Dag 144 -155. Adelaide – Melbourne.

Dat we zo gastvrij werden ontvangen door Mandy en Marc, vonden wij heel bijzonder. We vroegen donderdag of we ze misschien konden helpen bij een klusje – ze zitten beiden in de schoonmaakbusiness. En zo kwam het dat we vrijdag met dweil en al in een sportschool stonden. We kregen her en der wat vreemde blikken en ik hoorde ze denken “wat doen die twee lange, blonde mensen hier?”. Maar gezellig was het zeker.

Zaterdag gingen we met Marc op pad. Hij liet ons een bijzonder uitzicht zien over Adelaide, waar we een koffietje dronken en reden vervolgens door naar Victor Harbor. We hadden gelezen dat hier walvissen gespot konden worden, maar Marc had er een hard hoofd in. Hij had ze immers nog nooit gezien in de twintig jaar dat hij hier woont. Maar het was onze geluksdag: ze waren er. Welliswaar vanaf een grote afstand, maar met verrekijker goed te zien en we stonden te stuiteren van geluk. Wát een beesten. Vanaf hier bracht Marc ons naar Granite Island Recreation Park. Een eilandje dat met een loopbrug verbonden is met het vaste land, waar een gezellig restaurantje zit en pinguïns rond waggelen. Althans, zo zag het er uit toen Marc dit twee jaar terug bezocht. Inmiddels is het restaurant gesloten, staat er één foodtruck en zijn alle pinguïns weg. We spraken een tijdje met de eigenaar van de foodtruck. Klanten heeft hij bijna niet en de pinguïns zijn een jaar geleden gevlucht vanwege alle toeristen. Ongelooflijk hoe zo’n idyllisch eilandje binnen een jaar veranderd in een plek waar niets te zien is..

image

‘S avonds namen Marc en Mandy ons mee naar hun favoriete restaurant en reden ze voordat we naar huis gingen nog even langs het prachtige uitzicht over Adelaide en al haar lichtjes. De avond sloten we af met een wijntje buiten bij het vuur.

image

De volgende dag vertrokken we weer en daar hadden we beiden nog niet echt zin in. De afgelopen dagen hadden we zoveel tijd met deze lieve mensen doorgebracht, dat gedag zeggen dan toch lastig is. We kregen van Marc nog een paar warme dekens mee en toen was het toch echt tijd om te vertrekken.

Onze eerste stop onderweg was een Pink Lake. We hadden hier beiden niet veel van verwacht maar hebben ons hier echt over verbaasd. Het was écht roze. Zo bijzonder! Hierna reden we door naar de Gramphians, een National park. We aten wat bij het kampvuur en zodra het donker was stelde Kas voor om nog even op kangoeroe jacht te gaan. We reden nog geen 5 meter het park uit en we zagen er wel 20 zitten. De moeder met een baby in haar buidel maakte nog wel de meeste indruk. We bombardeerden deze avond tot de ‘nachtsafari van Kas’ want voor wie het nog niet wisten: Kas is inmiddels helemaal één met de natuur. Freek Vonk is er niets bij.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend bleek echter dat de nachtsafari niet écht nodig was om kangoeroes te spotten. Het zat vól met kangoeroes. Terwijl we aan het hardlopen waren zagen we vélden vol en hopten ze gewoon langs ons. Na het hardlopen reden we allereerst naar de Balconies. Een uitzichtpunt over de Gramphians. Een bordje vertelde ons dat we de weg absoluut niet mochten passeren vanwege ‘mogelijk gevaar’, maar wij zijn Kas en Nick niet als we dat bord gewoon negeren. Natuurlijk wél voorzichtig, maar je kon daar nu eenmaal een mooiere foto maken ;). We bezochten nog de watervallen en liepen vervolgens nog door naar de ‘fishy falls’. Geen idee wat het was, maar Kas was wederom razend nieuwsgierig. Nadat we na een uur lopen nóg niets bijzonders waren tegengekomen zei ik dat we nu toch echt terug gingen. “Maar misschien kómt het zo nog. Kom, we lopen nog even verder”. ‘T is wat hé, die Kas.

We sloten de dag af bij Seal Point, een uitzichtpunt in Cape Bridgewater. De route hier naartoe was een 10km looproute, maar zo ontzettend mooi. Je loopt hoog langs de kust en de zon was daar ook eindelijk. Onderweg zagen we zeehonden en we dénken dat er ook walvissen waren. Maar die route…

Savonds werd het wel weer eens tijd voor een gratis kampeerplek. We reden naar Narrawong waar we een prima plekje vonden. We hadden de auto nog niet stil gezet of er kwam alweer een kangoeroe aanhoppen. De kangoeroes die we tot nu toe hebben gezien waren schuw, maar deze vond het wel gezellig bij ons. We gaven hem een wortel, welke hij dankbaar opknabbelde. Na het eten was het uiteraard weer tijd voor de ‘Kas safari’. Dit keer om koala’s te spotten. Savonds nog een rondje rijden is niet alleen leuk, we zetten dan ook nog even de verwarming vol aan, zodat het niet zo koud is in de auto voordat we gaan slapen ;).

De volgende ochtend begonnen we met een koffietje in Port Fairy. Hoezeer ik ook gewend ben aan het kamperen (soms dan..), raak ik er niet aan gewend om ongedoucht een koffietentje binnen te stappen. Ik voel me soms écht Sjonnie en Anita samen met Kas. Op de camping heb ik er geen moeite meer mee. Joggingpak, dikke trui, haar in een knot en om het allemaal nog erger te maken trek ik zo nu en dan ook nog eens mijn thermosokken over mijn broek heen. Man, man, die camping is zó niet sexy. Maargoed, verder aan niemand vertellen hoor.

This slideshow requires JavaScript.

De eerste stop die dag was bij Tower Hill. Hier deden we een kleine hike op een vulkaan en hadden we een prachtig uitzicht over een krater. De weg naar Tower Hill ging echter niet zo snel als we wilden. Een Emu dartelde voor onze auto. Was totaal in de stress door ons, Maar kon het helaas niet bedenken om uit te wijken naar links of rechts.

This slideshow requires JavaScript.

Vanuit het groene en heuvelachtige gebied reden we weer naar de oceaan. De Great Ocean Road ging hier dus écht beginnen. Vol enthousiasme begonnen we bij een Whale Lookout, maar dit keer helaas zonder succes. De eerste bezienswaardigheid op de Great Ocean Road was Bay of Islands. Het is gewoonweg niet uit te leggen wat je hier ziet. Een grote baai, een wit strand en allerlei losse rotsen in het water. Het water sloeg wild tegen de rotsen en gaf bijna een ‘angstaanjagend’ gevoel. ‘Jammer dat we hiermee beginnen, mooier kan het toch niet worden?’dacht ik nog.

We sliepen ‘Savonds dichtbij de twaalf apostelen en dus was dit onze eerste stop de volgende ochtend. Of het mooier was dan de Bay of Islands durf ik niet te zeggen, maar het was minstens zo indrukwekkend.

Mandy & Marc hadden ons de ‘Oatway Fly’ aangeraden maar dit bezoek liep wat anders dan we hadden bedacht. Al onze hele reis gebruiken we de applicatie maps.me welke je zonder internet moeiteloos vertelt waar je heen moet. Enige nadeel is soms dat ‘ie je altijd via de kortste route stuurt, en niet over de hoofdweg. En laat ons bussie nou niet écht geschikt zijn voor alle wegen. Kas navigeerde, ik reed. We reden over een onverharde weg en ik zag een stijle weg omhoog voor ons opduiken. “Dat lijkt mij niet echt handig, zal ik omdraaien?”, m’n lief mopperde dat ik gewoon moest doorrijden, dus dat deed ik braaf. De helling bleek nog stijler dan gedacht en op links zagen we een bordje waar stond ‘only drive with dry weather’. Ehhhhh ja.. Die helling kwamen we niet op en dus zette ik de auto in z’n achteruit – met klamme handjes, dat snap je. Er kwam een oprijlaan op links en ik draaide de auto daar in, zodat we terug konden rijden. Ik had alleen niet gezien dat er enorme kuilen in de weg zaten en voor ik het wist stond onze auto op twee wielen. Één voor, één achter. En het bussie is al zo lekker stabiel. Ik durfde niet meer. Om het evenwicht in balans te houden ging Kas aan de zijkant staan en we wisselden van plek. Ik kon wel janken van geluk toen kas onze auto weer stabiel op een normaal wegdek zette.

Genoeg avontuur, we gingen maar voor de vuurtoren in het Oatway National Park en lieten oatway fly voor wat het was. Die Australiërs verzinnen het om bij het minste en geringste geld te vragen en vragen dan het liefst een fiks bedrag. Voor de vuurtoren werd ook 20 dollar pp gevraagd, welke we toch maar besloten neer te leggen. Het uitzicht was bijzonder met de woeste oceaan onder ons, maar of het nu die 40 dollar waard was….
De dag sloten we af bij een bierbrouwerij waar ze op paardenraces aan het wedden waren. Kas zou Kas niet zijn als hij zich hier niet even in zou verdiepen. Binnen no-time werden de paarden zorgvuldig uitgekozen en geld werd ingezet.

This slideshow requires JavaScript.

De Great Ocean Road werd de volgende dag voortgezet en we werden getrakteerd op het ene mooie uitzicht na het ander. De mooiste Lookout zorgde wederom voor een paar klamme handen, dit keer bij Kas. Maps.me had weer een leuke route in petto en met 10km/u reden we een stijle helling op. Gegarandeerd avontuur hoor, met een Wicked Camper. Nadat we het eindbord van de Great Ocean Road waren gepasseerd sloten we dit af met een bierproeverij. Er stond een openhaard aan, het biertje smaakte goed en de mensen waren leuk. We wilden blijven, maar er moest nog een camping gevonden worden. Aan de overkant was ‘plenty of space’, maar het was vies en het lag met 36 euro ver boven ons budget. We lieten de fijne Brewery toch maar achter ons en reden een stukje door naar een andere camping. Ondanks dat ik deels over mijn ‘camping smetvrees’ heen ben, was dit toch wel een fijne verrassing. Elke campingplek had zijn eigen douche en toilet cabine. Wat een uitvinding.

Na 5 maanden reizen zijn we nog niet in een ‘Westerse stad’ geweest en ik keek zó uit naar Melbourne. Na een rondje hardlopen sochtends pakten we onze spullen in en reden we de auto naar Wicked Campers in Melbourne. Ruim 5.000 kilometer hebben we gereden en hoewel het af en toe spannend was…. Hij heeft het zowaar overleefd. Het afscheid met ons busje viel ons allebei niet zo zwaar en met onze backpacks liepen we naar het tramstation. Volgens Wicked was dit namelijk príma te lopen en de snelste manier om het centrum in te komen. Na een paar minuten lopen kwam er een auto naast ons rijden, de vrouw achter het stuur vroeg ons of we onderweg waren naar het tramstation. “That’s a long walk. Get in, I’ll bring you.” Waar we dit aanbod 5 maanden geleden nog vriendelijk hadden afgeslagen – ja je wéét het niet, misschien is ze wel een seriemoordenaar – stapten we nu dankbaar in. Níet normaal hoe aardig Australiërs zijn. Misschien moeten we een beetje van hun vriendelijkheid in ons landje proppen.

This slideshow requires JavaScript.

Hoe dichterbij we bij het centrum kwamen, hoe blijer ik werd. Het stadsmeisje werd weer wakker. Voor drie dagen gingen mijn thermosokken, te grote trui en joggingbroek onderin de tas. Ons hotel lag méga centraal en dus huppelden we samen naar Ponyfish Island. Dé kroeg waar alle hippe mensen samen komen om te borrelen. Deze kroeg is niet meer dan een plateau onder de brug, maar meer is er ook niet nodig. Met een uitkijk op de skyline van Melbourne bestelden we vrolijk drankjes en warmden we onszelf op bij de warmtelampen. De sfeer, de mensen…. Ik denk dat ik toen al verliefd begon te worden op deze stad.

Om 8 uur wandelden we samen aangeschoten naar huis, hadden geen zin meer om te eten en vielen lam maar gelukkig in slaap.

This slideshow requires JavaScript.

De volgende ochtend vond ik het maar al te gek dat mijn broertje die avond al aan zou komen in Melbourne. Is het gek om het ‘spannend’ te vinden om familie na 5 maanden weer te zien? Geen idee, maar dat vond ik dus wel. We begonnen de ochtend met een koffietje, want als dat érgens goed kan… Dan is het wel in de stad van de koffie. We bezochten de Victoria Market, liepen de bibliotheek binnen en verbaasden ons over de vele restaurants. In Melbourne draait het állemaal om eten en drinken. De sfeer in de stad is zo fijn, de gebouwen mooi, de Victoria Market was all about the healthy food en de bieb was de vetste die ik ooit heb gezien. Ik fluisterde Kas in zijn oor dat het súper oké zou zijn als hij hier een baan zou kunnen vinden..

image

Savonds was het moment daar; we gingen Junior zien! Compleet gebroken van de reis dronken we nog een drankje en openden we dankbaar de kadootjes. Hoé blij kun je zijn met een kaart van je liefste ouders, de nieuwste Linda, een zak drop en stroopwafels. Beheurlijk blij dus. Vooral van dat eerste.

This slideshow requires JavaScript.

Terwijl Junior zijn roes aan het uitslapen was begonnen Kas en ik de dag goed bij Hash. Een hip tentje dat bekend staat om haar chocolademelk. En terecht. We bezochten met z’n drietjes de Shrine of Remembrance en wandelden de halve stad door. We genoten van de graffitistraatjes, de Fitzroy wijk en de leuke restaurantjes. Dat Juun na een tijdje pijn in z’n voeten had deed ons beseffen dat we inmiddels wel getrainde voeten hebben. Afstanden onder de 10km worden door ons liever lopend dan met ov/auto afgelegd.

De volgende ochtend moest er bij mij even een knop om. Ik had zo genoten van de stad en werd blij van hele dagen door die stad slenteren dat het idee van een camper mij nog niet zo aanstond. Maargoed, de camper stond klaar en we gingen verder. Dag fijn Melbourne, wij gaan op naar mijn lievelingsstad: Sydney!

2 thoughts on “Dag 144 -155. Adelaide – Melbourne.

  1. Wat een heerlijk lange blog, en dan ook nog zoveel foto’s. Bijna niet te bevatten wat jullie allemaal zien. En wij genieten mee!!! Liefs, Marjan

    Like

  2. Yeaaaaah Juun! 🙂 Geniet lievers.. Oh en Kas ik vond je echt wel stoer met die baard! hihi ik zeg houden zo af en toe.. leuk voor de afwisseling

    Like

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s