Dag 102-112. Bali (Kuta Beach), Lombok & Gili eilanden (Indonesië)

14 juli – 17 juli. Bali deel 1: Kuta Beach. 

Na ons wekenlang te hebben verheugd was het dan éindelijk zo ver. Ruben – het broertje van Kas –  en zijn vriendin Julia gaan een maand samen met ons door Indonesië reizen en waren een dag voor ons aangekomen. Zo snel mogelijk zijn we door de visumcontrole heen gerend, hebben onze backpacks gepakt en zijn de taxi in gesprongen. Ik vroeg nog aan Kas “denk je dat ze op het strand liggen, of zullen ze op ons wachten in het hotel?”. Kas was volledig overtuigd van het feit dat Ruben en Julia ons op zouden wachten bij het hotel. Uiteindelijk bleken de twee slaapkoppen nog in bed te liggen – het was ook pas 2 uur ‘s middags ;).

This slideshow requires JavaScript.

Anyways. De eerste dag hebben we niet zoveel gedaan. Beetje relaxen op het strand, en vooral heel veel bijpraten. De tweede dag Bali hebben Ruub, Juul en ik de surfplanken gepakt en hebben een surflesje genomen. Dat ging bij mij vooral met vallen en opstaan en had 3 dagen spierpijn als gevolg. Na het surfen liepen we naar een plek waar ze kleine zeeschildpadden uitzetten in de zee. Je ‘krijgt’ hier een baby zeeschildpad in een bakje met water, zet de zeeschildpad vervolgens op het strand en na een tijdje worden ze door de golven meegenomen. Een heel bijzonder gezicht, honderden kleine zeeschildpadjes die een nieuw leven tegemoet gaan.

This slideshow requires JavaScript.

Bali bestaat uit allerlei verschillende populaire plekjes en het was lastig hier een keus uit te maken. Dat hebben we dus ook niet gedaan. Ons Bali avontuur begint hier bij Kuta Beach, maar ook Canggu, Ubud en Seminyak komen later nog aan bod. In Uluwatu verblijven we helaas niet, dus hier zijn we een dagje naartoe gereden op de scooter. Van het ene strandje zijn we naar de ander gehopt en we vielen van de ene verbazing in de ander. Wat een plek. Een beetje magisch bijna. Witte stranden, blauwe zee en overal hippie-achtige tentjes en vrolijke surfers.  We eindigden onze dag bij Single Fin. De mooiste (en waarschijnlijk ook de duurste) beachclub die ik gezien heb tot nu toe. Het terras zit boven het water en terwijl de DJ fijne nummertjes draait, bestellen wij nog maar een biertje.

17 juli – 19 juli: Lombok

’S ochtends om 7 uur staan we klaar voor onze pick-up, welke uiteraard pas om half 8 aankomt. Hadden we kunnen weten. In Azië is tijd niet zo’n ruim begrip en het heeft ook geen zin om je hier druk om te maken. 7 uur is vaak half 8, maar een uurtje of 8, half 9 zou ook zomaar kunnen. Het argument is áltijd hetzelfde: traffic. “So much traffic”. Vaak gebruiken ze dit argument ook op plekken waar we nog nooit traffic gezien hebben, maar daar moet je maar niet over in discussie gaan.

image
Blue Lagoon

Van Kuta Beach rijden we niet in een keer door naar de haven, maar stoppen eerst nog even bij Blue Lagoon. Deze plek staat bekend om het mooie strand en het mooie snorkelen. En mooi was het. Hierna hebben we de boot naar Lombok gepakt. Terwijl de mannen beneden in de verkoelende airco zaten, zijn Juul en ik verplaatst naar het dak. De boxjes werden aangezet, de biertjes uitgedeeld en de zon deed ook vrolijk mee.

Lombok is een wereld van verschil als je net van Bali afkomt. Waar je in Bali door files toeristen heen loopt, kom je ze hier amper tegen. In Lombok hadden we drie dagen de tijd en er waren een aantal dingen die hoog op onze to-do lijst stonden. Zo ook Kuta Beach (die je inderdaad zowel in Bali hebt als in Lombok) en Pink Beach. Bij het noemen van deze laatste schoot de travel agency direct in de lach “we don’t go there, it’s to dangerous” riepen ze. Nee, naar Pink Beach gaan ze niet. Voor geen goud, en dat zegt wat hier. Veel te gevaarlijk. Naar Kuta Beach willen ze ons wel brengen, maar later dan 21.00 uur gaan ze niet terug. Wederom om dezelfde reden, het is hier ’s avonds te gevaarlijk. Even omschakelen na het toeristische en relaxte Bali dus.

This slideshow requires JavaScript.

’S Ochtends vroeg stond onze driver op de stoep die ons een dag overal heen zou brengen. We begonnen de dag in Mataran, de hoofdstad van Lombok. We reden langs de grootste moskee die we ooit hebben gezien en terwijl we langs de mooie rijst & tabaksvelden reden kwamen we uit bij een lokaal dorpje. Hier bekeken we de traditionele huizen, staarden we verwonderd naar de vrouwen die aan het weven waren en keken we lachend naar de spelende kinderen. Als we uitgezwaaid zijn rijden we door naar Mawun Beach. Een klein en relatief onontdekt wit strand met helderblauw water. Juul bekommert zich hier om de straat honden – dat doet ze overigens overal – door ze stiekem wat biscuitjes te geven en de gebroeders Karelse voetballen wat op het strand.

Onze volgende stop is Kuta Beach, maar geen beach-time voordat we iets hebben geluncht. Aangezien we alle vier ontzettende sushi-freaks zijn had Juul onze lunchplek al uitgedacht. We werden een uur lang overladen door de heerlijkste sushi en ik maakte mij stiekem een beetje ongerust over de prijs. Ruub en Juul hadden echter een verrassing voor ons. Deze sushi-hemel hadden we van oma Ria gekregen. Veel te lief natuurlijk, maar wat hebben we genoten!

Rollend zijn we naar het strand gegaan – ik kan mij niet herinneren zó vol te hebben gezeten – voor nog wat laatste zonnestralen. Terwijl Ruub en Kas wat biertjes halen, komt er een jongetje aanlopen die armbandjes verkoopt, je begrijpt natuurlijk: dit gaat helemaal mis. En inderdaad, het jongetje was binnen 1 minuut 4 armbandjes armer, en wij rijker. Maar het bleef niet bij dat ene jongetje. De liefste kindjes liepen af en aan, de één met een nog liever smoeltje dan de ander. Nóg meer van ze kopen ging niet en dus gingen we over op een potje voetbal. De kinderen gierden het uit van het lachen, deden stinkend hun best en kregen na afloop koekjes en een lolly. Pfff, als het kon had ik ze meegenomen.

image

De tweede dag Lombok zijn Juul en ik prima doorgekomen. We hadden een drie uur durende Spa behandeling op de planning staan. Massage, haarmasker, bodyscrub en een manicure en pedicure volgden. Rozig en wel stapte we zo met onze gelakte nagels nog even het strand op en sloten we onze tijd in Lombok af met een pizzaatje op het strand.

19 juli – 22 juli: Gili Air

Aan mooie stranden in Indonesië geen gebrek, want van Lombok gingen we door naar Gili Air. Het kleinste eiland van de drie bekende Gili eilanden. Vanwege het hoogseizoen in Indonesië hadden Juul en Ruub al vrijwel alle accommodaties geregeld. 1 verblijf hadden ze echter aan ons overgelaten: het verblijf op Gili Air. Op de foto’s zag het er verzorgd en relaxed uit en het was nog betaalbaar ook. De ellende begon al bij de receptie. Ik had een vierpersoonskamer geboekt, zodat we met zijn viertjes op 1 kamer konden slapen. Die vierpersoonskamer hadden ze doorgekregen maar 1 van ons was op een andere dorm neergelegd. Een man uit Bejing lag namelijk al op ‘onze kamer’. Lekker dan, wij regelen ook een keer wat. Met handen en voeten hebben we deze Chinees – die 0 engels kon, dus het was nogal een uitdaging – gevraagd of hij naar die andere kamer kon verhuizen. Of hij dat echt wilde weten we niet zo goed, maar hij pakte in elk geval zijn spullen en wij waren gelukkig met onze eigen kamer. Alhoewel, gelukkig? De wc’s waren vies – beetje ranzig zelfs – de douches koud en niet al te schoon, en de kamer was bloedheet. Je kunt best stellen dat ik mij een tikkie schuldig voelde over mijn slechte keuze ;).

Sinds wij onze PADI hebben gehaald, staat het zwemmen met seaturtles hoog op mijn lijstje. Ik vind deze beesten zo fascinerend en bijzonder, dat ik ze dolgraag een keer in het echt wilde zien. We vroegen wat rond op het eiland en het was in no-time geregeld. De volgende ochtend om 8.30 gingen we naar Sea Turtle Heaven, de plek om ze te spotten. Klonk als muziek in de oren, totdat ik om 3 uur ’s nachts ziek wakker werd. Is sowieso natuurlijk helemaal kut, laat staan op deze plek. Ik geloof dat een jongen van 1 van de andere dorms dacht dat ik ladderzat was toen ik op de grond bij de wc’s lag en keek mij twee dagen lang nog argwanend aan. Eeeh ja, sorry man.

Soms wordt mij wel eens gevraagd, “ben je nog niet moe van al dat reizen, verlang je niet naar thuis?” Nou, toen mijn lichaam er ’s ochtends nog een blaasontsteking tegen aan gooide en ik op die stinkende bloedhete kamer lag vond ik het reizen inderdaad best even heel erg klote. Wilde lekker thuis zijn op een schone wc, op een schone kamer, op een fijn bed. Maar deze gedachte was de volgende dag weer weg hoor, geen zorg.

Kas, Juul en Ruub zijn daarentegen wel samen op schildpadden jacht gegaan (en met succes) en ‘s avonds sloot ik toch nog even aan bij de zonsondergang.

22 juli – 25 juli: Gili Trawangan. 

Gelukkig had ik dit verblijf maar 2 nachten geboekt en pakten we de volgende ochtend al de boot door naar Gili Trawangan. Hier had Juul weer iets geregeld en je begrijpt: dat was weer allerfijnst. Dolblij met de airco, onze buiten douche en kingsize bed, waren we toch een beetje verbaasd over het eiland. Dat het toeristischer zou zijn dan Gili Air, daar had men ons op voorbereid. Maar dit is niet meer toeristisch. Dit is ‘tourists-are-taking-over-the-island’. Er zijn slechts 5 momenten per dag waarop je je realiseert dat je op een islamitisch eiland zit. Vooral om 5 uur ’s ochtends realiseer je je dit heel goed. Op dat moment begint het gebed, gaan de speakers van alle moskees op volume 100 en word je ruim een uur vermaakt.

This slideshow requires JavaScript.

Terwijl Ruben hier zijn PADI aan het halen was in drie dagen, vermaakten wij ons ook prima met duiken. Op dag 1 was ik niet gelukkiger te krijgen na het zien van drie seaturtles (ze zijn nog leuker dan in Finding Nemo) en op dag 2 werden we nog een keer verrast door een baby haai.

image

Verder hebben wij op Gili Trawangan vrij weinig gedaan. Deze drie dagen stonden in het teken van beerpong, duiken, slapen en heerlijke middagen op het strand. En natuurlijk: Ruub die zijn PADI heeft gehaald. Vrolijk duikend zullen wij onze Indonesië reis dus gaan vervolgen, dat begrijpen jullie. En dat duik-avontuur beginnen wij met zijn viertjes in Nusa Lembongan, onze volgende bestemming.

Day 30 – 43. Koh Lipe, Krabi & Koh Phi Phi – Thailand.

3 May – 11 May: Koh Lipe.

The beauty of the island Koh Lipe is something you can’t picture or discribe. The first 6 nights we slept in a beautiful bamboo hut on the beach. The first thing you see when you wake up is the beach and the sea.

We spent a whole day snorkling with Madelon & Shirley – we’ve met those Dutch girls in the bus to Cameron Highlands and they were our neighbours on the beach;). It was beautifull. So much coral and so many fishes. Something we didn’t expect was the presence of só many Asian people at the same snorkling place. The only problem was the swimming part: they couldn’t. You saw dozens of Asian people with lifejackets holding their guide. It was hilarious.

Kas and I were  happy that we took our surfshirts. The sun is so dangerous. After snorkling for not even an hour (and we did use suncream 50+) our back was totally burned.

This slideshow requires JavaScript.

Friday was an exciting day. Kas wanted to do the Padi course and he was prepared to do this alone. I tried diving many times, but I always had equalize problems. I gave it a last shot. Frans – our Dutch instructor – gave me tips and tricks and before I knew.. I was 5 meters underwater without a problem. So we decided to do the Padi course together. We did 2 open water dives four days in a row and everyday some theory. Sunday we had the exam of all the theory – of course we passed;-) – and Monday it was time for the real exam: 2 openwater dives. It went smooth and at the end of the day we were the happy owners of our Padi!

This slideshow requires JavaScript.

It were 4 full days of diving, but in the evening we had dinner at the beach, drank cocktails and met a girl who stole my heart. We were drinking beers at the Sawasdee Bar in Walking street. We were talking with the owner when a small, pretty blond haired girl with brown eyes walked in. The 7-year old daughter of the owner. Her name is Noy, born in Canada but moved to Koh Lipe with her mom when she was a baby. She plays violin, guitar and drums. She speaks fluently Thai, English and French. She speaks a bit Dutch, Spanish and Denish but she’s now learning herself Chinese. Just because it’s fun and she loves to talk with everybody. She’s not scared of anything – ‘if I’m afraid of spiders and cockroaches there’s no way I can even take a shower. No, I really love all the animals.’ – and of all the animals she loves horses the most. She has never seen a horse but when she’s older she will move to a farm with hundreds of horses. We came back to this bar many times, just to see Noy. This kid is amazingly sweet, listens very well and she’s super wise. She reminded me of Mowgli (Junglebook).
11 May – 12 May: Krabi

image
It was time to say goodbye to Koh Lipe, the most beautiful island we’ve ever seen. We took the speedboat to Pakbara and the minivan to Krabi. Due to the lowseason there are no boats from Lipe to another island, so the traveltime is a bit longer than usual. In Krabi we slept in Pak-Up Hostel in a dorm with 4 other Dutchies – men, Dutch people are real travellers ;-). We had dinner at a nightmarket and had fresh fish from the barbecue – we had a whole (!) tuna for 7 euro’s.

12 May -16 May: Koh Phi Phi.
Other travellers and websites warned us for the party vibe on this island. For this reason we decided to book a room uphill and not on the beach. The room was 10 minutes from the beach and had a good price of 5 euros per night. A good deal, despite the constant drunk owner.

The first night we realized how crazy loud the music was. We heard everything in our room: goodbye sleep. They warned us for a party island, but it’s even worse. This is Chersonissos 2.0. There are só many tourists and half of them is drunk 24/7. People ordering Mojito’s and buckets at 11 in the morning is quite normal. For woman the dresscode was clearly ‘less is more’ – girls were partying in something that was even léss then a bikini. Kas was totally fine with this dresscode though;).

This slideshow requires JavaScript.

Besides this, Koh Phi Phi is a beautiful Island. The beaches are white, the sea is light blue and the local people are super friendly. On the Island you’ve many restaurants on the beach and every night Koh Phi Phi gave us magical sunsets. The sunset amazed us everytime again and we enjoyed it many times with some drinks in the sand. Unfortunately we could’t do the dive on Phi Phi that we hoped for due to an infection on Kas his knee.

16th of May: Phuket.

This slideshow requires JavaScript.


We arrived in Phuket and took a minivan straight to the Bangkok Hospital because Kasper still had the infection after the treatments on Phi Phi. Before we knew the doctor brought Kas to the OR and cutted the wounds open. “Come here, take a look” the doctor said to me. I didn’t know if this was a good plan but I was too curious. Ugh, I won’t describe it and will spare you the details, but it was the most nasty thing I’ve ever (if you are curious you can look at the picture above, but I warned you;)). The doctor smiled and laughed about my face. I think I was a bit pale.. The doctor told Kas to take some rest and come back every day to clean the wounds.

Luckily we stay in a beautiful room in a great resort. We booked a normal room but because of the lowseason – and also because they feel sorry for Kas – they upgraded us to the most beautiful room. We are sleeping like a prins and princess and it’s a good place for Kas to get better. We will stay here for at least a week, we will not leave untill Kas is recovered.

For now we make the best of it. We spent some time at the pool, watch Netflix and I buy as much icecreams as he wants. Hopefully it helps so we can continue our trip soon.