Vanuit Nieuw-Zeeland vlogen we een heel ander continent tegemoet: Zuid Amerika. De elf uur durende vlucht was de langste tot nu toe, maar erg relaxed. Met Finding Dory en de nieuwste Pretty Little Liair (ja het is heus) afleveringen ben ik de vlucht príma doorgekomen. Onze reis naar Buenos Aires had onze hersenen wel even een klap gegeven. Om 20.00 savonds Nieuw-Zeeland tijd stapten we het vliegtuig in, 11 uur later kwamen we aan in Buenos Aires waar we dezelfde dag aankwamen om 16.00 smiddags. Dag en nacht waren bij ons volledig omgedraaid. Maar ach, ik had nog nooit last gehad van een jetlag, Ik maakte mij nul zorgen. Want ik en slaap zijn altijd hele goede vrienden.
Voor de eerste week hadden we een AirBnB geboekt in de wijk Palermo. Het appartement was heel fijn & van alle gemakken voorzien. We besloten na aankomst allereerst wat boodschappen te doen, maar het vinden van een ‘normale supermarkt’ bleek nogal een opgave. De moed zakte mij in de schoenen toen ze nergens bruin brood, meergranenpasta, yoghurt of granola bleken te hebben.. Snoep, zoete yoghurtjes en flessen wijn hadden ze daarentegen in overvloed. We besloten maar voor een restaurantje te gaan, en de boodschappen te laten voor de volgende dag.
Nadat we de hele nacht naar het plafond hadden liggen staren, zijn we boodschappen gaan doen bij de Jumbo (ja echt waar). Ik heb met veel moeite een ‘normaal’ ontbijt voor mijzelf bij elkaar kunnen sprokkelen. In Australie en Nieuw Zeeland verkochten ze gezond eten in overvloed, hier zijn ze nog niet zo gericht op die gekke superfoods. De rest van de dag wandelden we door de stad en genoten van de fijne, relaxte sfeer.
Zondag was het een feestdag voor Kas. We gingen naar een voetbalwedstrijd van Boca Juniors. Het zelf kopen van tickets is lastig en toen BA Bikes een tour aanbood met gids, lunch én drankjes, waren wij om. Het was het tegenovergestelde van goedkoop, maar dit was wat Kas wilde meemaken.
Een typische maffiebaas kwam ons ophalen met zijn zoon, in een busje dat nét niet van ellende uit elkaar viel. Kas en ik hebben lang moeten wachten in het busje en werden uiteindelijk voor het stadion gedropt. Het was een beetje ‘he joe, hier is de wedstrijd. Veel plezier, we pikken je zo op’, en weg waren ze.
We besloten onze middag niet te laten verpesten en genoten van de wedstrijd in het stadion. Het was heel bijzonder, wat zijn die Argentijnen een druktemakers! Vooral m’n lief genoot, keek z’n ogen uit en was teleurgesteld toen de scheids floot voor het eindsignaal.
Nadat we ook de nacht van zondag op maandag geen oog dicht hadden gedaan, liepen we als een stel zombies richting school. Omdat we de komende 4/5 maanden door Zuid en Midden Amerika gaan reizen, willen we graag eerst de taal een beetje leren. En dus hebben we twee weken in de ochtend Spaanse les. Ons klasje bestaat uit New Yorker Josh, Zwitserse Josephine, Zwitser Arno en Duitser Thork. Oh, en leraar Julian. Heerlijk om weer naar school te gaan, te studeren en een ritme te hebben (zei ik dit echt?). Jammer voor mij, is de Argentijnse taal íets anders dan het Spaans. Ik dacht dat ik al een heel eind was door de dubbel ‘l’ uit te spreken als een ‘j’ en de ‘j’ als een ‘g’ maar dit bleek allemaal niet op te gaan hier. En ook toen ik vrolijk zwaaiend tegen iedereen ‘adios’ zei, keken ze mij vragend aan. Jep, daar moet nog het een en ander aan gesleuteld worden.
De rest van de week bestond dus met name uit school, leren en nachtenlang wachten tot het licht werd. Die jetlag hield maar aan en ik wist zo af en toe van moeheid niet meer wat voor en achter was. En da’s knap lastig.
Vrijdag sloten we onze eerste schoolweek samen af op het terras in de zon en daarna verhuisden we naar een hotel. Onze moeders zouden namelijk de volgende ochtend aankomen en met z’n viertjes hadden we kamers in hotel Costa Rica geboekt. Vrijdagavond kon ik moeilijk in slaap komen en zaterdag ochtend was ik om half 6 wakker van de kriebels in mijn buik. Ik kon niet wachten om mamma te zien! Om 8 uur was het zo ver. Onze moeders stonden op de stoep en het was ZO fijn! Na bijna 200 dagen kon ik éindelijk weer met mamma knuffelen. We hebben uitgebreid ontbeten, geknuffeld en verhalen verteld. Heel bijzonder om dit zo met zijn viertjes mee te maken.
Na het ontbijt wandelden we samen door de stad en bezochten we de Recoleta Cementery (Cementerio de la Recoleta). Hier liggen veel belangrijke personen die een rol in de Argentijnse geschiedenis hebben gespeeld. Waarvan Eva Perrón waarschijnlijk de bekendste is. De begraafplaats geeft de indruk van een echte stad met brede straten en smalle steegjes. Heel bizar om te zien, het voelde alsof ik door een spookstad liep. We dronken nog een drankje op het plein in Recoleta – waar we extra betaalden omdat we buiten zaten – en eindigden de dag met een boekje en een drankje in de zon.
De volgende ochtend kon ik wel huilen van blijdschap – ik had een héle nacht geslapen. Ik had echt nooit gedacht dat níet kunnen slapen zoveel woede in je naar boven haalt. Anyway. We begonnen met een relaxed ontbijtje en wandelden toen ruim een uur naar de zondagse San Telmo Market. Tijdens ons verblijf in Buenos Aires sliepen wij in de wijk Palermo Soho – een beetje á la de Pijp – en San Telmo is meer te vergelijken met de Jordaan. Nadat ons honderd keer verteld is dat we hier écht moeten oppassen met onze spullen, liepen we alle vier een tikkie gespannen met onze armen om de tassen en handen in de zakken. Maar we hebben ons – gelukkig – geen moment onveilig gevoeld.
Deze zondagse markt begint in Calle Defensa bij Plaza Mayo en er lijkt geen einde aan te komen. Bij elke hoek dachten we ‘dit zal dan wel het laatste stuk zijn’, maar niets was minder waar. We bléven maar lopen. Het is een sociale bedoeling en naast veel toeristen, liepen er ook veel locals rond. Het was een mengeling van veel troep (hebbedingetjes en souvenirs), mooie sieraden, antieke spulletjes, straatmuzikanten en tango-dansers. Vooral bij deze laatste heb ik mijn ogen uit gekeken. Terwijl de barbecue aan stond en iedereen stond te smikkelen van een broodje choripan (brood met chorizo) werd er fantatsische muziek gespeeld en een prachtige tango gedanst. Mén. Wat een sexy dans. Ik vond het echt fantastisch. Komen wij aan met onze klompendans.
Savonds genoten we van een biefstuk bij La Cabrera. We hebben ons laten vertellen dat ze hier het beste vlees van Buenos Aires hebben.
Voor ons begon op maandag weer een schoolweek. Onze mamma’s gingen deze week in de ochtend samen de stad verkennen en in de middag bezochten we iets met zijn viertjes. Maandag hadden we na school een bike tour geboekt en bekeken we het zuidelijke gedeelte van Buenos Aires. Samen met 12 anderen (waaronder 6 Nederlanders, haaaay) en drie gidsen hebben we 4 uur lang príma vermaak gehad. Gids Matteo vertelde dolenthousiast over alle historie, de wijken en had een prima gevoel voor humor. De wijken in Buenos Aires zijn totaal verschillend. Zo fietsten we door de kleurrijke wijk La Boca heen, waar je alleen beter niet kunt komen. Deze wijk kent veel armoede en is zeker niet zo gezellig als het er uit ziet. Puerto Madero (de haven) is daarentegen weer voor de échte rijken en daar is het net alsof je in Parijs bent. Daarnaast fietsen we door San Telmo en over Avenida en Plaza de Mayo. We hoorden over de historie en dan vooral over de dictatuur die hier tot 1983 heeft geheerst. De naam van de dictator noemen ze echter niet, het doet nog te veel pijn.
De volgende dag was het ‘rustdag’. Onze mamma’s lopen s’ ochtends hun benen onder hun lijf vandaan om zoveel mogelijk van de stad te zien dus na school spraken we af bij het leukste lunchtentje van BA; Ninina. S’ avonds aten we wat kaasjes op ‘ons’ dakterras en hebben we met zijn viertjes onze reisvideo’s terug gekeken. Met de slappe lach als gevolg.
Woensdagavond aten we bij Sarkis, hét familie restaurant van Buenos Aires. Reserveren kon niet, en dus gingen we er maar een beetje ‘optijd’ naartoe. Samen met mamma onder de paraplu, want het regende weer eens in BA. Mamma had trouwens al twee dagen geen stem en terwijl we door de storm liepen kreeg ze spontaan de slappe lach. Ik kan jullie vertellen; da’s een knap lastige combinatie. Geen stem & de slappe lach. Om 19.50 kwamen we aan bij het restaurant. De deuren waren nog dicht en er stonden tientallen mensen voor. Om 8 uur opende de eigenaar de deuren om de namen en het aantal personen van iedereen te registreren. Eén voor een werden we naar binnen geroepen en genoten we van het bizar lekkere (en goedkope) eten. Wat een tent. Toen we 2 uur later naar buiten liepen, stond er nog steeds een rij.
Voor donderdag wilden we eigenlijk een foodtour doen. Na wat heen en weer gemail en belachelijke prijzen besloot ik het zelf maar in elkaar te flansen. Ik googlde naar de meest authentieke restaurantjes en barretjes en stelde een route samen. Bij het eerste (oudste) barretje liep het plan al volledig in de soep. Het was gesloten. We besloten naar het volgende restaurantje te lopen, maar die moest nog even wachten. Na een paar minuten lopen zagen we namelijk een bijzonder geel gebouw met de naam ‘Ja!’ en een levensgrote opblaaswijnfles voor de deur. Daar moesten we natuurlijk even naar binnen gluren. Een kleine, mollige Argentijn kwam naar ons toegelopen en stond erop dat we even binnen kwamen. Daar was een proeverij van één van de leveranciers in volle gang. Of we misschien ook mee wilden proeven? Of nee; we hadden geen keus. We kregen de witte wijn in onze handen geduwd, de champie volgde en vervolgens kwam er nog veel rode wijn. Ondertussen stelde de eigenaar (de kleine, mollige Argentijn dus) ons voor aan een knappe, lange, knappe (of had ik dat al gezegd?) Argentijn. Hij kon namelijk wel Engels en kon ons zo het een en ander vertellen. Wat een gastvrijheid. Ze vertelden ons alles, namen alle tijd en we genoten inténs. Nadat we een flesje wijn hadden uitgekozen vertelde de lange, knappe Argentijn ons over de wijnproeverij die ze op vrijdag gaven. We besloten daar nog even over na te denken en beloofden hem daarover terug te bellen. Zodra we buiten stonden wisten we eigenlijk wel dat we hier niet over na hoefden te denken, want hoé fantastisch waren deze mensen? Terwijl mamma smoeselde dat die lange, knappe Argentijn toch écht een oogje had op mij, besloot ze dat het een goed plan was dat ik alleen naar binnen ging om ons aan te melden voor de proeverij. Dus ik vertelde hem het goede nieuws, en met zijn bruine kijkers vertelde hij dat ik zijn gast was voor vrijdag, en dat we dus maar voor drie hoefden te betalen. Ik ben zo’n kneus die dat dan niet begrijpt. “No no its okay. We come with the 4 of us, so we pay for 4”. “No. I invite you, you are my guest so you come for free”. Ehhhhh. Oke. Awkward. Ik liep ietwat rood aan en snelde naar buiten. Waar mamma natuurlijk luidkeels riep “ik zei het toch!”. Si. Hasta mañana!
De foodtour werd inmiddels meer een wijntour en nadat we nog 2 leuke barren bezochten, vonden we het wel welletjes geweest. Vrijdag stond ons tenslotte nóg een proeverij te wachten. En als het aan de eigenaar ligt; weten wij in ieder geval dat er goed gedronken gaat worden.
Alweer onze laatste schooldag. Afgelopen twee weken zijn voorbij gevlogen. Onze mamma’s waren de hele dag op pad naar de Tigre River en Kas en ik nestelde ons na de les op het dakterras in de zon. Om 7 uur vertrokken we met z’n allen naar ‘Ja!’ voor de wijnproeverij. We werden al kussend en knuffelend door iedereen ontvangen. Tijdens de proeverij werd er af en toe nog een glaasje extra bijgeschonken terwijl we genoten van de queso en de stukjes jamón. Onze knappe, lange Argentijn bleek tot onze verbazing gewoon een Fransman die hier was gestrand tijdens zijn reis en zette speciaal voor ons Justin Bieber op en deed ook nog eens een dansje. Als je óóit in Buenos Aires bent, gaat hier heen. Deze plek zit vol lieve mensen én lekkere wijn.
Zaterdag werd ik een beetje met een dubbel gevoel wakker. Pappa heeft mij regelmatig verteld over Buenos Aires, en vooral dat het écht wel één van zijn lievelingssteden is. Ook daarom voelde het een beetje extra speciaal om hier twee weken te ‘wonen’. Ik had geen verwachtingen van de stad of van de mensen. Maar het voelt een beetje alsof deze stad altijd ‘danst’. De mensen zijn vrolijk, er is altijd wel ergens muziek aan en regelmatig zie je ergens in een steegje of een hoekje de tango gedanst worden. Ik vond het heerlijk dat de bakker al wist wat ik ging bestellen en dat de groenteman mij elke dag met een stralend gezicht ‘buenos días’ wenste. Éven overwoog ik om hier een leuke plek te zoeken om te werken en gewoon nog even te blijven. Maar de reis gaat verder en ik weet zéker dat ik hier terug ga komen. Dag fijne, mooie stad met je lieve mensen. Tot snel. Pappa, ga je dan met mij mee?