ze met gebogen schoudertjes wegslenteren staan de tranen in m’n ogen.

Kas en ik zijn inmiddels goed afgestemd op elkaar, maar er is nog altijd 1 groot verschil tussen ons. Zodra we na een busreis van 15-uur ergens aankomen ratelt hij alweer over de volgende dag. Dat het hem wel een goed idee leek om de volgende ochtend om 5.30 direct weer door te rijden naar Guatemala (á 11 uur). Ik kan je vertellen: míj leek dat helemaal geen goed idee. Ik heb al m’n charmes in de strijd gegooid en gelukkig gaf hij zich snel gewonnen. We bleven lekker een dagje in San Cristobal. Donderdagochtend ontbeten we met veel fruit en koffie in de zon en smiddags deden we een kookcursus. ‘S avonds regelden we de bus voor de volgende ochtend en ons verblijf in Guatemala. Helaas heeft Kas de hele nacht opgesloten gezeten in de badkamer en toen de bus ons om half 6 op kwam halen riep Kas dat ‘ie best wel mee kon. Hij had het nog niet gezegd of hij rende alweer naar de wc om alles eruit te gooien. We hebben de buschauffeur vriendelijk bedankt en Kas is snel weer zijn bed in gegaan. Guatemala kon nog wel even wachten.

Terwijl ik vrijdag het stadje ontdekte, een wandeling maakte en van de zon genoot, lag m’n lief in bed. Al snel werd wel duidelijk dat we ook zaterdag nog niet konden reizen. Ik gebruikte deze dagen om alle ‘klusjes’ te doen waar we steeds geen tijd voor hadden. Hostels boeken, vluchten bekijken, tours regelen, foto’s uitzoeken, dagboek bijschrijven, emails beantwoorden én solliciteren.

Guatemala, Panajachel

Zondagochtend was Kas nog een beetje slap en moe, we besloten toch de bus te pakken naar Panajachel. De reis naar Panajachel verliep heel soepel, ook de grensovergang bij Guatemala ging tot onze verbazing razendsnel. Panajachel is een klein, toeristisch dorpje dat aan het Lake Atitlan ligt. Een prachtig meer omringd door drie actieve vulkanen. De volgende ochtend pakten we een bootje van Panajachel naar San Pedro, een dorpje dat aan de overkant van het meer ligt. Na tien maanden reizen zijn we misschien van steden niet altijd meer onder de indruk, natuur blijft ons verbazen. Toen we hoorden dat onder het lake Atitlan een hele Maya Stad ligt, vonden we de plek nóg interessanter.

In San Pedro ontbeten we, liepen we een rondje en pakten na 3 uurtjes de boot weer terug. Na 2 minuten op de boot wisten we: dit wordt een heel andere bootrit dan de heenweg. De golven waren hoog en het gammele bootje vloog regelmatig in de lucht om vervolgens met een harde klap weer op het water terecht gekomen. Die arme Kas, net weer een beetje op de been zag ik spontaan helemaal wit weg trekken. Het eerste halfuur kon ik er nog om lachen, maar toen begon ook mijn maag te protesteren. Met wiebelende beentjes en witte bekkies waren we blij dat we weer vaste grond onder onze voeten hadden na een uur.

Antigua

Aangezien we een beetje tijdgebrek hadden, besloten we diezelfde dag nog door te reizen Antigua. Tot onze verbazing is Guatemala helemaal niet zo goedkoop als we dachten. Opzoek naar een verblijf in Antigua bleek dan ook niet zo gemakkelijk. In hostels betaalde je 15 tot 18 euro per béd in een slaapzaal en dus was een hotel van 25 euro de goedkoopste optie die we konden vinden. En dat hebben we geweten. Een bed dat bestond uit een plank en een zijl stond op ons te wachten, inclusief een douche dat bestond uit een tuinslang. Maar het hotel was al snel weer vergeten en vergeven zodra we door het stadje heen liepen. Het stikte van de mooie straatjes, juicebars, restaurantjes, bijzondere ruïnes en oude kerkjes. ‘S avonds dronken we een drankje met een bijzonder uitzicht over de vulkanen en aten we het állerlekkerst én goedkoopst sinds tijden bij Toko Baru. Hou je van Falafel, Kofte en zoete aardappelfrietjes? Dan kun je hier je lol op.

Dinsdag bezochten we alle oude kerkjes en ruïnes in de stad, bezochten we musea over de Maya’s, liepen we naar een uitzichtpunt toe en dronken we verse juices. De sfeer in Antigua is zo fijn en relaxed, hier zou ik mij prima een paar dagen kunnen vermaken. Helaas hadden we daar de tijd niet voor, woensdagochtend was het weer tijd om het vliegveld op te zoeken en onze vlucht naar Panama te pakken.

Onze eindbestemming roept!

Dag 252 -273. Colombia

Bogota

Bogota was onze eerste stad in Colombia en de verhalen over deze stad zijn heel dubbel. Te gevaarlijk om naar toe te gaan, gewapende overvallen, kidnappen van toeristen en noem maar op. Maar aan de andere kant waren er ook goéde verhalen die ons vertelden hoe leuk deze stad is. Vanaf het vliegveld pakten we een gele taxi – andere taxi’s moet je vermijden ivm de kans dat je gekidnapped wordt – naar ons hostel Fernweh Photography. Omdat we middenin de nacht pas waren aangekomen hadden we nog niets gezien van de stad en het hostel. De volgende ochtend werden we wakker in een fijn, rustig hostel dat een beetje lijkt op een oude boerderij. De eigenaren zijn een Duitse vrouw en een Colombiaanse man die ons zó hartelijk ontvingen dat het een beetje als een ‘thuis’ aanvoelde. De eerste dag Bogota liepen we door de stad en verbaasden we ons over de hoeveelheid politie en drugshonden. Diezelfde avond raakten we aan de praat met een groep mensen waarmee we op stap zijn gegaan. Voordat we naar Bogota gingen hadden we nog zo gezegd “we gaan niet over straat in het donker”, maar na een dag in deze kleurrijke, leuke stad, waren we deze afspraak volledig vergeten. En gelukkig maar, want wát een avond. Vol salsa, te veel Colombiaans vuurwater ‘aguardiente’ en leuke mensen.

Zaterdag hadden we dus wat opstart problemen en het duurde even voordat we de kracht hadden om iets te ondernemen. In de middag pakten we de kabelbaan omhoog, waar we een bijzonder uitzicht hadden over de grote stad. Savonds nestelden we ons met een filmpje en een kop thee op de bank, terwijl de eigenaresse kerstkoekjes stond te bakken in de keuken. Geloof me, hier word je hele gelukkig van als je al een eeuwigheid onderweg bent.

Bogota stíkt van de Graffiti en de volgende dag hadden we een graffiti tour door de stad. De gids wist ons allerlei ins en outs te vertellen over de graffiti, maar ook over de stad en de geschiedenis. En daarmee eindigden we ons verblijf in Bogota. Ben je van plan om naar Colombia te gaan? Laat je dan vooral niet gek maken. Bogota is rauw, bijzonder en kleurrijk en zéker een bezoekje waard. Pas gewoon een beetje op, loop geen rare straatjes in en loop vooral niet met je dure spullen te zwaaien. Dan komt het helemaal goed.

Salento

Vanuit Bogota pakten we de bus door naar Salento. Een klein dorpje tussen de koffie plantages. In Salento sliepen we in The Coffee Tree House, een fijn hostel met fantastische kamers en wederom een te leuke eigenaar. De volgende ochtend deden we een hike door de Colca Canyon. Een hike waarbij je langs de hoogste palmbomen ter wereld loopt, door prachtige natuur met hoge, groene bergen. Onderweg naar de hike kwamen we vier Nederlanders tegen en tíjdens de hike nogmaals een stuk of 30. Men, whats going on here? Onze reis zijn we minder Nederlanders tegen gekomen dan hier op één dag. En zo kwam het dat we Bart en Iris uit Amsterdam hebben ontmoet en de volgende dag met z’n viertjes de koffieplantage bezochten.

Naast deze twee activiteiten is er niet héél veel te doen in Salento, maar de natuur is prachtig, het hostel was fijn en relaxed en dus besloten we nog een dagje te blijven. ‘S avonds speelden we Tejo, het lokale spel in Colombia waarbij je buskruit moet laten ontbranden door er van afstand een steen op te gooien.

Medellin

Donderdag de 22e was het tijd om weer verder te reizen en pakten we de bus naar Medellin. En die bus was best een aangename verrassing. Stopcontacten, airco én goede WiFi. Die bussen in Colombia zijn zo slecht nog niet. In Medellin verbleven we in drie verschillende hostels. Niet omdat we zoveel mogelijk hostels wilden testen, maar omdat we te laat waren met boeken. Ook hier is het kerst en dus waren alle prijzen snoei hoog en vrijwel alle hostels al volgeboekt. Maar hé, dat mocht de pret niet drukken. Terwijl we naar ons eerste hostel liepen, passeerden we de mooiste terrasjes en restaurantjes vól met mooie mensen (oké, vol met mooie vrouwen, de mannen zijn hier een stuk minder aantrekkelijk).

De volgende dag brachten we een bezoekje aan het winkelcentrum. Echt waar, ons ondergoed is na al die bizarre wasserettes bijna geen ondergoed meer te noemen en dus moesten we daar even iets aan doen. Vervolgens bezochten we met zijn viertjes Parque Explora waar je Interactieve spellen kunt spelen, een rol kunt spelen in een film (wat we uiteraard gedaan hebben) en meer van dat soort gekke dingen. Bart en Iris gingen daarna voor een ‘sjiek’ etentje en zodra ze goed en wel klaar waren met eten, hielpen wij ze met het opdrinken van hun fles wit. Doen wij namelijk graag. Je kunt ons hier ten alle tijden voor bellen. En hoe kan het ook anders; ook dáár zaten twee Nederlanders (Tim en Karel) te eten die vervolgens bij ons aanschoven. Na een paar wijntjes, gintonics en tequilas was het tijd voor het echte nachtleven. We kwamen uit bij een club dat een beetje de kleine versie van Paradiso is en toen ze na vijf minuten Nederlandse nummers gingen draaien was het feest helemaal compleet.

Ik had een bonkend hoofd, ik voélde dat ik pas net sliep en ik hoorde één van mijn mannelijke roomies (ik krijg het altijd voor elkaar met alleen maar mannen op een dorm te liggen) schreeuwen “get the fuck off of me! Dude!”. Maar ik was te slaperig en nog half dronken om te realiseren wat er precies gebeurde. Toen ik een paar uur later om 7 uur wakker werd zat er een jongen schuin onder mij heel verdwaasd te kijken. “Jess? Jess where are you”. Hij stond op met zijn boxer die ongeveer op z’n knieën hing (gadver) en liep de kamer uit. Na een tijdje kwam hij weer terug, nog stééds die boxer die half op z’n knieën hing, en hij vroeg mij hoe laat hij in de kamer kwam afgelopen nacht. Helaas lag ook ik lam en uitgeteld in bed, dus ik kon hem niet helpen. “I woke up in this bed, here. But this is nót my bed. Shit men, this is so not cool”. Inmiddels zakte z’n boxer steeds verder af en mijn gebaren dat ie daar iets aan moest doen kwamen niet echt bij hem aan. Deze dronken jongen is dus de verkeerde kamer ingelopen, is boven op een andere jongen gaan liggen en toen deze jongen dat niet zo chill vond is ‘ie maar in een bed gaan liggen dat nog vrij was. Toen we deze jongen smiddags weer tegen kwamen in het hotel had hij nog steeds het schaamrood op z’n kaken staan, maar goddánk wel met normale kleding.

Zaterdag moesten we alle vier fris en fruitig klaar staan om 9 uur want we werden opgehaald voor de Pablo Escobar Tour. Of zoals ze dat hier zeggen; ‘the famous criminal’. De naam Pablo Escobar wordt hier niet genoemd en als je dit wel doet, kan dat nog wel eens voor problemen zorgen. We brachten een bezoekje aan zijn huis dat is gebombardeerd, zijn graf, de gevangenis die hij zelf heeft laten bouwen en de plek waar hij uiteindelijk is vermoord óf zelfmoord heeft gepleegd. De verhalen over deze man zijn zó bizar. Wat hij allemaal heeft gedaan en voor elkaar heeft gekregen (ik bedoel, je eigen gevangenis bouwen?!) is niet te beseffen. Hierna bracht onze gids ons ook nog naar Communa 13. Dit was een van de gevaarlijkste en armste plekken in Medellin, maar na een optreden van het leger en een goede opknapbeurt, is het nu toegankelijk voor toeristen. Het was heel bijzonder om Medellin ook van deze kant te bekijken. De huizen zijn hier klein maar kleurrijk en in elke straat klinkt muziek. De sfeer is relaxed, maar ondanks dat was ik blij dat er een gids naast mij liep. Na de tour dachten Iris en ik nog wel energie te hebben om boodschappen in te slaan voor het kerstdiner. Maar vrouwen een supermarkt insturen mét een kater én trek… is een slecht plan. Met tássen vol liepen we de supermarkt uit. Eenmaal in het hostel gingen Iris en ik aan de wijn en de mannen maakten het eten klaar. Samen met nog een aantal mensen van het hostel hadden we een fijn avondje, ondanks dat het kerstgevoel compleet ontbrak.

In de hoop dat er op 1e kerstdag wel íets open is, gingen we de volgende ochtend opzoek naar een plek waar we konden brunchen. De straten die altijd zo druk en gezellig waren, waren nu uitgestorven. Niemand te bekennen, en werkelijk álles was dicht. We besloten ons bed nog even in te duiken samen met Netflix en de wraps van de avond daarvoor. Prima Kerstbrunch. Bart en Iris hadden het goed voor elkaar en vertoefden in een 5sterren hotel. Aan het einde van de middag maakten we daar príma gebruik van door een duik te nemen in de jacuzzi op hun dakterras. ‘S avonds aten we bij een fantástische Italiaan, dronken we (veel) rode wijn en genoten we met zijn viertjes intens van een fijne 1e kerstavond.

Tweede kerstdag kennen ze hier niet en goddank was maandag de stad weer druk en gezellig. We deden een walking tour door een ander gedeelte van de stad. Samen met wederom veel te veel Nederlanders liepen we door een heel ander gedeelte van Medellin. Voordat we vertrokken gaf onze gids ons wel eerst wat instructies. Zo betekende ‘Papaya 1 tm 2’ dat het redelijk veilig was, maar bij ‘papaya 3 tm 4’ moet je je rugzak op je buik dragen en goed om je heen blijven kijken. De buurten waar we met de gids doorheen liepen werden namelijk niet aangeraden voor toeristen. Sterker nog; hostels roepen hard dat je deze buurten moet ontwijken. Onze gids wist ons veel te vertellen over de historie van de stad en het land. Het was een bijzondere dag waarbij we wederom kennis maakten met een geheel ander Medellin.

Palomino

De volgende dag kwam er alweer een einde aan ons verblijf in het mooie Medellin. Eenmaal door alle security checks heen, zaten we voor onze gate te wachten toen er twee mensen naar ons toe kwamen lopen. “Guys, did you do the Gibbon Experience in Laos?” En toen wist ik het, dit zijn Shelly en Trent waarmee we de Gibbon Experience hebben gedaan. Bizar dat we deze leuke mensen na ruim een half jaar tegenkomen aan de andere kant van de wereld. Inmiddels hadden we ook een andere Nederlander ontmoet die bij ons aansloot en zo kwam het dat we met z’n allen naar Santa Marta vlogen. Althans, eerst hebben we nog 2,5 uur lang op het vliegtuig moeten wachten. Vanaf Santa Marta hebben we de taxi gepakt naar Palomino, wat nog op 1,5 uur rijden lag van Santa Matta. We hadden hier een hostel aan het strand geboekt en we waren meer dan blij dat we er eindelijk waren. En wie stonden daar; Tim en Karel! Na die ene avond uit Medellin waren we ze een beetje uit het oog verloren en het was natuurlijk allerleukst om ze hier weer te zien. Woensdag begonnen we de dag relaxed bij het zwembad en aan het begin van de middag gingen we met iedereen tuben in de Palomino Rivier. Dwars door de jungle, in een band, met de leukste mensen om mij heen en een biertje in m’n hand. Echt waar, dit had van mij dágen mogen duren.

We waren naar Palomino gekomen voor de mooie stranden en het blauwe water. Toen we de volgende dag een ‘stranddagje’ wilden doen viel dit dan ook bést een beetje tegen. De Google resultaten van Palomino berusten niet geheel op de echte waarheid kan ik je vertellen. We verhuisden dus voor een dagje naar het zwembad en liepen voor de lunch naar Lena. Een leuke vrouw die in haar mini-tuintje in de weer is met verse producten en een klein gasstelletje. We kregen een pasta-pesto, een salade, een verse Juice én de lekkerste gehaktballen die we tijdens onze reis hebben gehad. Dit al voor 9.000 COP (nog geen drie euro).

Cartagena

Vrijdag pakten we met elkaar de bus naar Cartagena, maar dit was allemaal nog wat ingewikkelder dan gedacht. Ons hostel bood allereerst een direct transfer aan voor 75.000, maar een dag later vroegen ze hier 120.000 voor. De Dreamer Hostel is een kei in overal geld voor vragen. Dus dat idee lieten we varen. We besloten ‘s ochtends vroeg een bus te pakken vanaf de grote weg naar Santa Marta. De buschauffeur beloofde dat hij ons bij het busstation van Santa Marta af te zetten, maar zonder pardon werden we totaal ergens anders gedropt. Tuurlijk. Vanaf deze plek regelden we weer een taxi en licht geïrriteerd liepen we na een kwartier het busstation in. Hier werden we bijna omver gelopen door alle buschauffeurs. Al trekkend aan onze tassen vertelde elke buschauffeur dat híj toch echt de beste bus had. We besloten met de meest relaxte man mee te gaan en we waren dolblij met zijn bus met airco en razendsnelle WiFi.

Dat we vanaf Palomino dus ‘even’ naar Cartagena konden reizen viel vies tegen. De eerste drie nachten sliepen we in Bocagrande, op een paar meter afstand van het strand. Zodra we zaterdag wakker werden hadden we geen gevoel dat het oudjaarsdag was. De oliebollen ontbraken, de kou en onze vrienden en familie. We besloten onze buurt te ontdekken en werkelijk óveral liepen mensen die iets aan ons wilden verkopen. Zodra we richting een stukje strand liepen kwamen alle verkopers spontaan onze kant op lopen met alle mogelijke tours en af en toe zat er iemand tussen die geen tour aanbood, maar wel wat hulpmiddelen voor diezelfde avond. Zeg maar. Ik voelde me heel ongemakkelijk en we zijn snel een andere kant opgelopen.

Na een healthy lunch liepen Kas en ik naar het winkelcentrum waar we beiden een eigen kant op gingen. Kas opzoek naar een telefoonhoesje, ik op zoek naar make-up (na 9 maanden zonder make-up was de drang te sterk;)). Terwijl ik in de winkel liep voelde ik mijn buik borrelen en ik wíst: ik had hooguit een minuut om een toilet te vinden en ik moest nog wel een aantal trappen oplopen. Toen ik weer op de terugweg naar beneden was zag ik Kas ineens naar boven lopen. Een tikkie gestresst. “Kas, ik kom al naar beneden!” Riep ik nog. Maar Kas rende naar boven en zei in lichte paniek “ik moet nú naar de wc!”. Dat was dus een gezellig avontuur.

Voor ‘s avonds was er nog geen enkel plan. We wilden met zijn allen een hapje eten, wat drinken en ergens dansen. Maar verder was het allemaal nog erg onduidelijk. Inmiddels waren er vrienden van Trent en Shelly aangekomen die een heel relaxed dakterras hadden en dus besloten we daar eerst te verzamelen. Na een paar biertjes werd het toch tijd om iets aan dat plan te gaan doen. Karel en Tim hadden een prima restaurantje gevonden waar we wat konden eten en drinken. Maar tsja, daar zat een prijskaartje aan. Maar nérgens in de stad was er een menu goedkoper dan 60 euro te vinden. Na 10 rondjes te hebben gelopen was ik er klaar mee, schiet mij maar lek met al die verschillende meningen. Tegen tienen hadden we ons allemaal maar opgesplitst om vervolgens net voor het nieuwe jaar allemaal weer samen te komen. Om 12 uur werd er geproost, keken we naar het vuurwerk en barstte het feest in de straten los. Dansende mensen op tafels, live bandjes en technomuziek; alles was er. Dat het maar een fantastisch mooi 2017 mag worden!

1 januari kon niet beter beginnen. We nestelden ons op het strand (dit keer een iets relaxter gedeelte) en langzaamaan kwamen ook alle andere katerhoofdjes onze kant op. Met onze biertjes in onze hand en de voeten in de zee genoten we van elkaars verhalen van de avond daarvoor.

De volgende dag was het voor ons weer tijd om te verhuizen naar een ander gedeelte van Cartagena, we hadden nog drie nachten in de wijk Getsemani geboekt. Alle huizen hier zijn kleurrijk en de straten smal en gezellig. We wandelden de hele dag door de stad en ik genoot van de fijne en relaxte sfeer. Om moeilijkheden te voorkomen besloten we ‘s avonds met pizza’s en biertjes het park in te gaan waar we ook nog eens een privé optreden kregen van twee rappers.

Rondom Cartagena liggen allemaal kleine eilandjes, de Rosario islands. Voor dinsdag boekten we een tour bij een klein kantoortje. Met een bootje zou hij ons naar een klein eilandje brengen met witte stranden, waar we de hele dag konden relaxen in een prachtig resort. Ik weet het, te mooi om waar te zijn. Maar hé, je weet maar nooit. De boottrip naar het eilandje was heerlijk, maar het resort viel een tikkie tegen. Het was een bij elkaar geraapt zooitje waar boten af en aan voeren om nóg meer toeristen te droppen. Maar zolang de zon, zee en het strand er zijn vind ik alles allang prima. Na de lunch werden we verzocht om de boot op te gaan omdat we naar Playa Blanca gingen. Iets dat we niet hadden geboekt, maar veel slechter dan dit plekje kon het niet worden. Playa Blanca was een soort Costa Blanca maar dan nóg drukker en een stuk mooier. Dat dan weer wel. Ondanks de drukte genoten we intens van dit mooie stukje strand en baalden we er stiekem van dat we dit niet eerder hadden ontdekt.

img_2588

Het is bizar hoe snel de tijd gaat. Sinds december lijkt de tijd letterlijk te vliegen en nu komt er dus ook een einde aan ons Colombia avontuur. Een land waar je zoveel verschillende verhalen over hoort, waar op elke hoek van de straat een zakje Cocaïne onder je neus wordt geschoven en waar het krioelt van de Nederlanders. Maar wat een fijn land. Vol met lieve mensen, mooie stranden, leuke steden en een bijzondere historie. Het waren speciale weken, maar het is tijd om de backpack weer om te doen, een nieuw avontuur tegemoet te gaan en iedereen weer gedag te zeggen. Dear Tim, Karel, Trent, Shelly, Jasper, Bart and Iris; Thanks for the great time together and being a great part of our journey. Hope to see you somewhere in the world again!

Cuba, we’re ready for you!

Dag 225 – 238. Bolivia

Uyuni trip

Zaterdagochtend werden we opgehaald door onze Spaans sprekende gids voor een 3 daagse trip met een 4×4 door de hoogvlaktes van Bolivia. Ook Lila uit de USA, Charlotte uit Frankrijk en Marion en Karl uit Duitsland gingen mee. Onze trip begon met 2x in de rij staan bij de grensovergangen en om 10 uur was het allemaal gefixt; we stonden in Bolivia! Onze gids had ondertussen een fantastisch ontbijtje klaar gezet. Na het ontbijt stapten we met zijn allen in de 4×4 en reden we naar de Geysers, de Blue, de Green én de Pink Lake waar duizenden flamingo’s in stonden. We voelden ons net een beetje Aziaten, die springen ook altijd de auto uit om foto’s te maken, en springen dan snel weer de auto in om het volgende te bewonderen. Nouja, zo ging dat ook een beetje bij ons.

De hele dag hebben we als een stel gekken op cacaobladeren gekauwd, dat schijnt goed te helpen tegen de hoogte. Zaterdag hebben we het hoogste punt van 5.000 meter bereikt, maar de cacaobladeren mochten helaas niet baten. Marion riep steeds dat we moesten blijven drinken, en lichte maaltijden moesten eten. Bij elke 1.000 meter die je omhoog gaat, moet je eigenlijk een liter extra drinken. Maarja, zie dat maar eens weg te krijgen. Savonds waren we allemaal moe, uitgeput en hadden we knallende hoofdpijn van de hoogte. We lagen dan ook met z’n allen om 8 uur al in onze dorm.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend leek het wel alsof de steen in ons hoofd zwaarder was geworden, maar naar mate de dag vorderde leken onze lichamen iets meer aan de hoogte gewend te raken. De rest van de dag zagen we vooral veel rotsformaties, beklommen we een aantal rotsen en zagen tot Kas zijn grote plezier vooral heel veel lama’s. De hele dag reden en liepen we door de mooiste natuur, wat een bijzondere wereld! Die avond was het met ieders hoogteziekte iets beter gesteld en sliepen we in een ‘Salt hostel’. Een hostel waar alles, inclusief de bedden, gemaakt is van zout. Het hostel was een stuk luxer dan die van de nacht daarvoor en als een stel blije kinderen genoten we van de warme douche, een goeie fles rode wijn en bijzondere gesprekken tijdens het avondeten. Aangezien de wekker de volgende ochtend om vier uur ging, was het vroeg bedtijd en probeerden we zoveel mogelijk slaap te pakken. Ondanks dat mijn hoofdpijn wat was gezakt, was ik nog steeds regelmatig buiten adem en snachs om 1 uur werd ik wakker van mijn hart die als een rázende tekeer ging. Door die hoogte voel ik mij net een kettingroker met astma.

Toen om 4 uur de wekker ging vond ik dat hélemaal prima. M’n hart maakte nog steeds veel te veel slagen en dat maakte me te onrustig om in slaap te komen. We sprongen de auto in en onze gids zette ons na 1,5 uur af bij een cactuseiland. We begonnen met een (kleine) klim naar boven maar voor Charlotte en mij voelde het alsof we een metershoge berg aan het beklimmen waren. Blij dat we boven waren, genoten we van de zon die langzaam opkwam en die de zoutvlaktes een warme gloed gaf. Wat een sprookje!

img_9829

Kas bleef ondertussen maar foto’s maken – terwijl de rest al beneden stond – dus ik vroeg of hij op wilde schieten. Mensen zeggen wel eens dat ík lomp ben. Maar die Karelse kan er ook wat van. Hij draaide zich wat wild om en een seconde later hoorde ik vanaf boven ‘nick, ik ben in een cactus gevallen’. Ik moest zó hard lachen. Totdat ik hem zag, zijn hele knie onder de cactusstekels. Het heeft wel even geduurd voordat ik alles eruit had gepeuterd.

This slideshow requires JavaScript.

Eenmaal beneden stond wederom het ontbijt klaar met yoghurt, koffie en véél cake. Vanaf hier zijn we een uurtje verder gereden naar een andere plek op de zoutvlaktes. Óveral waar je kijkt zie je hetzelfde; witte vlaktes van zout en een strak blauwe lucht. Dit natuurverschijnsel is zo bijzonder, úren kun je hier rondrijden zonder ook maar iets anders tegen te komen. Op de volgende plek kregen we ruim een uur de tijd voor foto’s. Want voor wie denkt dat die foto’s op de zoutvlaktes ‘zo gemaakt zijn’. Dat is dus állesbehalve waar.

img_0792

Onze laatste stop van de tour was bij een oud treinstation. Maar ik kon alleen maar denken aan een bed. Ik was duizelig, moe, had last van m’n ademhaling en was heel misselijk. Maar dat bed stond voorlopig nog niet op de planning. Onze tour eindigde namelijk in het stadje Uyuni en er is geen enkele reden om daar te blijven. Er is niets, behalve wat stoffige straatjes en huizen. Kas en ik hadden allereerst in gedachten om direct de nachtbus naar Sucre te pakken, maar dat ging ik echt niet meer redden. Daarom besloten we samen met Lila en Charlotte door te reizen naar Potosí. Dat was slechts 4 uurtjes reizen en dus een prima alternatief.

Potosí

Potosí ligt helaas nog steeds heel hoog – zoals heel Bolivia – en we waren ook daar weer druk met cocathee, water en cocabladeren. De volgende ochtend zijn we Potosí ingelopen samen met Char. Ondanks dat we al een paar dagen in Bolivia waren, was dit de eerste echte stad die we van Bolivia zagen. Waar we Argentinië en Chili nog redelijk ‘Westers’ vonden, was het in Bolivia echt alsof we jaren terug in de tijd gingen. De vrouwen lopen in lange, gekleurde rokken en zijn gewikkeld in gekleurde doeken. Veel zijn bruin van de zon, maar nog meer van de viezigheid. Kindjes spelen op blote voetjes op straat, hebben vieze oogjes en wangetjes en staren je allemaal een beetje bang aan.

Sucre

Na een ochtendje Potosí vonden we het wel welletjes en hebben we de middagbus naar Sucre gepakt. Sucre wordt ook wel de witte stad van Bolivia genoemd en daar is niets teveel over gezegd. Alle huizen en gebouwen zijn wit en het voelde meteen als een fijne en schone stad. Ook het Kultur Berlin hostel waar we verbleven was een warm bad met lieve mensen. We sliepen op een vierpersoons-dorm waar we de eerste nacht met zijn drietjes sliepen. Samen met Carolina, die we in de bus naar Potosí al hadden leren kennen. Savonds gingen we uit eten met Max uit Engeland, Carolina en natuurlijk met Charlotte. Het was een bijzondere avond waarbij veel gesproken werd over de klimaatverandering. Want voor wie ‘Before the Flood’ nog niet heeft gezien; foei! Doen; meteen na het lezen van de blog. Landen als Bolivia hebben het meeste te lijden onder de klimaatverandering en dat merk je aan alles. Bolivia kent momenteel de ergste droogte sinds 25 jaar en water is er moeilijk te vinden. Wij hadden mazzel dat ons hostel een werkende douche had, want in de rest van Sucre is dit niet het geval.

De volgende ochtend begonnen we met een ontbijtje bij het hostel, want tot nu toe zitten onze ontbijtjes óveral in Zuid-Amerika er gratis bij in. Carolina had al aangegeven dat het een goed ontbijt was, maar dit hadden we nog nooit gezien. Een gratis ontbijt betekent hier namelijk altijd wit brood, (droge, dikke) pannenkoeken en met mazzel een stukje fruit. Hier hadden we echter de keuze uit 3 soorten yoghurt, 4 soorten verse sap, álle soorten fruit, een mix van zaden en Quinoa, versgemaakte granola, 6 verschillende soorten brood (bruin brood!). En dan heb ik het nog niet over de wafels, cakes en de chocolademuffins. Je begrijpt; wij waren twee blije kinderen.

Nadat we rollend het ontbijt hadden verlaten, was het tijd voor onze eerste Spaanse les in Sucre. Nikkie – beste vriendinnetje van Kas – heeft hier vorig jaar Spaanse les gehad van Carolina en heeft ons haar nummer gegeven. Carolina stond hier meteen voor open en zo kwam het dat we woensdagochtend voor haar deur stonden. Drie uur lang leerde ze ons weer van alles bij en genoten we van haar enthousiasme en vrolijke karakter. Na de les wandelden we naar een oud klooster waar we boven op het dak een fantastisch uitzicht hadden over de stad. En terwijl ik van het uitzicht stond te genieten, voelde ik m’n darmen overuren maken. Ik riep in paniek naar Kas dat ik heel, héél snel een wc moest vinden. De rest van de dag liep ik met geknepen billen een wc te zoeken – sorry jongens, reizen is niet áltijd feest – en dronken we aan het einde van de dag een drankje bij Café Gourmet Mirador. Een café met rieten parasolletjes, lounge stoelen en een fantastisch uitzicht over Sucre.

‘S avonds ging Kas nog op boevenpad met Max, Sarah en Carolina en besloot ik maar optijd m’n bed op te zoeken. Helaas kwam ik er op de kamer achter dat we er een nieuwe roomie bij hadden gekregen. Een Duitse roomie van 70+ wel te verstaan. Toen ik binnenkwam stond de douche aan, maar mijn nieuwe 70+-roomie liep gewoon in de kamer rond. Ik vroeg haar of ze de douche nog ging gebruiken, maar die vraag moest ik 4 keer herhalen voordat ze het verstond. Ze was wat doof. Ze mompelde dat ze allang klaar was met de douche, dus die zette ik een beetje verbaasd maar weer uit. En dan te bedenken dat de rest van Sucre zonder water zit. Mijn 70+-roomie was vervolgens een uur bezig met spullen in & uit pakken en ging vervolgens op haar telefoon tikken. Met geluid op 100. De vraag of het geluid uit mocht, moest ik ook vier keer herhalen en beantwoordde ze met een gehaaste ‘sisi’. Helaas bleef het ‘tiktiktiktik’ van haar telefoon op volume 100 staan. Toen het éindelijk stil was, begon hetgeen waar ik bang voor was. Ze snurkte. En hárd. Wat een nacht. Om 5 uur was ze klaar met slapen en begon het ‘tiktiktiktiktik’ op volume 100 wederom en besloot ze wat in de kamer heen en weer te lopen. In haar pyjama, met haar camera om haar nek.

Tijdens onze Spaanse les de volgende ochtend zaten we er allebei als een stel zombies bij, wat dácht deze vrouw precies? Na de les besloten we voor een privékamer te vragen bij het hostel, maar dat was er helaas niet meer. Maar, zo lief als ze waren, plaatsten ze ons op een dorm voor 16 mensen waar geen anderen zouden slapen. We hielden een siësta en hadden savonds een ‘Italiaanse avond’ bij het hostel samen met Max.

Voordat we vrijdagavond de bus pakten naar La Paz hadden we allereerst nog een walkingtour en drie uur Spaanse les. Na twee uur kwam de moeder van Carolina vragen of we soms zin hadden in thee – de locals drinken thee en eten brood om 5 uur in de middag – en voor we het wisten zaten we met de hele familie aan tafel. Een uur lang oefenden we zo ons Spaans en leerden we meer over de lokale bevolking en haar gebruiken. Wat een fantastische gastvrije familie!

La Paz

De nachtbus naar La Paz was wat rommelig en we waren blij dat we om 6.30 bij het hostel waren. Onze kamer was al klaar en dus gingen we eerst nog voor twee uurtjes slaap voordat we de stad in gingen. La Paz ligt in een dal tussen de bergen en heeft een fantastische ligging. De stad verder is vooral snoeí druk en heel vervuild. Char was al een dag eerder aangekomen in La Paz en we hadden met zn drietjes afgesproken bij Cafe Del Mundo. Een schattige Westers tentje waar we het aan durfden om een salade te eten en een smoothie te drinken. Doordat de droogte zo erg is in Bolivia is het oppassen geblazen met het eten. Salades en fruit worden óf niet gewassen óf in vuil water en dat kan nog wel eens wat buikproblemen opleveren. Na het ontbijt zijn we met zn drietjes de kabelwagen in gedoken om naar het hoogste punt van La Paz te gaan. In La Paz gebruiken ze namelijk kabelwagens in plaats van metro’s om je eenvoudig te kunnen verplaatsen tussen de bergen. Savonds aten we met elkaar in het hostel. Er wordt nadrukkelijk geroepen dat je in La Paz níet de straat op moet in de avond en aangezien niemand om ons heen dat deed, besloten wij het gevaar ook maar niet op te zoeken.

Zondagochtend was Kas behoorlijk beroerd en besloten we voor een rustdagje te gaan. Hier had ik nog even een klein geluksmomentje dat ik dit keer de dans was ontsprongen maar hé, karma is a bitch. Zondagmiddag was ik de lul. M’n darmen van streek en de ergste hoofdpijn ooit. Na een beroerde nacht en ochtend besloten Kas en ik maandag toch even een rondje te lopen en wat te eten bij Cafe del Mundo, want Kas voelde zich inmiddels iets beter. En tsja, ik moest toch íets eten. Slechtste plan óóit. Eenmaal aangekomen bij het café liet ik mij geheel buiten adem en duizelig op een stoel zakken en na een minuut moest ik alweer naar de wc rennen. Eenmaal op de wc begon ik weg te vallen. Na 15 minuten met mn hoofd tussen mn benen op de wc strompelde ik terug naar ons tafeltje. Ik voelde natuurlijk íedereen naar mij kijken. ‘Kas. Je moét take-away vragen. Ik moet hier weg’. Zo gezegd zo gedaan, maar we moesten nog terug naar het hostel lopen. En dat ging dus niet. Ik zakte onderweg in elkaar en uiteindelijk heeft de taxi ons goddank veilig thuis gebracht. Lekker ‘even’ een stukje lopen pfff.

Copacabana

De volgende ochtend voelde ik mij weer zo goed als nieuw en we besloten verder te reizen naar Copacabana. Dat was vijf uur met de bus en bést een tikkie spannend. Want; geen wc. Maar we hebben het overleefd. Om in Copacabana te komen moesten we onderweg nog een watertje over en dat gebeurd echt op z’n Zuid-Amerikaans. Alle passagiers worden met een bootje over gevaren en de bus wordt op een apart, gammel bootje gezet en ook naar de overkant gevaren. In Copacabana is niet veel te doen. De enige reden dat mensen hier naartoe komen is voor Isla del Sol en vanaf Copacabana wordt je daarheen gevaren. Isla del Sol is een klein eilandje midden in het Titicaca Lake waar jaren geleden de inca’s hebben geleefd. Hier loopt een incatrail van de ene kant naar de andere kant van het eiland die je kunt bewandelen.

img_1113

Voordat we sochtends om 8.30 de boot pakten vanaf Copacabana naar Isla del Sol haalden we eerst wat te eten bij Carlos. Deze man staat elke dag met zijn karretje vol met Vegan Food in de haven van Copacabana. Zelfgemaakte, suikervrije energierepen, meergranen wraps met falaffel, meergranen brood met hummus of linzen én de lekkerste Vegan brownies óóit. Deze man verbouwd alle groenten zelf en het is echt zó lekker. Gezond eten in Zuid-Amerika is elke dag weer een opgave (hoe vetter hoe beter hier) en deze man maakte mij dus echt dólgelukkig.

Om 8.30 zijn we op een heel krakkemikkig en gammel bootje in 2,5 uur met een snelheid van 5km/u naar Isla Del Sol gevaren. Hier werden we aan de Noord-kant afgezet en 5 uur later aan de Zuid-kant weer opgehaald. De tocht was wat pittig door de hoogte, maar het was prachtig, indrukwekkend en heel rustgevend.

Wat ons wel opviel is dat Bolivianen niet echt open of gastvrij zijn. Ik had elke dag wel een boze Boliviaan achter mij aan omdat ik een foto maakte, wat dus niet gewenst was. Maar ook de kinderen zijn niet gediend van toeristen. Ze kijken je wat angstig aan, komen liever niet bij je in de buurt en zwaaien woest naar je camera. Ook op Isla del Sol was dit het geval. Dat volwassenen niet altijd blij zijn met toeristen begrijpen we, maar kinderen zijn vaak de manier om toch contact te kunnen maken met de lokale bevolking. Over het algemeen spelen ze wat om je heen, proberen ze oogcontact te maken en lachen ze wat verlegen. Maar de Boliviaanse kindjes vinden je of eng, of niet leuk en dat laten ze dan ook heel direct merken.

Donderdag was het tijd om Copacabana en tevens ook Bolivia achter ons te laten. Maar níet voordat we eten hadden ingeslagen bij Carlos. Wat een held. Hij blijkt niet alleen kok te zijn maar ook een eigen hostel te hebben waar hij al het eten zelf verbouwd. Díe hebben we helaas gemist maar als je ooit in Copacabana bent… Hostel Joshua it is. (http://hostaljoshua.blogspot.pe/)

We pakten donderdag de dagbus van Copacabana naar Arequipa. Onze eerste stad in Peru. In Bolivia genoot ik van het feit dat álles anders was dan we gewend waren. De cultuur, het eten, de mensen.. Ik vond het fantastisch om te zien dat er mannen op straat zaten met typmachines. Wilde je iets uitgetypt hebben, dan ging je naar één van deze mannen. Maar ik vond Bolivia een lastig land om kennis te maken met de bevolking. Alsof ze helemaal geen toeristen wíllen in hun land. En tsja, misschien is dat ook wel gewoon zo. We gaan je dan ook met rust laten. Op naar Peru!

Dag 218 – 225. Santiago – San Pedro de Atacama (Chili)

Santiago


Daar gingen we. Met z’n drietjes (samen met Tim) pakten we de bus van Mendoza naar Santiago, Chili. De bus zou er 7 uur overdoen, maar daar was de grenscontrole nog niet bij ingecalculeerd. Hoelaat we daadwerkelijk zouden arriveren was dus nog een verrassing. De rit verliep vrij soepel en de uitzichten waren fantastisch. Als backpackper pak je het liefst de nachtbus (want dan heb je vervoer en overnachting in 1 en dat scheelt weer geld), maar íedereen vertelde ons dat we deze busrit overdag moesten doen. De hele bus was druk foto’s aan het maken van de besneeuwde bergtoppen en mooie riviertjes. Een paar kilometer voor de grenscontrole sloeg de blijheid éven om in een kleine paniek. We zagen honderden vrachtwagens in een kílometers lange rij staan voor de grens en er leek geen einde aan te komen. Gelukkig waren we zo bijdehand geweest om een iets luxere bus te boeken en die zoefde rustig langs deze lange rij. De paniek bleek dus nergens voor nodig. Nadat we ruim 1,5 uur op de bussen voor ons hadden gewacht, dachten we dat we wel ‘zo klaar’ zouden zijn. Niets bleek minder waar. Na de paspoort controle werden álle tassen één voor één gecheckt, liepen er honden door de bus en stelden ze allerlei lastige vragen in het Spaans. Tussendoor werd Kas nog even weggeroepen door een paar intimiderende politieagenten – ik haalde natuurlijk alle mogelijke scenario’s in mijn hoofd in de tussentijd- maar na 3,5 uur waren we dan eindelijk klaar om onze busreis verder voort te zetten. Moet je nagaan hoelang die vrachtwagens en busjes moeten wachten, dágen staan ze in de rij om de grens over te mogen.

Twintig kilometer voor onze eindbestemming Santiago viel de airco uit, maar hé; we waren er bijna. Zodra we de snelweg richting de stad op wilden rijden zagen we helaas één grote file staan. Terwijl we stil stonden zat de hele bus tevergeefs te zoeken naar iets dat verkoeling kon geven en zagen we de graden van de bus oplopen. Waar het eerste een aangename temperatuur van 20 graden was, liep dat al snel op naar 22, 26, 28, 34, 38, 41, en toen de duiven écht bijna van het dak vielen met 44 graden plofte de airco weer aan. Thankgód. 3,5 uur over 20 kilometer doen is verdomde knap, but we did it.

Het was inmiddels 9 uur, donker en dus pakten we een taxi naar ons hostel. Een aardige vent bracht ons eerst – via een ríante omweg – naar de bank om Chileens geld op te nemen, om ons vervolgens via een andere omweg richting het hostel te brengen. Het was 8.000 Chileense Peso’s. Ik gaf onze vriendelijke vriend 20.000 en ik kreeg er 5 terug. Hij bleef maar ontkennen en roeptoeteren dat de 5.000 die ik terug kreeg écht klopte, maar naar mate ik bozer werd, werd hij… nog iets bozer. Om gekke dingen te voorkomen hebben we het erbij laten zitten, maar mán. Ik was boos. Dit vind ik dus het kutste aan reizen. Ze naaien je gewoon waar je bij staat en lachen je daarna keihard uit.

Je begrijpt, onze eerste ervaring met de Chilenen was niet om naar huis te schrijven en de receptioniste van ons hostel maakte het er ook niet veel beter op. Ze had het behoorlijk zwaar om ons een kamer aan te wijzen en onze vragen te beantwoorden. Toen we haar vroegen of het veilig genoeg was om te lopen naar een restaurant in de buurt keek ze een beetje moeilijk (al deed ze dat sowieso al). Ze vertelde ons dat het met z’n drietjes wel kan, maar alleen zeker niet. En neem vooral geen tas mee. En als ze iets van je willen geef het dan diréct af. Oké, misschien kunnen jullie beter een taxi nemen, vervolgde ze. Tsja. We keken op onze Maps, en álle restaurantjes zaten 3 straten verder. Hoe erg kan het zijn? Ons voorbereid op het ergste liepen we met z’n drietjes naar het gebied met de restaurants. Ik had echt nog nooit zoiets gezien. Stráten vol met alleen maar hippe restaurants, barretjes en overal klonk muziek. Er was een fijne sfeer, alle restaurants zaten bómvol, iedereen was vrolijk en onveilig? Geen moment. We waren dol blij toen we om 22 uur eindelijk op een terrasje neervielen en genoten van een koud biertje.

Vrijdagochtend werden we rustig wakker op het terras van het hostel met een ontbijtje. Het ontbijt in het hostel is van 8.30 tot 9.30 en toen ik om 9.30 naar binnen liep om mn kopje bij te vullen met koffie pakte ze nét de koffie weg. Ik vroeg haar of ik mezelf nog een beetje mocht bij schenken. ‘No. It’s 9.30. Breakfast is finished’. En ze goot de koffie resoluut door de gootsteen heen. Sériously?!

Om de hoek van het hostel zit Cerro San Cristóbal. Een hike moet je hier uiteindelijk een prachtig uitzicht geven over Santiago en bovenop de berg is een religieuze plek waar veel mensen samen komen. Jammer voor ons was het in de ochtend gesloten vanwege stakingen. We hebben ons laten vertellen dat Chilenen gemiddeld 500 dollar per maand verdienen, dit is dus de reden dat ze nu in opstand komen. Chili is samen met Argentinië één van de duurste landen van Zuid-Amerika (veel prijzen zijn vergelijkbaar met Nederland) en met dit loon kun je dus niet veel kanten op. We hebben uitgerekend dat ze na 1 uur werken, 1 avocado kunnen kopen. Ook de vuilnismannen zijn aan het staken (inmiddels al een week of twee) en alle straten liggen vól met afval. De Chileense president is het echter niet eens met de eisen en laat het zoals het is.

This slideshow requires JavaScript.

We besloten een ochtend door de stad te lopen en we keken onze ogen uit. Óveral zie je bijzondere gebouwen, mooie architectuur, leuke lokale restaurantjes en er heerst een fijne sfeer. Na een rondje stad gingen we terug naar het hostel voor een siësta om daarna een tweede poging te wagen voor de Cerro San Cristóbal, dit keer samen met Tim én met succes. Het was open. Het was een klim omhoog (vooral erg warm) maar het uitzicht was fantastisch en de heilige plek was indrukwekkend. Er klonk muziek en de mensen om ons heen gebruikten dit moment om na te denken. Na een koude douche dronken we een drankje op een rooftopbar, dronken we biertjes in één van de leuke straatjes en aten een echte Chileense maaltijd.

De volgende ochtend waren we een tikkie brakjes, haalde ik vóór 9.30 mijn koffie en liepen we naar de receptioniste om bustickets te regelen. Er hing namelijk een poster in het hostel van 3 bij 4 meter waarin ze adverteerde bustickets te kunnen regelen. De receptioniste had er alleen wederom geen zin in. Ze keek niet op van haar belangrijke Whatsapp gesprek en zei ‘No. I can’t help you’. En dat was dat.

Kas en ik liepen samen wederom een rondje stad, bezochten de vismarkt en namen een kijkje op de Vega markt. Een markt vól met noten, zaden, fruit en groenten. We waren eerst nog een beetje terughoudend om de markt op te gaan vanwege alle starende blikken én het feit dat we de enige toerist waren. Vooral dat staren. Ik dacht dat het in Argentinië erg was, maar het is hier gewoon nog tien keer zo erg. De mannen maken hartjes van hun handen, roepen ‘I love you’, komen nét te dicht tegen je aan staan of blijven gewoon staren. Naar m’n benen dus hé, dat begrijp je.

Valparaíso


Via via waren we in contact gekomen met een gids die ons wél aan vervoer kon helpen naar Valparaíso, de stad waar we zondag heen wilden. Hij kende iemand die zondag met een tour naar Valparaíso ging en wij pasten daar nog wel bij. Voor 15 euro per persoon haalde hij ons op en bracht ons naar het hostel. Zo gezegd zo gedaan. Zondagochtend was het natuurlijk nog éven spannend of ‘ie ook echt zou komen, maar dat deed ‘ie. Ze hadden beloofd in 1 keer door te rijden naar de stad (twee uurtjes), maar dat liep net iets anders. Onze eerste stop was na een uurtje bij een schattig restaurantje aan de weg. Deze stop was voor ons meer dan welkom, want ons hostel had vanochtend ineens het ontbijt een uur verzet waardoor we deze hadden gemist. We dronken een kop koffie, aten een bijzonder zoet gebakje én we kregen nog een bakje met koekjes van onze lieve chauffeur. Onze tweede stop was bij een uitzichtpunt en de lieve man stond erop om van iedereen een foto te maken. Dus dat deden we. De derde stop was bij een soort wijn/kledingwinkel/cafetaria (een bijzondere combi) waar we uiteraard weer op de foto moesten. Met z’n drieën, allemaal alleen en allemaal nog even met een grote wijnfles. Hij bleef maar klikken. En grapjes maken. Maar die verstonden we niet want hij sprak te snel Spaans. Maar lief was ‘ie. De vierde stop was bij een ander uitzichtpunt en nouja, je raadt het vást al. Precies. De foto’s. En toen waren we eindelijk in Valparaíso. Hij heeft eerst drie rondjes gereden voordat hij ons preciés voor het hostel kon afzetten, want anders vond hij het maar gevaarlijk. We kregen een paar dikke kussen en knuffels en blij zwaaide hij ons na. Wát een schat.

img_9474

Het hostel in Valparaíso was een soort warm bad vergeleken met het vorige hostel. De mensen waren behulpzaam, alles was schoon en het ontbijt was gratis én lekker. Met z’n drietjes liepen we een stukje door de stad heen en savonds aten we in het hostel. Na het eten dronken we een theetje samen met de Nederlandse Lotte en Nienke. Ook zij zijn al een hele tijd onderweg en toen Nienke iets mocht kiezen wat ze écht het allermeeste mist riep ze ‘pepernoten!’ Mamma had voor ons een zak pepernoten meegenomen mét schuimpjes en die zat nog steeds in de backpack, te wachten op het juiste moment. Kas nam een sprintje naar de kamer en kwam blij aanlopen met de pepernoten. Toch nog een beetje Sinterklaas in Valparaíso.

This slideshow requires JavaScript.

Maandag gingen we samen met Tim, Nienke, Lotte, Philip uit Duitsland en Arjun uit India de Street Art tour doen. Een vrolijke Chileense jongen nam ons mee de stad in en liet ons de mooiste schilderingen zien. Valparaíso is namelijk één en al kleur en overal zijn bijzondere schilderingen te zien. Na de tour hebben we de hele middag met iedereen op het dakterras doorgebracht, en spraken we vooral over de nieuwe leefstijl van Philip. Zodra hij op reis ging in Zuid-Amerika besloot hij zijn hele levensstijl om te gooien. Geen alcohol, gluten, vlees, vis, zuivel en suikers. Hij vond dit al vergif, zowel voor zijn lichaam als voor onze wereld en wilde eens testen hoe hij zich zou voelen zónder. Wat hij dan wel eet? Fruit en noten en soms wat groenten. Als je de foto’s van 8 maanden terug bekijkt weet je niet wat je ziet, alsof er een andere man naast mij zit. Ik heb vol ongeloof geluisterd & ik vond het super interessant. Geen zorg, geen zorg, ik eet nog steeds alles.

Op een kwartiertje rijden van Valparaíso ligt het kustplaatsje Viña del Mar. Het was een rustig plaatsje met leuke restaurantjes aan het strand en een mooie wandelroute. Kas en ik brachten hier onze dinsdag door. Woensdag maakten we ons wederom op voor een lange busreis, dit keer stond ons een rit van minimaal 24 uur te wachten.

San Pedro de Atacama

Woensdag zeiden we iedereen gedag, ook Tim, en met zijn tweetjes stapten we om 18.00 de bus in. De bus naar San Pedro de Atacama had helaas geen stoelen die volledig plat konden dus het was een lange rit. Na 25 uur werden we afgezet in de droogste plek op aarde.

Nadat we ons hadden geïnstalleerd in het hostel zijn we de hoofdstraat ingelopen waar het stikt van de touroperators en restaurantjes. We boekten een trip naar Uyuni en aten bij een restaurantje waar 3 mannen vrolijk muziek stonden te maken en het haardvuur goed brandde.

Vrijdag hadden we een relaxdag, ik had barstende koppijn – ik kon mij niet herinneren het ooit zo erg te hebben gehad – en was weinig waard. Later bleken wij ons niet goed te hebben ingelezen en bleken wij in San Pedro al op ruim 2400 meter hoogte te zitten. Dit realiseerden wij ons dus véél later, maar het verklaarde een hoop. Aan het einde van de middag dronken we een drankje in een café waar een Braziliaan en een Chileen bij ons aan tafel kwamen zitten. De Braziliaan droeg een pet uit Amsterdam, wat wij uiteraard heel grappig vonden. Hij vertelde ons van alles over de cultuur en de inwoners van Chili. De Chileen was daarentegen een wat bijzondere vent. Blij ratelde hij over alle drugs die hij gebruikt en dat het toegestaan is in San Pedro. Enthousiast haalde hij zo de gehele apotheek tevoorschijn, werkelijk álles had hij op zak en in grote hoeveelheden. Ik riep dat ‘ie dat snel weg moest stoppen en hij nam rustig een snuif wiet aan tafel en begon daar smakelijk om te lachen. Wat een gek. Na een tijdje zeiden we ze gedag en gingen we wat eten in één van de leuke restaurants in San Pedro samen met Guillermo, een jongen uit Mexico. We hadden hem in Valparaíso leren kennen, maar hadden nog maar weinig woorden met hem gewisseld. We vonden hem wat ‘eenzaam’ ogen en toen we zagen dat hij ook naar San Pedro ging hebben we hem gevraagd wat met ons te eten. En hij heeft ons op álle fronten verbaasd. Man, wat kan je je vergissen in mensen (dit keer dus in goede zin). Deze jongen was niet eenzaam of onzeker. Hij had de mooiste verhalen en was écht een schat, we hebben uren zitten praten, eten en drinken.

De volgende ochtend werden we vroeg opgehaald voor een drie daagse tour naar de zoutvlaktes van Uyuni. Onze hele trip is uiteraard één groot feest en elke dag kijken we weer uit naar al het moois dat we mogen zien en meemaken. Maar sóms zijn er plekken bij waar je zólang naar uit hebt gekeken. Een van deze plekken zijn de zoutvlaktes van Uyuni. De nacht van vrijdag op zaterdag heb ik amper kunnen slapen van de kriebels in mijn buik en ik stond om 6.30 te stuiteren van opwinding; Salar de Uyuni, we’re ready for you!

Dag 191 – 206. Buenos Aires (Argentinië)

Vanuit Nieuw-Zeeland vlogen we een heel ander continent tegemoet: Zuid Amerika. De elf uur durende vlucht was de langste tot nu toe, maar erg relaxed. Met Finding Dory en de nieuwste Pretty Little Liair (ja het is heus) afleveringen ben ik de vlucht príma doorgekomen. Onze reis naar Buenos Aires had onze hersenen wel even een klap gegeven. Om 20.00 savonds Nieuw-Zeeland tijd stapten we het vliegtuig in, 11 uur later kwamen we aan in Buenos Aires waar we dezelfde dag aankwamen om 16.00 smiddags. Dag en nacht waren bij ons volledig omgedraaid. Maar ach, ik had nog nooit last gehad van een jetlag, Ik maakte mij nul zorgen. Want ik en slaap zijn altijd hele goede vrienden.

Voor de eerste week hadden we een AirBnB geboekt in de wijk Palermo. Het appartement was heel fijn & van alle gemakken voorzien. We besloten na aankomst allereerst wat boodschappen te doen, maar het vinden van een ‘normale supermarkt’ bleek nogal een opgave. De moed zakte mij in de schoenen toen ze nergens bruin brood, meergranenpasta, yoghurt of granola bleken te hebben.. Snoep, zoete yoghurtjes en flessen wijn hadden ze daarentegen in overvloed. We besloten maar voor een restaurantje te gaan, en de boodschappen te laten voor de volgende dag.

Nadat we de hele nacht naar het plafond hadden liggen staren, zijn we boodschappen gaan doen bij de Jumbo (ja echt waar). Ik heb met veel moeite een ‘normaal’ ontbijt voor mijzelf bij elkaar kunnen sprokkelen. In Australie en Nieuw Zeeland verkochten ze gezond eten in overvloed, hier zijn ze nog niet zo gericht op die gekke superfoods. De rest van de dag wandelden we door de stad en genoten van de fijne, relaxte sfeer.

Zondag was het een feestdag voor Kas. We gingen naar een voetbalwedstrijd van Boca Juniors. Het zelf kopen van tickets is lastig en toen BA Bikes een tour aanbood met gids, lunch én drankjes, waren wij om. Het was het tegenovergestelde van goedkoop, maar dit was wat Kas wilde meemaken.
Een typische maffiebaas kwam ons ophalen met zijn zoon, in een busje dat nét niet van ellende uit elkaar viel. Kas en ik hebben lang moeten wachten in het busje en werden uiteindelijk voor het stadion gedropt. Het was een beetje ‘he joe, hier is de wedstrijd. Veel plezier, we pikken je zo op’, en weg waren ze.
We besloten onze middag niet te laten verpesten en genoten van de wedstrijd in het stadion. Het was heel bijzonder, wat zijn die Argentijnen een druktemakers! Vooral m’n lief genoot, keek z’n ogen uit en was teleurgesteld toen de scheids floot voor het eindsignaal.

Nadat we ook de nacht van zondag op maandag geen oog dicht hadden gedaan, liepen we als een stel zombies richting school. Omdat we de komende 4/5 maanden door Zuid en Midden Amerika gaan reizen, willen we graag eerst de taal een beetje leren. En dus hebben we twee weken in de ochtend Spaanse les. Ons klasje bestaat uit New Yorker Josh, Zwitserse Josephine, Zwitser Arno en Duitser Thork. Oh, en leraar Julian. Heerlijk om weer naar school te gaan, te studeren en een ritme te hebben (zei ik dit echt?). Jammer voor mij, is de Argentijnse taal íets anders dan het Spaans. Ik dacht dat ik al een heel eind was door de dubbel ‘l’ uit te spreken als een ‘j’ en de ‘j’ als een ‘g’ maar dit bleek allemaal niet op te gaan hier. En ook toen ik vrolijk zwaaiend tegen iedereen ‘adios’ zei, keken ze mij vragend aan. Jep, daar moet nog het een en ander aan gesleuteld worden.

This slideshow requires JavaScript.

De rest van de week bestond dus met name uit school, leren en nachtenlang wachten tot het licht werd. Die jetlag hield maar aan en ik wist zo af en toe van moeheid niet meer wat voor en achter was. En da’s knap lastig.

Vrijdag sloten we onze eerste schoolweek samen af op het terras in de zon en daarna verhuisden we naar een hotel. Onze moeders zouden namelijk de volgende ochtend aankomen en met z’n viertjes hadden we kamers in hotel Costa Rica geboekt. Vrijdagavond kon ik moeilijk in slaap komen en zaterdag ochtend was ik om half 6 wakker van de kriebels in mijn buik. Ik kon niet wachten om mamma te zien! Om 8 uur was het zo ver. Onze moeders stonden op de stoep en het was ZO fijn! Na bijna 200 dagen kon ik éindelijk weer met mamma knuffelen. We hebben uitgebreid ontbeten, geknuffeld en verhalen verteld. Heel bijzonder om dit zo met zijn viertjes mee te maken.

Na het ontbijt wandelden we samen door de stad en bezochten we de Recoleta Cementery (Cementerio de la Recoleta). Hier liggen veel belangrijke personen die een rol in de Argentijnse geschiedenis hebben gespeeld. Waarvan Eva Perrón waarschijnlijk de bekendste is. De begraafplaats geeft de indruk van een echte stad met brede straten en smalle steegjes. Heel bizar om te zien, het voelde alsof ik door een spookstad liep. We dronken nog een drankje op het plein in Recoleta – waar we extra betaalden omdat we buiten zaten – en eindigden de dag met een boekje en een drankje in de zon.

De volgende ochtend kon ik wel huilen van blijdschap – ik had een héle nacht geslapen. Ik had echt nooit gedacht dat níet kunnen slapen zoveel woede in je naar boven haalt. Anyway. We begonnen met een relaxed ontbijtje en wandelden toen ruim een uur naar de zondagse San Telmo Market. Tijdens ons verblijf in Buenos Aires sliepen wij in de wijk Palermo Soho – een beetje á la de Pijp – en San Telmo is meer te vergelijken met de Jordaan. Nadat ons honderd keer verteld is dat we hier écht moeten oppassen met onze spullen, liepen we alle vier een tikkie gespannen met onze armen om de tassen en handen in de zakken. Maar we hebben ons – gelukkig – geen moment onveilig gevoeld.

Deze zondagse markt begint in Calle Defensa bij Plaza Mayo en er lijkt geen einde aan te komen. Bij elke hoek dachten we ‘dit zal dan wel het laatste stuk zijn’, maar niets was minder waar. We bléven maar lopen. Het is een sociale bedoeling en naast veel toeristen, liepen er ook veel locals rond. Het was een mengeling van veel troep (hebbedingetjes en souvenirs), mooie sieraden, antieke spulletjes, straatmuzikanten en tango-dansers. Vooral bij deze laatste heb ik mijn ogen uit gekeken. Terwijl de barbecue aan stond en iedereen stond te smikkelen van een broodje choripan (brood met chorizo) werd er fantatsische muziek gespeeld en een prachtige tango gedanst. Mén. Wat een sexy dans. Ik vond het echt fantastisch. Komen wij aan met onze klompendans.

Savonds genoten we van een biefstuk bij La Cabrera. We hebben ons laten vertellen dat ze hier het beste vlees van Buenos Aires hebben.

This slideshow requires JavaScript.

Voor ons begon op maandag weer een schoolweek. Onze mamma’s gingen deze week in de ochtend samen de stad verkennen en in de middag bezochten we iets met zijn viertjes. Maandag hadden we na school een bike tour geboekt en bekeken we het zuidelijke gedeelte van Buenos Aires. Samen met 12 anderen (waaronder 6 Nederlanders, haaaay) en drie gidsen hebben we 4 uur lang príma vermaak gehad. Gids Matteo vertelde dolenthousiast over alle historie, de wijken en had een prima gevoel voor humor. De wijken in Buenos Aires zijn totaal verschillend. Zo fietsten we door de kleurrijke wijk La Boca heen, waar je alleen beter niet kunt komen. Deze wijk kent veel armoede en is zeker niet zo gezellig als het er uit ziet. Puerto Madero (de haven) is daarentegen weer voor de échte rijken en daar is het net alsof je in Parijs bent. Daarnaast fietsen we door San Telmo en over Avenida en Plaza de Mayo. We hoorden over de historie en dan vooral over de dictatuur die hier tot 1983 heeft geheerst. De naam van de dictator noemen ze echter niet, het doet nog te veel pijn.

De volgende dag was het ‘rustdag’. Onze mamma’s lopen s’ ochtends hun benen onder hun lijf vandaan om zoveel mogelijk van de stad te zien dus na school spraken we af bij het leukste lunchtentje van BA; Ninina. S’ avonds aten we wat kaasjes op ‘ons’ dakterras en hebben we met zijn viertjes onze reisvideo’s terug gekeken. Met de slappe lach als gevolg.

Woensdagavond aten we bij Sarkis, hét familie restaurant van Buenos Aires. Reserveren kon niet, en dus gingen we er maar een beetje ‘optijd’ naartoe. Samen met mamma onder de paraplu, want het regende weer eens in BA. Mamma had trouwens al twee dagen geen stem en terwijl we door de storm liepen kreeg ze spontaan de slappe lach. Ik kan jullie vertellen; da’s een knap lastige combinatie. Geen stem & de slappe lach. Om 19.50 kwamen we aan bij het restaurant. De deuren waren nog dicht en er stonden tientallen mensen voor. Om 8 uur opende de eigenaar de deuren om de namen en het aantal personen van iedereen te registreren. Eén voor een werden we naar binnen geroepen en genoten we van het bizar lekkere (en goedkope) eten. Wat een tent. Toen we 2 uur later naar buiten liepen, stond er nog steeds een rij.

Voor donderdag wilden we eigenlijk een foodtour doen. Na wat heen en weer gemail en belachelijke prijzen besloot ik het zelf maar in elkaar te flansen. Ik googlde naar de meest authentieke restaurantjes en barretjes en stelde een route samen. Bij het eerste (oudste) barretje liep het plan al volledig in de soep. Het was gesloten. We besloten naar het volgende restaurantje te lopen, maar die moest nog even wachten. Na een paar minuten lopen zagen we namelijk een bijzonder geel gebouw met de naam ‘Ja!’ en een levensgrote opblaaswijnfles voor de deur. Daar moesten we natuurlijk even naar binnen gluren. Een kleine, mollige Argentijn kwam naar ons toegelopen en stond erop dat we even binnen kwamen. Daar was een proeverij van één van de leveranciers in volle gang. Of we misschien ook mee wilden proeven? Of nee; we hadden geen keus. We kregen de witte wijn in onze handen geduwd, de champie volgde en vervolgens kwam er nog veel rode wijn. Ondertussen stelde de eigenaar (de kleine, mollige Argentijn dus) ons voor aan een knappe, lange, knappe (of had ik dat al gezegd?) Argentijn. Hij kon namelijk wel Engels en kon ons zo het een en ander vertellen. Wat een gastvrijheid. Ze vertelden ons alles, namen alle tijd en we genoten inténs. Nadat we een flesje wijn hadden uitgekozen vertelde de lange, knappe Argentijn ons over de wijnproeverij die ze op vrijdag gaven. We besloten daar nog even over na te denken en beloofden hem daarover terug te bellen. Zodra we buiten stonden wisten we eigenlijk wel dat we hier niet over na hoefden te denken, want hoé fantastisch waren deze mensen? Terwijl mamma smoeselde dat die lange, knappe Argentijn toch écht een oogje had op mij, besloot ze dat het een goed plan was dat ik alleen naar binnen ging om ons aan te melden voor de proeverij. Dus ik vertelde hem het goede nieuws, en met zijn bruine kijkers vertelde hij dat ik zijn gast was voor vrijdag, en dat we dus maar voor drie hoefden te betalen. Ik ben zo’n kneus die dat dan niet begrijpt. “No no its okay. We come with the 4 of us, so we pay for 4”. “No. I invite you, you are my guest so you come for free”. Ehhhhh. Oke. Awkward. Ik liep ietwat rood aan en snelde naar buiten. Waar mamma natuurlijk luidkeels riep “ik zei het toch!”. Si. Hasta mañana!

De foodtour werd inmiddels meer een wijntour en nadat we nog 2 leuke barren bezochten, vonden we het wel welletjes geweest. Vrijdag stond ons tenslotte nóg een proeverij te wachten. En als het aan de eigenaar ligt; weten wij in ieder geval dat er goed gedronken gaat worden.

Alweer onze laatste schooldag. Afgelopen twee weken zijn voorbij gevlogen. Onze mamma’s waren de hele dag op pad naar de Tigre River en Kas en ik nestelde ons na de les op het dakterras in de zon. Om 7 uur vertrokken we met z’n allen naar ‘Ja!’ voor de wijnproeverij. We werden al kussend en knuffelend door iedereen ontvangen. Tijdens de proeverij werd er af en toe nog een glaasje extra bijgeschonken terwijl we genoten van de queso en de stukjes jamón. Onze knappe, lange Argentijn bleek tot onze verbazing gewoon een Fransman die hier was gestrand tijdens zijn reis en zette speciaal voor ons Justin Bieber op en deed ook nog eens een dansje. Als je óóit in Buenos Aires bent, gaat hier heen. Deze plek zit vol lieve mensen én lekkere wijn.

image

Zaterdag werd ik een beetje met een dubbel gevoel wakker. Pappa heeft mij regelmatig verteld over Buenos Aires, en vooral dat het écht wel één van zijn lievelingssteden is. Ook daarom voelde het een beetje extra speciaal om hier twee weken te ‘wonen’. Ik had geen verwachtingen van de stad of van de mensen. Maar het voelt een beetje alsof deze stad altijd ‘danst’. De mensen zijn vrolijk, er is altijd wel ergens muziek aan en regelmatig zie je ergens in een steegje of een hoekje de tango gedanst worden. Ik vond het heerlijk dat de bakker al wist wat ik ging bestellen en dat de groenteman mij elke dag met een stralend gezicht ‘buenos días’ wenste. Éven overwoog ik om hier een leuke plek te zoeken om te werken en gewoon nog even te blijven. Maar de reis gaat verder en ik weet zéker dat ik hier terug ga komen. Dag fijne, mooie stad met je lieve mensen. Tot snel. Pappa, ga je dan met mij mee?