Dag 57 – 66. Chiang Rai, Chiang Khong (Thailand) & Huay Xai (Laos)

31 mei t/m 2 juni: Chiang Rai.

Na Chiang Mai kun je best stellen dat we een beetje verwend waren. Deze stad stikte namelijk van de leuke koffietentjes, het lekkere eten en de schone en betaalbare hostels. Dat Chiang Rai daarom een beetje tegenviel was dus echt de schuld van Chiang Mai. Bij aankomst moesten we allereerst hoognodig wassen. In Nederland houdt dit in dat je meeste kleding vies is. Maar hier betekent het dat je écht niets meer hebt om aan te trekken. Dat viezige shirt waar je al vier dagen in loopt wás al vies en tsja, soms wordt ondergoed stiekem voor 1 dag binnenstebuiten gekeerd – gadver zeg, is dit nog steeds dezelfde ik? Anyway. Deze opdracht bleek nog aardig lastig want van wasserettes hadden ze hier niet gehoord. Gelukkig vonden we 1,5 km verder onze redding. We moesten hiervoor wel diep in de buidel tasten want het kostte potdikkie 4 euro voor alle was. Tsja, ik zei het toch. We zijn verpest.

De eerste avond hebben we ons prima vermaakt bij een travestieten bar samen met twee Ierse jongens. Deze avond is wel weer gebleken dat ik te snel een oordeel heb over mensen. Zo dacht ik dat één van deze Ieren een beetje een suffe gast was. Oké, ik dacht dat het een ontzettende nerd was. Maar na 5 minuten had hij dat hele idee weggeblazen. Het bleek de meest enthousiaste, gekke en sociale jongen te zijn die we tot nu toe ontmoet hebben.

Echt veel te doen is er niet in Chiang Rai, maar de witte tempel is wel iets dat je gezien moet hebben. Vol enthousiasme hebben Kas en ik een mountainbike tour geboekt en dat pakte nét iets anders uit dan ik in mijn hoofd had. Het regende zoals ze dat alleen in Azië kennen. Ons is wijsgemaakt dat er ‘af en toe een buitje valt’ tijdens het regenseizoen maar dat is dus een ontzettende grap. Het kan hier dagen regenen alsof de wereld vergaat. Maar de tour was geboekt, onze gids had er zin in en de poncho’s lagen klaar. We konden er niet meer onder uit. Er ging gefietst worden. De landschappen waren heel mooi en indrukwekkend en het was echt fijn om weer te fietsen. Maar die régen. Ik heb best wat af gemopperd op de fiets en was blij toen de witte tempel in zicht was. Je raadt ook wel wat er gebeurde toen we er eindelijk waren hé? De gietende regen trok inderdaad weg en de zon begon te schijnen. Lachen man, dat Thailand.

3 juni t/m 4 juni: Chiang Khong
Vanaf Chiang Rai hebben we voor 65 Bath (40 Bath is een euro dus reken maar uit) de bus gepakt naar Chiang Khong, een plaatsje net voor de grens van Laos. Deze 3 uur durende busrit was de leukste ooit. De deur wordt opengelaten, de ramen staan open en je hobbelt door de mooiste landschappen.

Chiang Khong bestaat zo ongeveer uit 1 straat en er is niets te doen. De avond hebben we al gin tonic drinkend doorgebracht samen met een Nederlandse man en sliepen we in een heel hip en leuk hostel. Dat hadden ze dan weer wél in Chiang Khong.

5 juni t/m 9 juni:  Huay Xai – Laos
Vanaf Chiang Khong hebben we de Tuktuk gepakt naar de grens en na een check van 2 bijzonder jolige douaniers stonden we zomaar in Laos. Huay Xai ligt op 10 minuutjes van de grens en wordt om twee redenen bezocht: de Gibbon Experience en de boottocht naar Luang Prabang over de Mekong. Want ook hier is verder niks te beleven. We hadden niets geboekt en gingen op de bonnefooi opzoek naar een gezellig hostel. Want; die hadden ze overal wel – dachten we. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij het Friendship hotel – dit klinkt mooier dan het is, geloof me. De eigenaar sliep op de bank voor de deur en de kamers waren donker, viezig en de bedden… Nouja. We waren blij toen het maandagochtend was zullen we maar zeggen.

Maandag begonnen we met de Gibbon Experience. Op aanraden hebben we deze driedaagse tour in de jungle geboekt maar ik was er nog niet heel zeker van. Geen idee wat ons te wachten stond en ik was bést een tikkie nerveus kan ik je vertellen. Na een drie uur durende autorit stopten we in een klein dorpje en begon onze eerste 2 uur durende hike. Daar kregen we onze zipline uitrusting en werden we verdeeld in 2 groepen. Één groep bestond uit schreeuwende Amerikanen en Canadezen en onze groep bestond uit een Zwitsers stel: Franzie en Daniël en een stel uit Nieuw-Zeeland: Vicky en Thomas. Onze boomhut bereikte je door erheen te ziplinen – met bibberende knietjes de eerste keer maar vol enthousiasme alle andere honderd keren – en was het allercoolste dat ik ooit heb gezien. Het bestond uit 3 verdiepingen en aan alles was gedacht. Matrassen, klamboes, dekens, drink water én een buiten douche.

image

De rest van de middag zijn we samen met Daniël en Franzie gaan ziplinen. De uitzichten waren zo bijzonder mooi en het was heel gek om zo boven de mooie jungle te vliegen. Vicky en Thomas bleven liever in de boomhut. Bij nader inzien hield Vicky niet zo van insecten en had ze toch best wel heel erg hoogtevrees. Ons avondeten werd – uiteraard- met de zipline gebracht en de nacht in de boomhut was heel bijzonder. Ik dacht continu dat er ‘heus echt wel een luipaard in de boomhut liep’ en hield Kas wakker terwijl ik weer een ander merkwaardig jungle geluid hoorde.

This slideshow requires JavaScript.

We waren een beetje teleurgesteld toen het weer met bákken uit de lucht kwam toen we wakker werden, maar gelukkig ging dit al snel over in zachte regen. Vicky en Thomas besloten wederom in de boomhut te blijven – want tsja, die regen – en samen met onze Zwitserse vrienden en de gidsen gingen we de hele dag op pad. Onderweg kwamen we de andere groep weer tegen en dat pakte iets minder gezellig uit voor Franzie. Ergens in de jungle is een stuk waar 2 ziplines uitkomen. Wanneer je hier naartoe ziplined, sta je op een platform tegen de boom aan – en je staat hoog, heel hoog. Uiteraard ben je áltijd gezekerd, maar toch. Franzie stond te wachten op het platform en één van de Amerikaanse chicks komt vrolijk aan zippen en beukt Franzie opzij – gelukkig was daar de boom en hield ze er niet meer dan een bult en de schrik aan over. Tsja, de Amerikaanse had een waterfles in haar hand en kon dus niet remmen, sorry man.

Nadat we uitgespeeld waren in de jungle zijn we terug gegaan naar de boomhut. Terwijl ik mijzelf vast maakte aan de kabelbaan hoorde ik Vicky hard – maar als Vicky geluid uit brengt is het écht hard – en lang gillen. Een beetje zorgelijk zipte ik de hut binnen en vond ik Vicky met een bloedzuiger op haar hand. Springend en krijsend door de hut. Dat wij er al een stuk of 10 hadden gehad die dag leek haar niet gerust te stellen en ze heeft vervolgens de boomhut wel 4 keer gepoetst.

De laatste ochtend werden we wakker gemaakt door het geluid van de Gibbons. Als een stel kleine kinderen hebben we op krukjes naar buiten zitten kijken, wachtend op de Gibbons. En daar waren ze. Zó bijzonder. Deze dieren worden met uitsterven bedreigd en wij hebben zeker 2 uur lang van tientallen Gibbons kunnen genieten. Jup. Onze Gibbon Experience was geslaagd.

Tranen met tuiten toen we de boomhut moesten verlaten en terug moesten, kwamen we onderweg wederom de andere groep tegen. Één van de meiden lag inmiddels op een brancard want ze was vergeten haar rem te gebruiken en had hierbij haar enkel gebroken. En da’s zuur. Ze moest nog 2 ziplines en zéker 6 kilometer terug. Op een brancard is ze de berg afgedragen maar toen we op de helft waren moesten de gidsen toch echt nog even ontbijten. Haar reispartner maakte daar niet zo’n punt van maar ik weet wel wat ik gedaan had. Die gekken eens even bij hun nekvel gepakt en gezorgd dat ze Kas welnú naar beneden droegen. En snel een beetje.

De Gibbon Experience heeft alle verwachtingen overtroffen en het is voor het eerst sinds onze trip dat ik drie dagen nérgens over nadacht. En stiekem.. Stiekem vond ik dit het allerleukste van onze reis tot nu toe. Oh dus echt, als je naar Laos gaat moét je dit doen. En dan spring ik stiekem in je backpack.